Opmerking van de vertaler: Op het moment van schrijven is de dagtekst van zaterdag 16 juli 2016 helaas niet meer terug te vinden op jw.org en ook niet in de Online Bibliotheek van het genootschap. Op dit moment gaat het archief van de dagtekst op jw.org terug tot 2017. Ik heb als vertaler daarom ook geen andere optie dan de oorspronkelijk beschikbare Engelse tekst zo nauwkeurig mogelijk te vertalen naar het Nederlands.


Dagtekst zaterdag 16 juli

Maar Noach had Jehovah’s gunst. Gen. 6:8.

Noach “was een rechtvaardig man” die bewees dat hij zich “onberispelijk gedroeg onder de mensen van zijn tijd.” Omdat ‘Noach met de ware God wandelde’, gaf Jehovah hem de opdracht om een enorme ark te bouwen. Het ontwerp van deze ark was zeer geschikt voor het behoud van het leven van mens en dier. Gehoorzaam „deed Noach alles wat Jehovah hem had opgedragen”, en met de medewerking van zijn familie voltooide hij de bouwwerkzaamheden op een georganiseerde wijze. Nadat de levende wezens in de ark waren ondergebracht, “sloot Jehovah de deur.” In 2370 v.Chr. toen de Vloed kwam, “vaagde Jehovah alle levende wezens van de oppervlakte van de aarde weg”, maar hij hield Noach en zijn gezin veilig in de ark. Ieder mens die tegenwoordig op aarde leeft, is een afstammeling van Noach, zijn zonen en hun vrouwen. Maar alle ontrouwe mensen buiten de ark kwamen om het leven omdat ze hadden geweigerd te luisteren naar Noach, “een prediker van rechtvaardigheid”.

COMMENTAAR

Al meer dan 75 jaar lang geloven Jehovah’s Getuigen dat het Wachttorengenootschap de moderne ark van redding is. Niemand zal het komende einde van de wereld overleven tenzij ze een goede reputatie hebben binnen de organisatie. Hier volgen een aantal citaten uit verschillende Wachttoren-publicaties die door de jaren heen zijn verschenen.

“De ark der redding die wij binnengaan, is geen letterlijke ark, doch is Gods organisatie”; w50 15/8 blz. 262

“Net als Noach en zijn godvrezende gezin voor redding afhankelijk waren van de ark, zo zijn afzonderlijke personen in deze tijd voor redding afhankelijk van hun geloof en hun loyale omgang met het aardse deel van Jehovah’s universele organisatie.” W06 15/5 blz. 21-25

“Maar wat valt er over het rijk der mensheid te zeggen? Welnu, de vloed in Noachs tijd maakte een eind aan alle antediluviaanse organisaties die er eventueel op aarde bestonden — met uitzondering van één organisatie. Noach en de zeven anderen die de Vloed overleefden, kwamen als een gezinsorganisatie uit de ark te voorschijn.” W84 15/10 blz. 10-15

“Elk lid van die organisatie hield er gelijke tred mee door dit nieuwe soort van werk te aanvaarden. Niemand werd ontevreden over deze verandering in werk en hield zich er afzijdig van. Die organisatie werd er zelfs van tevoren over ingelicht wanneer de Vloed zou beginnen en hoe lang het neerstorten van het water zou duren. Alle acht leden moesten dicht bij de organisatie blijven en er gelijke tred mee houden ten einde met haar in de ark bewaring te vinden.” W65 1/11 blz. 648-654

Maar wat is dan precies de bijbelse basis voor de aanname dat de Wachttoren-organisatie de geestelijke ark van redding zou zijn? Eén aspect betreft de stellige overtuiging dat het Koninkrijk in het jaar 1914 over de wereld begon te regeren, waarbij er ook wordt aangenomen dat de Wachttoren-organisatie het aardse deel van dat Koninkrijk zou zijn.

De primaire Schriftuurlijke ondersteuning voor deze bewering valt terug te vinden in 1 Petrus 3:21. Na verwezen te hebben naar de overlevenden van de zondvloed verklaarde Petrus daar het volgende: De doop, die daarmee overeenkomt, is wat jullie nu redt (niet door het verwijderen van het vuil van het vlees, maar door het verzoek aan God om een goed geweten), dankzij de opstanding van Jezus Christus.

Het is dus de doop, de volledige onderdompeling in water in combinatie met het geloof in de opstanding van Christus wat volgens Petrus overeenkomt met de ark. Het moge dan ook duidelijk zijn dat die christenen in de eerste eeuw geen deel uitmaakten van het Wachttorengenootschap, noch geloofden ze dat Christus toen al was begonnen met zijn heerschappij over de wereld. Ondanks dat, bevonden die gelovigen zich volgens de apostel wel degelijk in de anti-typische ark van redding. Aan de andere kant is het ook zo dat die oorspronkelijke christenen het einde van de wereld niet hebben meegemaakt, wat correspondeert met de daadwerkelijke zondvloed.

Om de zaken daarnaast nog ingewikkelder te maken en het onderscheid tussen de christelijke doop nog verder te vervagen, is er gedurende de afgelopen 30 jaar van elke persoon die door Jehovah’s Getuigen is gedoopt, gevraagd om met luide stem een gelofte uit te spreken waarin wordt erkend dat hun doop hen “associeert met Gods door de geest geleide organisatie”.

Opmerking van de Nederlandse vertaler: Enkele jaren geleden heeft het Wachttorengenootschap om onbekende reden de betreffende doopvraag gewijzigd. Het genootschap heeft het gedeelte waarin staat “door de geest geleide” verwijderd. Tegenwoordig staat er in de doopgelofte alleen nog maar “Gods organisatie” in plaats van “door de geest geleide organisatie”.

Er bestaat veel bewijs dat aantoont dat christenen in de eerste eeuw zowel individueel als collectief door heilige geest werden geleid. Echter bestaat er geen enkel bijbels verslag dat aantoont dat er ooit op enig moment van hen werd verlangd dat ze publiekelijk een gelofte dienden af te leggen waarin ze beloofden dat hun doop hen associeert met een organisatie. Dus waarom is dat tegenwoordig dan wel het geval? Waarom wordt er hier specifiek de nadruk gelegd op het belang van deze organisatie? Het antwoord op deze vraag is verontrustend te noemen.

20 Is het niet altijd hetzelfde geweest? Afgescheiden van Noach en zijn door God goedgekeurde gezin, dat voor het bouwen van de ark van bevrijding was georganiseerd, was er geen bevrijding…21 Zo is het ook in deze voleinding van het samenstel van dingen, de thans nabije vernietiging van een wereld. Het goede nieuws van de Koninkrijksregeling voor bevrijding wordt door Jehovah’s zichtbare organisatie gepredikt en door middel van de organisatie is er een wonderbaarlijk volledig begrip van Jehovah’s regeling voor bevrijding gekomen. W53 15/4 blz. 117-123

Hoewel het bovenstaande citaat meer dan 60 jaar geleden is geschreven, lijdt het geen twijfel dat Jehovah’s Getuigen grondig zijn ingeprent met de leer dat de organisatie “een volledig begrip” heeft gegeven omtrent alles wat Jehovah’s Getuigen over de waarheid dienen te weten.

Maar zoals de wat oudere lezers van deze website heel goed weten, is de 1914-doctrine van het Wachttorengenootschap gebaseerd op niets minder dan een enorme leugen. Helaas is er ook geen beleefdere manier om dit anders te formuleren. Jezus kwam niet in het jaar 1914, noch begon zijn Koninkrijk vanaf dat jaar over de wereld te regeren. Wanneer we weten dat dit feitelijk zo is dan kunnen we ook geen andere conclusie trekken dan dat de stelling van het Wachttorengenootschap, dat ze de Jehovah’s Getuigen een volledig begrip hebben gegeven, niets minder betekent dan een cynische minachting voor de waarheid en voor Christus zelf, die de Waarheid is.

Maar indien het Wachttorengenootschap niet de speciale ark van redding is, waarom beweert het Wachttorengenootschap dit dan wel te zijn? En welke hoop is er dan voor de Jehovah’s Getuigen die opereren in de waanveronderstelling dat het Wachttorengenootschap wél de ark van redding zou zijn?

Ironisch genoeg spreken de bijbelse profetieën over de tijd die onmiddellijk voorafgaat aan de authentieke komst van Christus. Een tijd waarin mannen die autoriteit uitoefenen over Gods volk zullen beweren dat zij een speciale schuilplaats bieden voor de aankomende vloedgolf van Gods verontwaardiging.

In het profetische 28ste hoofdstuk van Jesaja richt Jehovah zich specifiek tot de opscheppers, de geestelijk dronken profeten en priesters die over zijn volk in „Jeruzalem” heersen, en Jehovah zegt tot hen: want jullie zeggen: ‘We hebben een verbond gesloten met de Dood, met het Graf zijn we een overeenkomst aangegaan. Als de kolkende stortvloed voorbijkomt, zal die ons niet treffen, want we houden ons schuil in een leugen en we verbergen ons in bedrog. (Jesaja 28:15)

Om de setting vast te kunnen stellen met betrekking tot de vervulling van deze buitengewone profetie, verklaart het volgende vers: De Soevereine Heer Jehovah zegt daarom: ‘Kijk! Ik leg in Sion een beproefde steen als fundament, de kostbare hoeksteen van een stevig fundament. Wie gelooft, zal nooit in paniek raken.” (Jesaja 28:16)

hoeksteenDeze hoeksteen is natuurlijk niemand minder dan Jezus Christus. Hij werd de hoeksteen van Gods figuurlijke tempel in het hemelse Sion toen hij werd gedoopt en gezalfd als de Messias. In de context van Jesaja wordt echter gesteld dat deze hoeksteen wordt gelegd in de periode van de uiting van Gods woede, welke wordt vergeleken met een stortvloed. Het leggen van de “beproefde steen” staat dus in relatie tot de daadwerkelijke en authentieke komst van het Koninkrijk.

Aan de ene kant zien we dus de priesters en profeten die beweren dat ze een geheime schuilplaats bieden dat los staat van het ‘stevige fundament’. Aan de andere kant lezen we in de bijbel dat er dus ook mensen zullen zijn die hun vertrouwen zullen stellen in de “beproefde steen” en die niet in paniek zullen raken.

Deze valse schuilplaats betreft dus hetzelfde als de “bedrieglijke invloed“, het werk van Satan, namelijk de leugen die God toelaat zodat diegenen misleid zullen worden die de liefde voor de waarheid niet aanvaarden. Zodra de authentieke parousia zal beginnen, oftewel de Tweede Komst van Christus, dan zal blijken dat de Wachttoren-organisatie geen schuilplaats zal zijn. Sterker nog: De Wachttoren-organisatie zal op dat moment een dodelijke valstrik blijken te zijn voor degenen die zich er wanhopig aan vast zullen blijven klampen.

En wat zal er gaan gebeuren met de valse ark van redding? De profetie vervolgt: Ik zal het recht gebruiken als meetlint en rechtvaardigheid als schietlood. De hagel zal de toevlucht van leugens wegvagen en het water zal de schuilplaats wegspoelen. Jullie verbond met de Dood zal verbroken worden en jullie overeenkomst met het Graf zal niet standhouden. Als de kolkende stortvloed voorbijkomt, zullen jullie erdoor bedolven worden. Zo vaak als hij voorbijkomt, zal hij jullie wegspoelen. Morgen na morgen zal hij voorbijkomen, dag en nacht. Alleen door angst zullen ze begrijpen wat ze hebben gehoord. (Jesaja 28:17-19)