Dagtekst woensdag 20 september

Jehovah was nog steeds met Jozef en bleef loyale liefde voor hem tonen. — Gen. 39:21.

Is jou weleens ernstig onrecht aangedaan, misschien zelfs door een broeder of zuster? Neem dan een voorbeeld aan Jozef, die het door zijn eigen broers zwaar te verduren kreeg. Hij bleef gefocust op zijn dienst voor Jehovah, die hem rijk beloonde om zijn geduldige volharding. Jozef was na verloop van tijd in staat de pijn die hem was aangedaan los te laten en te zien hoe Jehovah hem had gezegend (Gen. 45:5). Je kunt net als Jozef troost vinden als je dicht tot Jehovah nadert en het aan hem overlaat dingen recht te zetten (Ps. 7:17; 73:28). Als je onrecht meemaakt of iets anders dat pijn doet, bedenk dan dat Jehovah dicht bij ‘mensen met een gebroken hart’ is (Ps. 34:18). Hij houdt van je omdat je geduldig bent en je last bij hem legt (Ps. 55:22). Hij is de Rechter van de hele aarde. Niets ontgaat hem (1 Petr. 3:12). Ben je bereid op hem te wachten als je problemen meemaakt die je niet kunt oplossen? w21.08 11 ¶14; 12 ¶16

Stelt u zich eens voor: broeders die hun jongste broer op harteloze wijze verkochten als slaaf, alleen maar omdat hij tegen hen had verteld wat hij had gedroomd en omdat de betekenis van die droom hen niet aanstond. Stelt u zich eens hun schrik en vernedering voor toen ze pas vele jaren later voor de premier van Egypte neerbogen om vervolgens te worden geconfronteerd met de nuchtere werkelijkheid, dat Jozefs dromen waren uitgekomen.

Bijbelverslagen zijn véél meer dan alleen maar verhaaltjes voor het slapengaan. Ze zijn een profetische schaduw en ze vormen patronen van grotere werkelijkheden. Wat God deed in het geval van Jozef, waarbij hij een voormalige veehoeder nam die als slaaf in gevangenschap werd verkocht, en er een situatie ontstond dat de koning van Egypte Jozef tot zijn eerste minister benoemde, was niet uniek. Jehovah deed namelijk hetzelfde met Daniël en ook met Esther. Alle drie de verslagen volgen hetzelfde patroon.

Gods volk bevindt zich in gevangenschap in een uitzichtloze situatie. God manoeuvreert vervolgens de dingen zodanig, dat deze erin resulteren dat de voormalige slaven ineens heersers worden. Dit patroon zal zich ook in de toekomst wederom gaan herhalen. Degenen die tot het Koninkrijk zijn geroepen, zullen zich eerst nog in gevangenschap bevinden, doordat God ervoor zal hebben gezorgd dat ze als slaaf zijn verkocht als straf voor hun rebellie tegen Hem.

Het is interessant dat Daniël, toen hij gevangen zat, de zonden van zijn volk beleed. Zijn belijdenis staat opgetekend in het negende hoofdstuk. Het volgende citaat is een onderdeel daarvan: Ik bad tot Jehovah, mijn God, en ik bekende schuld en zei: ‘O Jehovah, ware God, grote en ontzagwekkende God, u houdt u aan uw verbond en toont loyale liefde voor iedereen die van u houdt en uw geboden naleeft. We hebben gezondigd, gedaan wat verkeerd was en slecht gehandeld, en we zijn in opstand gekomen. We zijn van uw geboden en uw bepalingen afgeweken. We hebben niet geluisterd naar uw dienaren, de profeten, die in uw naam hebben gesproken tot onze koningen, onze vorsten, onze voorouders en het hele volk. Jehovah, u bent rechtvaardig, maar wij moeten ons schamen, ook vandaag — heel Israël, onder wie de mannen van Juda en de inwoners van Jeruzalem, degenen dichtbij en ver weg, in alle landen waarheen u ze hebt verdreven omdat ze u ontrouw waren.” (Daniël 9:4-7)

Na zijn bekentenis verscheen er een engel aan Daniël. Echter had deze verschijning niet de vorm van een gewone mens, zoals engelen in de oudheid wel vaker aan Abraham en vele anderen verschenen. Nee, de ontmoeting van Daniël leek sterk op het visioen dat Johannes in Openbaring had van Christus. Het verslag luidt: Ik keek op en zag een man in linnen kleding, met om zijn middel een gordel van goud uit U̱faz. Zijn lichaam was als chrysoliet, zijn gezicht zag eruit als de bliksem, zijn ogen waren als vuurfakkels, zijn armen en voeten leken op gepolijst koper en zijn woorden klonken als het geluid van een menigte. Alleen ik, Daniël, zag het visioen. De mannen die bij me waren zagen het visioen niet, maar ze werden bevangen door grote angst. Ze vluchtten weg en verborgen zich. Ik bleef alleen achter. Toen ik dat grootse visioen zag, bleef er geen kracht in me over. Ik werd lijkbleek en verloor al mijn kracht. Vervolgens hoorde ik hem spreken. Maar terwijl ik hem hoorde spreken, viel ik in een diepe slaap, met mijn gezicht op de grond. Toen raakte een hand me aan en schudde me wakker. Ik kwam omhoog op mijn handen en knieën.” (Daniel 10:5-10)

Daniëls ontmoeting met het glorierijke wezen betreft een voorbode van de parousia, oftewel de Tweede Komst van Christus. Het feit dat de engel Daniël aansprak als “zeer geliefde man” komt doordat Daniël een voorafschaduwing voorstelde van de uitverkorenen die de manifestatie van Jezus zullen gaan zien. Ze zullen niet alleen Christus in al zijn heerlijkheid zien, maar ze zullen daarnaast ook nog hun kronen van het Koninkrijk ontvangen, wat werd voorafschaduwd door Jozef, Daniël en Esther die vanuit een situatie van gevangenschap naar koningschap gingen. Maar, zoals Jezus zei: Maar velen van de eersten zullen de laatsten zijn, en de laatsten de eersten.(Mattheüs 19:30)