Predik onderweg: ‘Het Koninkrijk van de hemel is nabij.’ — Matth. 10:7.
Toen Jezus op aarde was, gaf hij zijn volgelingen werk te doen dat uit twee delen bestaat. Ten eerste zei hij dat ze het goede nieuws van het Koninkrijk moesten prediken. En hij liet ze zien hoe ze dat moesten doen (Luk. 8:1). Jezus bereidde zijn discipelen onder andere voor op positieve en negatieve reacties op de Koninkrijksboodschap (Luk. 9:2-5). Hij voorspelde ook de omvang van het werk toen hij zei dat zijn volgelingen tot ‘alle volken’ zouden prediken (Matth. 24:14; Hand. 1:8). Het tweede dat Jezus zijn volgelingen opdroeg, was dat ze mensen moesten leren wat hij allemaal had geboden. Hij gaf aan dat dit belangrijke werk zou doorgaan tot onze tijd, ‘tot het einde van het tijdperk’ (Matth. 28:18-20). En toen hij aan Johannes de openbaring gaf, maakte hij duidelijk dat hij van al zijn discipelen verwacht dat ze eraan meehelpen mensen over Jehovah te leren (Openb. 22:17). w21.07 2-3 ¶3-4
Is het voor iemand mogelijk om “te” vertrouwd te raken met de Heilige Schrift? Ik geloof namelijk dat dit zeker het geval zou kunnen zijn. Althans, in die mate dat wanneer we dezelfde verzen keer op keer horen of lezen zonder dat we enig nieuw inzicht of begrip verkrijgen en zonder dat er nieuwe discussies uit voortvloeien van welke aard dan ook, dan verdoezelt onze geest simpelweg datgene wat we denken te weten, waardoor we zelfs niet eens meer in staat zouden kunnen zijn om het meest voor de hand liggende op te kunnen merken, waardoor we essentiële zaken dus over het hoofd zouden kunnen gaan zien. Het is dan ook precies zoals de geïnspireerde apostel ooit zei: “Als iemand denkt iets te weten, kent hij het nog niet zoals hij het zou moeten kennen.“ (1 Korinthiërs 8:2)
Ten eerste prediken Jehovah’s Getuigen niet dezelfde boodschap als die Jezus zijn discipelen opdroeg. Ze predikten toen namelijk dat het Koninkrijk der hemelen nabij was gekomen. Het Koninkrijk der hemelen was nabij gekomen omdat de aangewezen koning van het Koninkrijk daar hoogstpersoonlijk zelf aanwezig was terwijl hij ook nog anderen uitnodigde om zich bij hem aan te sluiten in zijn Koninkrijk. De boodschap van het Wachttorengenootschap klinkt echter anders. Het Wachttorengenootschap verkondigt namelijk dat het Koninkrijk op dit moment al zou zijn opgericht. Op de voorpagina van elk Wachttoren-tijdschrift staat daarom ook niet voor niets de gewaagde ondertitel “Aankondiger van Jehovah’s Koninkrijk”. Maar wanneer zou dit Koninkrijk dan precies zijn opgericht? Jehovah’s Getuigen zullen op die vraag in koor antwoorden: “In het jaar 1914 natuurlijk!”
De realiteit omtrent de tweede komst van Christus wordt door de Jehovah’s Getuigen beschouwd als een onbetwist en voldongen feit. Het wordt door de Jehovah’s Getuigen verklaard in de vorm van een simpele wiskundige algebra-les: 3,5=1.260, dus maal 7 staat gelijk aan 2.520. Een dag voor een jaar, een dag voor een jaar… 607+2520 dagen. En hoppa! Daar hebben we dan 1914!
Er is alleen nog een kanttekening: het Wachttorengenootschap is heel erg terughoudend om te verwijzen naar het jaar 1914 als zijnde het jaar van de Tweede Komst van Christus, om de simpele reden dat degenen die niet grondig door het Wachttorengenootschap zijn geïndoctrineerd, een dergelijke bewering ongetwijfeld volkomen belachelijk zouden vinden. Toch is het zo. Het Wachttorengenootschap beweert dat de Tweede Komst van Jezus Christus inmiddels al 109 jaar geleden zou hebben plaatsgevonden. Het had net zo goed het jaar 1913 of 1928 of 1952 of 2001 kunnen zijn geweest, om de simpele reden dat een onzichtbare parousia (Tweede Komst van Christus) altijd en overal door iedereen kan worden verkondigd, net zoals dat er ook mensen zijn die roepen dat er hier en daar onzichtbare roze eenhoorns bestaan. Kijk… Er bestaat namelijk echt zoiets als een onzichtbare roze eenhoorn! Zie je ze dan echt niet?
Zo vaak als het Wachttorengenootschap zichzelf maar blijft herhalen, zo blijf ik dat ook doen. Ik zal het dus nog maar een keer zeggen: Ik weet dat ik het in dezen bij het juiste eind heb omdat het Wachttorengenootschap, hoe vaak ze het ook blijven proberen, de realiteit niet kan controleren. Het enige wat ze kunnen doen is hun eigen draai geven aan de dingen. Uiteindelijk zal echter gaan blijken dat ze de controle zullen verliezen en dat alles uit de hand zal gaan lopen. Ik heb het hier dan over de onvermijdelijkheid van een aankomende oorlog; een oorlog op een gigantische schaal. Een Wereldoorlog. Een wereldwijde oorlog die gepaard zal gaan met enorme voedseltekorten, pandemieën en grote aardbevingen die qua reikwijdte en omvang de wereldoorlogen uit het verleden met vlag en wimpel zullen gaan overtreffen. Het Wachttorengenootschap blijft tot de dag van vandaag maar volhouden dat er onmogelijk nog een nieuwe (derde) wereldoorlog zou kunnen gaan uitbreken in de nabije toekomst.
Lees nu vervolgens eens het commentaar van het Wachttorengenootschap op de dagtekst van vandaag. Beproef dit commentaar en test uzelf eens of u kunt zien of er bij u sprake is van een overmatige vertrouwdheid die ertoe leidt dat u over datgene heen leest wat Jezus daadwerkelijk zei. Kort voor zijn vertrek vertelde Jezus namelijk tegen zijn discipel dat hij alle dagen met hen zou zijn tot het einde van het tijdperk oftewel het samenstel. Als voegwoord of voorzetsel betekent het woord “tot” tot aan een bepaald moment. Wanneer een ouder namelijk tegen een kind zegt ‘Ga in deze stoel zitten tot ik terugkom’, dan weet het kind ook dat zodra de ouder terugkomt, dat hij of zij vanaf dat moment niet meer in de stoel hoeft te blijven zitten. Op vergelijkbare wijze is het ook zo dat wanneer Jezus verklaart dat hij alle dagen voorafgaand aan het besluit bij zijn discipel is, dat in dat geval ook de periode van het besluit iets heel anders omvat dan wat zich vóór dat moment afspeelde. In werkelijkheid zei Jezus niet dat het goede nieuws tijdens het besluit, oftewel tijdens het einde van het tijdperk zal worden gepredikt. Dat betreft namelijk een illusie of waanidee die Jehovah’s Getuigen omarmen als absolute waarheid. Ook de christenen uit de eerste-eeuw hadden zo hun eigen waanideeën. Zij veronderstelden namelijk dat het Koninkrijk zich al onmiddellijk in hun tijd zou gaan openbaren. In werkelijkheid verklaarde Jezus dat het goede nieuws gepredikt zal worden vóórdat het einde begint. “Ook moet eerst tot alle volken het goede nieuws worden gepredikt.” (Markus 13:10)
Maar wat zal er dan tijdens het besluit gaan gebeuren, nadat de periode van prediking en de periode van het maken van nieuwe discipelen tot een einde zal zijn gekomen? Jezus legt uit: “En jullie, let goed op jezelf. Mensen zullen jullie aan rechtbanken overleveren, en jullie zullen geslagen worden in synagogen en voor bestuurders en koningen terechtstaan ter wille van mij, als een getuigenis voor hen. Ook moet eerst tot alle volken het goede nieuws worden gepredikt. Wanneer ze je komen halen om je over te leveren, maak je dan van tevoren geen zorgen over wat je moet zeggen, maar zeg wat je op dat moment wordt ingegeven. Want wat je zegt, komt niet uit jezelf, maar het is de heilige geest die spreekt. Ook zal de ene broer de andere overleveren om gedood te worden, en een vader zijn kind, en kinderen zullen zich tegen hun ouders keren en hen laten doden. En jullie zullen vanwege mijn naam door alle mensen worden gehaat. Maar wie volhardt tot het einde zal worden gered.” (Markus 13:9-13)
Extra bijlage zondag 6 augustus 2023 – Het goede nieuws moet eerst worden gepredikt
Het Hooglied (lied van Salomo) betreft een beetje een vreemde vogel. Het is namelijk geen profetie. Ook betreft het geen geschiedenis. Het omvat zelfs geen geestige stukjes wijsheid. Het betreft enkel maar een verhaal. Een liefdesverhaal. En daarnaast betreft het ook nog één boek uit de verzameling van 66 boeken waaruit de Bijbel bestaat. Maar hoezo dan? Het verhaal gaat over de koning die zijn oog had laten vallen op een zeker Sulammitisch meisje met de bedoeling om haar toe te voegen aan zijn bestaande harem. Echter had de Sulammitische maagd geen interesse in de verleiding door de koning. In plaats daarvan was ze smoorverliefd op een herder. Ze was dus voor geen enkele prijs te koop.
Het is een ingewikkeld verhaal om te volgen, omdat in tegenstelling tot moderne verhalen en theaterstukken, het Hooglied niet identificeert wie er hier precies aan het woord is. Het kan dus een beetje verwarrend overkomen. Het Wachttorengenootschap helpt de lezer bij het kunnen bepalen wie wat zegt.
Hoewel het Wachttorengenootschap de type/antitype-benadering van bijbelse interpretatie onlangs overboord heeft gegooid, hebben Jehovah’s Getuigen altijd geloofd dat het Sulammitische meisje het gezalfde overblijfsel vertegenwoordigt. Er is zelfs een lied dat door de Jehovah’s Getuigen wordt gezongen tijdens de gedachtenisviering, dat is gebaseerd op de liefde van het meisje voor haar herdersjongen.
Ik neem ook aan dat het gezalfde overblijfsel hierin het tegenbeeld vertegenwoordigt. Maar laten we nu eens een stap verder gaan. Hoe zit het dan met Salomo? Wat voor profetische schaduw werpt hij eigenlijk op? Salomo was de koning van Gods typische koninkrijk. Hij noemt zichzelf de ‘bijeenbrenger’. Dat is interessant, want dat is Jezus namelijk ook, een bijeenbrenger. Salomo was naast het Hooglied ook nog de schrijver van de meeste Spreuken en Prediker. Daarnaast werd hij op een gegeven moment ook nog een afvallige en hij richtte afgodsbeelden op voor zijn honderden buitenlandse vrouwen.
Maar hoe zit het nu met het verhaal van de 10 maagden? Toen midden in de nacht de aankondiging kwam om naar buiten te gaan om de bruidegom te ontmoeten, moesten de maagden alles achter zich laten en mochten ze daarna ook niet meer terugkeren. Wanneer Christus daadwerkelijk komt, zullen de geroepenen de organisatie moeten verlaten om zo de Heer buiten het huis tegemoet te kunnen treden.
Salomo vertegenwoordigt daarom de hedendaagse organisatie die Christus niet zal accepteren op het moment dat Jezus daadwerkelijk als een dief in de nacht terugkeert en ook zal hij dan proberen om de uitverkorenen te misleiden, indien dat mogelijk zou zijn.
Opmerking van de vertaler: In de meest recente Nieuwe Wereldvertaling staat er in Mattheüs 24:24: “Want er zullen valse christussen en valse profeten verschijnen, die grote tekenen en wonderen zullen doen in een poging zelfs de uitverkorenen te misleiden.”
In de 2004-uitgave van de Nieuwe Wereldvertaling staat het anders. Daar lezen we: “Want er zullen valse christussen en valse profeten opstaan, die grote tekenen en wonderen zullen doen ten einde, indien mogelijk, zelfs de uitverkorenen te misleiden.”
Leave A Comment