Dagtekst dinsdag 5 september

Ze ontsnappen uit de strik van de Duivel. — 2 Tim. 2:26.

Een jager heeft maar één doel: zijn prooi vangen of doden. Hij kan daarbij allerlei vallen of strikken gebruiken, zoals een van Jobs zogenaamde vertroosters al zei (Job 18:8-10). Hoe probeert een jager een dier in de val te lokken? Hij kijkt heel goed naar het dier. Waar leiden zijn sporen naartoe? Waar is hij mee bezig? Wat zal hem overvallen? Satan werkt net als zo’n jager. Hij kijkt heel goed naar ons. Hij ziet waar je naartoe gaat en wat je bezighoudt. Vervolgens zet hij een val op waarmee hij je onverwachts wil vangen. Maar Gods Woord zegt dat als je wordt gevangen, je toch nog kunt ontsnappen. Het leert ons ook hoe je kunt voorkomen dat je in de val loopt. Twee strikken die Satan veel gebruikt zijn trots en hebzucht. Die onwenselijke eigenschappen gebruikt hij al duizenden jaren met succes. Hij is als een vogelvanger die zijn prooi in de val lokt of in een net probeert te vangen (Ps. 91:3). Maar je kunt voorkomen dat je door Satan wordt gevangen. Jehovah heeft namelijk onthuld welke tactieken Satan gebruikt (2 Kor. 2:11). w21.06 14 ¶1-2

De wijze raad van de apostel Paulus aan Timotheüs was van toepassing op personen die de waarheid niet kenden. Zij waren immers al door Satan verstrikt vanwege hun ongeloof en hun ongezonde geest. Deze personen zouden ook zo blijven, tenzij ze zich bewust zouden gaan worden van hun interne toestand, om vervolgens tot bezinning te komen. Lees hier trouwens ook de bijbehorende context.

De bovenstaande dagtekst heeft echter absoluut gelijk wanneer er staat geschreven dat de Duivel goed naar ons kijkt en ons bestudeert. Hij weet heel goed waar we in geïnteresseerd zijn, waar we heen gaan, enz. Neem nu bijvoorbeeld Jezus. De Duivel was zich er absoluut van bewust dat Jezus naar de Jordaan afdaalde en door Johannes werd gedoopt. Ook zag de Duivel ongetwijfeld de duif die van boven naar beneden neerdaalde en uiteraard hoorde hij natuurlijk ook Jehovah vanuit de hemel zeggen: Dit is mijn geliefde Zoon. Ik heb hem goedgekeurd. Even later leidde de geest Jezus naar de wildernis, waar Satan hem verzocht om te bewijzen dat hij daadwerkelijk de Zoon van God was. Waarom dacht Satan dat Jezus de Zoon van God was? Simpel: omdat hij Jehovah dat zelf hoorde zeggen.

Wanneer we weten dat de demonen het gedrag van Jehovah’s Getuigen bestuderen, dan weten ze ook dat Jehovah’s Getuigen een grote interesse hebben in de Bijbel. Ze zien dat u regelmatig naar de Koninkrijkszaal gaat. Ook weten de demonen dat mensen leiding nodig hebben en dat zachtmoedige mensen nederig genoeg zijn om zich te laten onderwijzen. De demonen weten ook heel goed dat Jehovah het Wachttorengenootschap heeft gebruikt om de basisbeginselen, oftewel het ABC van de Bijbelse doctrine te onderwijzen. Hierdoor weten de Duivel en zijn demonen als geen ander dat u het Wachttorengenootschap zonder enige twijfel bent gaan vertrouwen als zijnde Jehovah’s aardse spreekbuis. Ze weten dus ook dat u nu afhankelijk bent van het Wachttorengenootschap voor zogenaamde ‘levensreddende instructies’. Dus waarom zouden de demonen dan niet diezelfde bron corrumperen waar ook Gods volk naar op zoek gaat voor hun geestelijke voedsel? Sommigen onder de Jehovah’s Getuigen zouden hier wellicht bezwaar tegen maken en zeggen: ‘Jehovah zou dit nooit toestaan.’ Echter hebben ze het hier volledig mis. Dat is namelijk precies datgene wat Jehovah heeft toegestaan. Leest u het zelf anders nog maar een keertje in de Heilige Schrift: Daarom laat God ze misleiden door een bedrieglijke invloed, zodat ze de leugen gaan geloven. Zo zullen ze allemaal geoordeeld worden omdat ze de waarheid niet geloofden maar plezier hadden in onrechtvaardigheid. (2 Thessalonicenzen 2:11-12)

Maar wat is dan precies die ‘leugen’ die Jehovah hen laat geloven? Nogmaals, het antwoord kunt u terugvinden in dezelfde context. Paulus waarschuwde namelijk de broeders specifiek om zich niet te laten meeslepen door officieel klinkende beweringen en schriftelijk materiaal waarin werd verklaard dat de parousia (Tweede Komst van Christus) al zou zijn begonnen (in 1914) en dat de dag van Jehovah al zou zijn aangebroken. Er is in onze moderne tijd maar één enkele groep of bron die zulke groteske beweringen doet. Ik herinner me nog heel goed dat een van mijn favoriete Koninkrijksliederen luidde: “Dit is de dag van Jehovah, Zijn heerschappij zal blijven.” In werkelijkheid blijkt het dus helemaal nog niet Jehovah’s dag te zijn. En de aanwezigheid van de Heer is daarnaast tot op de dag van vandaag ook nog steeds niet begonnen. De valstrik is dus gelegd en staat op scherp.

De bovenstaande dagtekst vergelijkt Satan met een vogelvanger, echter werkt de Duivel niet alleen. Hij heeft namelijk ook nog vele helpers. En inderdaad, behalve demonen heeft hij daarnaast ook vele menselijke helpers. De profetie van Jeremia licht ons in over hun plannen: Want er zijn slechte mensen onder mijn volk. Ze blijven loeren, als ineengedoken vogelvangers. Ze zetten een dodelijke val. Ze vangen mensen. Als een kooi vol vogels, zo zitten hun huizen vol bedrog. (Jeremia 5:26-27)

Bethel, oftewel het huis van God, zit volgens de Schrift dus vol met bedrog. In de loop van de afgelopen twintig jaar heb ik uitgebreid geschreven over de omvang van hun bedrog. De dodelijke valstrik zal pas echt duidelijk gaan worden wanneer de Mensenzoon arriveert, zodra de wereld volledig zal worden ondergedompeld in oorlog, hongersnood en pestilentiën. Kortom, alle zaken waarvan het Wachttorengenootschap bij hoog en bij laag beweert dat deze dingen al lang geleden (1914) zouden hebben plaatsgevonden en die volgens het Wachttorengenootschap ook onmogelijk nog een keer zouden kunnen plaatsvinden op een manier die het verleden op alle mogelijke fronten zal gaan overtreffen. Dan zullen degenen die volledig afhankelijk zijn van het Wachttorengenootschap en hun zogenaamde ‘levensreddende instructies’ worden gemaand om de weg te volgen die uiteindelijk zal leiden naar de eeuwige dood.

Iets verderop verklaart Jehovah ook nog het volgende: Daardoor zijn ze nu machtig en rijk. Ze zijn dik geworden en hun huid glanst. Ze lopen over van slechtheid. Ze bepleiten de zaak van vaderloze kinderen niet, zodat het goed met ze gaat. Ze weigeren armen recht te doen.” Jehovah heeft deze woorden 2500 jaar geleden laten optekenen. Er bevinden zich dus goddeloze mannen onder zijn eigen volk. Ze zijn Hoofdkantoor Jehovahs Getuigen in Warwickrijk en machtig geworden. Ze leven als koningen in hun granieten kasteel. Ze bedriegen Jehovah’s volk door hen te verdrijven uit hun aanbiddingsplaatsen, oftewel hun Koninkrijkszalen. Ze hebben in de wereldse rechtbanken aangetoond dat ze de juridische tegenstanders zijn geworden van seksueel misbruikte kinderen. Ze geven Jehovah’s zegen over de experimentele mRNA-injecties die massa’s mensen hebben gedood en verwond. Ze lopen werkelijk over van slechtheid.

Er is echter geen reden om zelf verstrikt te raken in hun bedrog. Zodra het er allemaal op aankomt zal Jehovah gaan voorzien in een geheim toevluchtsoord voor degenen die daadwerkelijk op Hem vertrouwen. Psalm 91 is een profetische psalm die wordt uitgesproken in tijden van oorlog, hongersnood en pestilentiën, wanneer de valstrik van de vogelvangers dichtklapt: Wie in de schuilplaats van de Allerhoogste woont, overnacht in de schaduw van de Almachtige. Ik zeg tegen Jehovah: ‘U bent mijn toevlucht en mijn vesting, mijn God, op wie ik vertrouw.’ Want hij bevrijdt je uit het net van de vogelvanger, hij redt je van verwoestende ziekte. Met zijn wieken bedekt hij je, onder zijn vleugels vind je bescherming. Zijn trouw is een groot schild en een beschermende muur. Je zult niet bang zijn voor het onheil van de nacht, voor de vliegende pijl overdag, voor de ziekte die rondwaart in het donker, voor de verwoesting die toeslaat midden op de dag. Duizend vallen er aan je zijde en tienduizend aan je rechterhand, maar jou zal niets overkomen. Met je ogen zul je alleen toekijken, je zult getuige zijn als de slechten worden gestraft.” (Psalmen 91:1-8)