Dit betekent eeuwig leven, dat ze u leren kennen, de enige ware God, en ook degene die u hebt gestuurd, Jezus Christus. — Joh. 17:3.
We zijn op zoek naar mensen met ‘de goede instelling voor het eeuwige leven’ (Hand. 13:48). Voordat ze discipelen kunnen worden, moeten we ze helpen om wat ze uit de Bijbel leren (1) te begrijpen, (2) te accepteren en (3) in praktijk te brengen (Kol. 2:6, 7; 1 Thess. 2:13). Iedereen in de gemeente kan zijn steentje bijdragen door iemand die Bijbelstudie krijgt te verwelkomen op de vergaderingen en liefde voor hem te tonen (Joh. 13:35). Degene die de studie leidt moet er misschien ook veel tijd en energie in steken hem te helpen sterke ‘bolwerken’ van overtuigingen of gewoonten af te breken (2 Kor. 10:4, 5). Het kan heel wat maanden kosten om iemand bij deze stappen te begeleiden zodat hij uiteindelijk de doop als doel bereikt. Maar het is de moeite waard. w21.07 3 ¶6
Het is me onlangs opgevallen dat de formulering in de herziene Nieuwe Wereldvertaling enigszins is aangepast. In de 2004-uitgave van de Nieuwe Wereldvertaling staat er in Johannes 17:3 “kennis in zich opnemen”. Daardoor klinkt het alsof iemand God kan leren kennen door alleen maar te studeren; terwijl er in de recente uitgave van de Nieuwe Wereldvertaling staat ‘dat ze u leren kennen’, wat natuurlijk veel meer betekent dan alleen maar studeren. U zou bijvoorbeeld de biografie van een persoon kunnen lezen en meer over hem/haar te weten kunnen komen, wat hij/zij zei en deed, waar hij/zij heen ging, enz.; Maar zou u dan ook kunnen zeggen dat u die persoon ook echt daadwerkelijk kent? Hetzelfde geldt ten aanzien van God.
Jehovah God leren kennen vereist veel meer dan louter een studie. Het bestuderen van God is slechts een begin. Maar om God daadwerkelijk te leren kennen vereist het ook het observeren van zijn scheppingen, het praten met God en ook door te leven op een wijze die God in staat stelt om u zijn heilige geest te schenken.
Maar uiteindelijk is ook dat alleen niet voldoende. In de Bijbel gebiedt God degenen die ouderlingen en opzieners zijn om de vaderloze jongen en de weduwe te beschermen. Wij beseffen ons dat dit in het verlengde betekent: ieder kind of persoon dat kwetsbaar en benadeeld is. Beschouw vervolgens eens een scenario dat zich al duizenden keren heeft voorgedaan: een kind gaat naar zijn ouders of naar een ouderling en vertelt tegen hen dat een man binnen de gemeente hem of haar seksueel heeft misbruikt. Hoeveel van dit soort gevallen zijn er in de loop der jaren wel niet genegeerd of afgewezen omdat er ten tijde van dit misbruik geen (tweede) getuige aanwezig was, op het moment dat ‘Broeder Pedo’ zich vergreep aan het kind? Hoeveel slachtoffers hebben wel niet de opdracht gekregen om vooral niet met anderen te spreken over de misdaden die tegen hen werden gepleegd? Hoewel sowieso één slachtoffer al te veel is, hebben we het hier over véél meer dan één.
Zouden we op dit moment dan kunnen zeggen dat ouderlingen of beleidsmakers, die worden beschouwd als steunpilaren binnen de organisatie, dat zij Jehovah daadwerkelijk hebben leren kennen toen zij dit soort grove institutionele onrechtvaardigheid instelden, in de misplaatste overtuiging dat Jehovah’s naam tegen iedere prijs moet worden beschermd tegen smaad? Nu we inmiddels al honderden voorbeelden voorbij hebben zien komen van ouderlingen die het beleid van het Wachttorengenootschap ten uitvoer hebben gebracht, waarbij ze hebben bewezen dat ze niet bereid zijn om ten volste samen te werken met de civiele dienaren die door Jehovah zelf in hun relatieve posities zijn geplaatst, is de spreekwoordelijke knuppel definitief in het hoenderhok geworpen.
Het Wachttorengenootschap voert al tientallen jaren een oorlog tegen slachtoffers van kindermisbruik en beschermt tegelijkertijd seksuele roofdieren tegen een mogelijke strafvervolging. Het Wachttorengenootschap heeft met hun slechte beleid veel meer smaad gebracht op Gods naam dan de seksuele misdaden die zij hebben geprobeerd te verdoezelen. Dit kan niet en mag niet langer zo doorgaan! Jehovah zal dit simpelweg niet toestaan.
De vele uren aan bijbelstudie en het in zich opnemen van kennis hebben niet tot het gewenste resultaat geleid. Jehovah’s Getuigen hebben Jehovah blijkbaar in al die tijd nog steeds niet leren kennen. Ook dat zal binnenkort gaan veranderen.
Leave A Comment