Dagtekst woensdag 23 augustus

Laat mijn gebed zijn als wierook die voor u is bereid. — Ps. 141:2.

Jehovah zal onze aanbidding aanvaarden als we zijn wil doen en hem liefhebben en respecteren. We weten dat hij aanbidding verdient. Daarom willen we hem graag aanbidding geven van de hoogste kwaliteit. Je aanbidt Jehovah onder meer als je tot hem bidt. De Bijbel vergelijkt onze gebeden met de speciaal bereide wierook die in de tabernakel en later in de tempel werd gebrand. Die wierook was aangenaam voor God. Hetzelfde effect hebben je oprechte gebeden op hem. Ze ‘maken hem blij’, ook al gebruik je heel eenvoudige woorden (Spr. 15:8; Deut. 33:10). Het raakt Jehovah’s hart te horen hoe je je liefde en waardering onder woorden brengt. Hij wil dat je met hem deelt wat je bezighoudt, waar je op hoopt en waar je naar verlangt. Zou je er van tevoren goed over na kunnen denken wat je in gebed gaat zeggen? Dat zal je helpen je hemelse Vader de beste ‘wierook’ aan te bieden. w22.03 20 ¶2; 21 ¶7

Jehovah’s Getuigen bevinden zich in een vergelijkbare soort positie als de Israëlieten die uit Egypte kwamen. Jehovah leidde hen en Hij zorgde op wonderbaarlijke wijze voor hen tijdens hun trektocht door de wildernis. Toen ze echter bij de grens van het Beloofde Land aankwamen en Mozes twaalf verspieders vooruit stuurde, één uit elke stam, toen kwamen er vervolgens tien verspieders weer terug met een zorgelijk bericht waaruit bleek dat het land te zwaar versterkt was en dat het land daarnaast ook nog eens bevolkt werd door enorme reuzen. Ondanks het feit dat ze met hun eigen ogen hadden gezien dat God de Rode Zee in tweeën had gespleten en dat God vuur en rook op de berg liet neerdalen, weigerden ze vervolgens toch nog te geloven dat Jehovah de inwoners van Kanaän zou kunnen overwinnen. Het Israëlitische kamp sprak er zelfs over om Kaleb en Jozua te stenigen om vervolgens weer terug te keren naar hun slavernij in Egypte. Jehovah overwoog hen daarop zelfs uit te roeien om daarna uit Mozes weer een compleet nieuwe natie voort te brengen. Mozes kwam echter tussenbeide en hij smeekte God om hen niet te vernietigen. Hij redeneerde dat dit een smaad op de naam van God zou zijn. Jehovah luisterde vervolgens naar de argumenten van Mozes. Ook al sprak Mozes rechtstreeks met Jehovah, zijn tussenkomst kan wel degelijk worden beschouwd als een smeekbede.

wereld van de duivelZoals het er nu voorstaat, hebben Jehovah’s Getuigen Egypte verlaten door geen deel uit te maken van Satans wereld. God heeft ons vervolgens geleid naar de rand van de nieuwe wereld. Maar wat nou als de zaken niet zullen gaan lopen zoals de leiders van de Wachttoren-organisatie hebben voorspeld? Wat nou als blijkt dat bepaalde leiders net als de tien verspieders ontrouw zullen blijken te zijn? Wat nou als blijkt dat er sprake is van reusachtige obstakels die onoverkomelijk lijken? Wat nou als er sprake gaat zijn van hypersonische raketten en andere angstaanjagende schouwspelen, zoals bijvoorbeeld paddenstoelwolken die de hemel verduisteren? Wat nou als broeders zich tegen elkaar zullen gaan keren en de kostbare eenheid van de broederschap daardoor wordt verbroken? Wat nou als het hele systeem ineenstort en dat niets blijkt te gaan zoals het Wachttorengenootschap de Jehovah’s Getuigen heeft doen laten verwachten? Zal uw geloof hierdoor bezwijken? Zult u zichzelf dan wijsmaken dat de verlossing en de nieuwe wereld op dat moment geen reëel scenario meer zal zijn?

Eigenlijk is dit helemaal geen vergezocht scenario. Elke dag komen we steeds dichter bij een wereldschokkende gebeurtenis. Hoewel het Wachttorengenootschap tegenwoordig beweert dat het profetische boek Joël geen moderne vervulling kent, zit het Besturende Lichaam er in deze kwestie volledig naast. De profetie van Joël voorspelt namelijk wel degelijk de ineenstorting van de huidige ‘relatief’ stabiele wereld. Gods wijze raad is dan ook van tevoren voor ons opgetekend: Doe zakken aan en rouw, priesters. Jammer, dienaren van het altaar. Kom binnen en breng de nacht door in zakken, dienaren van mijn God, want graanoffer en drankoffer zijn het huis van jullie God ontzegd. Kondig een vasten af, roep een plechtige vergadering bijeen. Verzamel de oudsten met alle bewoners van het land bij het huis van Jehovah, je God, en roep tot Jehovah om hulp. Wee, want de dag komt! De dag van Jehovah is dichtbij en zal komen als een verwoesting van de Almachtige! (Joël 1:13-15)

U kunt er dan ook vrij zeker van zijn dat de huidige wereld niet zomaar stilletjes en pijnloos ten onder zal gaan. Ook zal het huidige systeem niet zomaar wat blijven aanmodderen. Het is zeer zeker dat Jehovah’s Getuigen niet zomaar gratis en voor niets toegang zullen krijgen tot het paradijs. De dag van Jehovah is namelijk de dag waarop God zichzelf door middel van Christus in al onze menselijke aangelegenheden zal doen laten gelden. Deze gebeurtenis zal dan ook onmogelijk zijn om te negeren en ook zal vanaf dat moment het leven op aarde nooit meer zo worden als het daarvoor was. Ondanks de belachelijke bewering van het Wachttorengenootschap dat er in het verleden al een dag van Jehovah zou hebben plaatsgevonden, betreffen die plaatselijke gebeurtenissen in werkelijkheid slechts een voorafschaduwing van de daadwerkelijke authentieke naderende wereldwijde ramp die er nu heel snel aan zit te komen.

Interessant genoeg zullen de gebeden van de heiligen, die op dat moment geconfronteerd zullen worden met hun eigen vernietiging, niet egoïstisch blijken te zijn, maar net als de smeekbede van Mozes zullen de gebeden van de gezalfde priesters erop gericht zijn dat God zijn naam hooghoudt en dat Hij de daad bij het woord voegt, zodat de mensen op dat moment niet zullen gaan zeggen: “Waar is hun God?”

Lees het anders zelf nog maar een keer in de Bijbel: Blaas op de hoorn in Sion! Kondig een vasten af, roep een plechtige vergadering bijeen. Breng het volk bijeen, heilig de vergadering. Breng de oude mannen samen, verzamel de kinderen en zuigelingen. Laat de bruidegom uit zijn binnenkamer komen en de bruid uit haar bruidsvertrek. Laten de priesters, de dienaren van Jehovah, tussen de voorhal en het altaar huilen en zeggen: “Heb toch medelijden, Jehovah, met uw volk. Maak uw erfdeel niet tot een mikpunt van spot en laat de volken niet over hen heersen. Waarom zouden de volken zeggen: ‘Waar is hun God?” (Joël 2:15-17)