Jehovah God heeft een voornemen en Jehovah’s Getuigen bezitten het voorrecht om daar kennis van te hebben – althans de grote lijnen ervan; zij het dat de nabije toekomst een andere kwestie omvat, waar dit artikel dieper op ingaat.

Jehovah’s voornemen voor de eeuwigheid is even eenvoudig als diepgaand. Het goddelijke voornemen draait om Jezus. Dit betreft geen openbaring. Behalve dan dat dit verder gaat dan alleen Christus. Jehovah heeft zich namelijk voorgenomen om 144.000 zonen uit de stervende mensheid te adopteren en hun dezelfde heerlijkheid te schenken die Jezus op dit moment ook bezit. Dat betekent feitelijk onsterfelijkheid – het bezitten van leven in jezelf. Hetzelfde soort leven die de Levengever zelf ook bezit. Daarnaast bezit geen van de heilige engelen zelfs maar leven in zichzelf.

Satan heeft sluwe plannen gesmeed om daarmee te proberen Gods grootheid te verminderen door de leugen te bevorderen dat mensen een eeuwige en onsterfelijke ziel zouden bezitten die op geen enkele manier zou kunnen verdwijnen. Zijn verraderlijke bedrog wordt hartelijk omarmd door honderden miljoenen mensen op aarde die zichzelf christen noemen. Ze stellen namelijk geloof in de door demonen geïnspireerde mythe dat alle gelovigen naar de hemel zouden gaan en dat de goddelozen voor eeuwig zullen worden gemarteld in een onderaardse vlammenzee.

Nogmaals, Jehovah’s Getuigen bezitten het voorrecht om de waarheid over deze zaken te kennen; de waarheid over Gods voornemen om het paradijs en het volmaakte menselijke leven dat vroeger kortstondig in de tuin van Eden bestond, opnieuw te creëren. Alleen zal het paradijs van de nabije toekomst in tegenstelling tot het paradijs uit Genesis wel de gehele aarde bestrijken. We weten daarnaast ook dat God zonder enige twijfel voornemens is om de miljarden mensen die in het verleden hebben geleefd en zijn gestorven, weer tot leven te wekken. Dit staat ook wel bekend als de opstanding. Zij die geroepen en gekozen zijn om met Christus in de hemel te zijn, zijn allen voorbestemd om 1000 jaar over de aarde te mogen regeren. Ze maakten ooit deel uit van het stervende menselijke ras en zij zullen in de nabije toekomst de perfecte koningen en priesters zijn die de mensheid richting het eeuwige leven in het paradijs zullen gaan leiden.

In tegenstelling tot wat het Wachttorengenootschap op dit moment leert, zijn de meeste van deze toekomstige koningen en priesters inmiddels zelf gestorven en slapen ze momenteel nog in de dood, zoals de Bijbel dit verwoordt. Ze wachten in stilte op de opwekkende wake-up call die zal plaatsvinden zodra Christus terugkeert met een bevelende roep, met de stem van een aartsengel en met Gods trompet, en dan zullen eerst de gestorven volgelingen van Christus opstaan.” (1 Thessalonicenzen 4:16)

Het 20ste hoofdstuk van Openbaring bevestigt dat degenen die de eerste opstanding zullen ontvangen, onsterfelijk zullen zijn – wat betekent dat het voor hen onmogelijk zal zijn om ooit te worden gedood of te sterven.

De reden dat Jehovah zoiets ongelooflijks heeft beoogd als het geven van onsterfelijk leven aan enkele uitverkoren aardbewoners, is omdat een zeer hoogmoedige engel God er publiekelijk van beschuldigde dat Hij op zelfzuchtige wijze iets voor zichzelf zou achterhouden. Deze engel, tegenwoordig bekend als Satan en Duivel – de vader van de leugen – belasterde de Almachtige en beweerde dat God zijn eigen schepping niet toevertrouwde om voor zichzelf te kunnen beslissen wat goed en wat slecht is. (Blijkbaar was de eerstgeborene van de hele schepping al begiftigd met het voorrecht om goed en kwaad te kennen, want nadat Adam en Eva van de verboden vrucht hadden gegeten, zei God: De mens is nu als een van ons geworden als het gaat om de kennis van goed en kwaad. (Genesis 3:22))

Ondanks al de schijnbare pracht van deze cherub had Satan klaarblijkelijk geen rekening gehouden met de diepte van Gods liefde voor Zijn eigen zoon, noch met de omvang van de liefde van Christus voor zijn Vader. Omdat Jezus in levende lijve had aangetoond dat zijn toewijding aan de Vader onbreekbaar was, zelfs in het aangezicht van de meest gruwelijke dood die men zich maar zou kunnen voorstellen, beloonde God Jezus met onsterfelijkheid. Jezus was op dat moment ook de eerste die werd begiftigd met onverwoestbaarheid. Degenen die zullen worden getransformeerd naar het beeld van Gods eerstgeboren zoon, zullen uiteindelijk ook dezelfde standvastige loyaliteit jegens Jehovah in zich hebben; maar in tegenstelling tot Jezus, zal voor het bereiken van zo’n volmaaktheid wel eerst een harttransplantatie nodig zijn. God verklaart dit door middel van de volgende woorden: Ik zal ze een verenigd hart geven en ik zal een nieuwe geest in ze leggen. Ik zal het hart van steen uit hun lichaam verwijderen en ze een hart van vlees geven, zodat ze mijn voorschriften en bepalingen naleven en die gehoorzamen. Dan zullen ze mijn volk zijn en zal ik hun God zijn. (Ezechiël 11:19-20)

Zoals eerder ook al werd vermeld; terwijl de meerderheid van de 144.000 op dit moment al is gekozen en is gestorven en tot op dit moment nog steeds in de greep van de dood verblijft, hoe zit het dan met degenen die in leven zullen zijn wanneer de Zoon van God terugkeert? Paulus verklaarde over hen: Daarna zullen wij die nog in leven zijn samen met hen in wolken worden weggerukt, de Heer tegemoet in de lucht. Zo zullen we altijd bij de Heer zijn. (1 Thessalonicenzen 4:17)

Paulus zinspeelde hier ongetwijfeld op de hemelvaart van Jezus toen hij in de wolken werd opgenomen en uit het zicht van de mensen verdween. Hoewel Jezus lichamelijk opsteeg, was dat alleen maar ten behoeve van zijn geestelijk zwakke discipelen die vanaf de aardbodem met open mond toekeken. Nadat hij echter 40 dagen voor zijn hemelvaart weer tot leven was gewekt, was Jezus op dat moment al geen mens meer. De waarde van zijn eerdere menselijke leven was op dat moment al opgeofferd aan Jehovah God. Jezus werd opgewekt als een geest en hij materialiseerde daarna alleen nog in verschillende lichamen om zodoende zijn twijfelende discipelen ervan te overtuigen dat hij ook echt daadwerkelijk was opgewekt uit de dood.

Dus, in tegenstelling tot de achtergebleven rapturisten, zullen fysieke lichamen vóór de verdrukking niet van de aarde worden weggenomen en zullen ze ook niet naar de hemel opstijgen. Nee, alle christenen die dan op aarde in leven zullen zijn, zullen worden onderworpen aan het vuur van de verdrukking. Degenen die de Heer in de lucht zullen gaan ontmoeten, zullen dat pas gaan doen na de verdrukking – nadat ze zijn gedood omdat ze getuigen zijn geweest van de dan zichtbare tegenwoordigheid van Christus. Op dat moment, zodra elk van hen hun ogen zullen hebben gesloten in de dood, zullen zij vervolgens in een oogwenk worden getransformeerd in onsterfelijke geestelijke wezens en zullen zij worden verenigd met Jezus in het Koninkrijk van God. Dit betreft dan ook een nieuwe schepping.

Het 30ste hoofdstuk van Jeremia lijkt op het eerste oog misschien niet op een deel van de Bijbel dat veel relevantie heeft in termen van de terugkeer van Jezus en de vervulling van Gods voornemen. Maar toch is dat niet zo! Overweeg daarom alstublieft het tijdsbestek, dat wordt geopenbaard in het afsluitende vers: Kijk, een storm van Jehovah zal vol woede losbarsten, een razende wervelstorm die neerkomt op het hoofd van slechte mensen. De brandende woede van Jehovah zal zich niet afwenden, tot hij heeft uitgevoerd en gerealiseerd wat hij zich in zijn hart had voorgenomen. Aan het einde van de dagen zullen jullie dat begrijpen.” (Jeremia 30:23,24)

Het einde van de dagen betreft dezelfde periode die in de Bijbel alternatief wordt aangeduid als “de tijd van het einde” en als “het einde van het samenstel/tijdperk”. Nogmaals, in tegenstelling tot de kerndoctrine van het Wachttorengenootschap is de tijd van het einde, oftewel het laatste deel der dagen op dit moment nog steeds niet begonnen. Het is dan ook onnodig om te moeten vermelden dat er op dit ogenblik nog steeds geen vernietigende storm heeft plaatsgevonden die alle goddelozen heeft weggevaagd. En nee, deze “storm” betreft niet Armageddon.

Gezien het feit dat deze profetie is gericht aan Israël en Juda en deze is bestemd voor het einde der dagen, kan de vervulling van deze profetie dus ook onmogelijk worden toegepast op datgene wat tegenwoordig bekend staat als de moderne staat Israël. Evangelische “theologen” hebben een woordspeling bedacht om daarmee hun politieke zionisme te ondersteunen, bewerende dat Jehovah’s Getuigen voor zichzelf een “vervangingstheologie” hebben aangenomen, alsof het niet heel erg duidelijk in de Schrift zou staan dat het christendom dient als de vervanging van Israël met betrekking tot Gods eeuwigdurende voornemen. Er is namelijk een reden waarom Jezus 12 apostelen uitkoos; uiteraard om overeen te komen met de 12 stammen van Israël. Daarom begroet de brief van Jakobus deze gezalfde christenen door naar hen te verwijzen als zijnde “de 12 stammen die overal verspreid zijn”. Daarnaast sprak ook de apostel Paulus over gezalfde christenen, met inbegrip van zelfs niet-joodse volken uit de natiën, als zijnde „het Israël van God”. En natuurlijk laat ook het boek Openbaring duidelijk zien dat de 144.000 uit de 12 stammen van Israël worden genomen – 12.000 uit elke stam. Hieruit kunnen we dus opmaken dat de woorden van Jeremia die worden gericht tot Israël en Juda tijdens het laatste deel van de dagen in werkelijkheid van toepassing zijn op de organisatie van Christus.

Dit zegt Jehovah: ‘We horen het geluid van paniek, er is angst, geen vrede. Vraag alsjeblieft: kan een man baren? Waarom zie ik dan elke sterke man met zijn handen op zijn buik als een vrouw die aan het bevallen is? Waarom is elk gezicht bleek weggetrokken? Ach, wat een verschrikkelijke dag, met geen andere te vergelijken, een tijd van ellende voor Jakob. Maar hij zal eruit gered worden. (Jeremia 30:5-7)

Het is inderdaad een hele interessante retorische vraag. Kan een man baren? Sommige marxisten binnen de westerse wereld beweren dat mannen kunnen baren. Dit lijkt dan ook op een vastberaden aanval op de eenvoudige waarheid van de Bijbel, dat God hen namelijk had geschapen als man en als vrouw. Natuurlijk weten we heel goed dat mannen niet in staat zijn om te kunnen bevallen van een kind. Overigens doen de sociale ingenieurs van het Britse Imperium dat ook. En dat geldt uiteraard ook voor God. Het lijkt er dan ook op alsof God hen vanuit de verre oudheid bespot. Hoe dan ook…

(Helaas gebruikt de laatste herziening van de Nieuwe-Wereldvertaling op onverklaarbare wijze het woord “buik” in het bovengenoemde citaat uit Jeremia 30:5-7. De buik betreft een inwendig orgaan dat deel uitmaakt van het spijsverteringskanaal. Het Hebreeuwse woord wordt meestal vertaald als ‘lendenen’. Lendenen of onderlijf genieten hier de voorkeur in plaats van het woord “buik”.)

Opmerking van de Nederlandse vertaler: In de 2004-uitgave van de Nieuwe Wereldvertaling werd nog wel het treffende woord “lendenen” gebruikt. (zie Jeremia 30:6 in de 2004-uitgave)

Echter betreft het punt waar het hier om gaat het volgende: “Waarom is elk gezicht bleek weggetrokken?” Op welk punt verschilt deze vreselijke dag dan van alle andere rampen uit de geschiedenis? De andere profeten schreven ook over dit fenomeen. De profeet Joël verklaart bijvoorbeeld het volgende: Door hen zullen volken beven van angst. Alle gezichten zullen verschieten van kleur. (Joël 2:6)

Jesaja spreekt daarnaast over een soort angst als in knikkende knieën en vergelijkt het met de pijn van een vrouw die aan het bevallen is: Daarom zullen alle handen slap hangen en ieders hart zal verlamd raken van angst. De mensen zijn in paniek. Ze worden overvallen door kramp en pijn zoals een vrouw die weeën heeft. Geschokt kijken ze elkaar aan, de angst laat hun gezichten gloeien. (Jesaja 13:7-8)

Jezus is de belangrijkste profeet. Hij voorspelde dat de mensen zouden bezwijken van angst, bang voor de dingen die over de hele bewoonde aarde zouden komen. En wat komt er dan precies over de hele aarde? Een wereldwijde ramp met een hevigheid die de mensheid nog nooit eerder heeft meegemaakt – ook wel bekend als de grote nucleaire oorlogverdrukking. Volgens Christus zal het een tijd van ellende zijn die niet valt te vergelijken met andere rampen uit het verleden. Ook zal deze verdrukking daarna nooit meer voorkomen. Jezus vervolgde: Als die tijd niet zou worden verkort, zou niemand worden gered. Maar ter wille van de uitverkorenen zal die tijd worden verkort(Mattheüs 24:22)

Deze verschrikkelijke dag van ellende voor Jakob betreft dus de grote verdrukking. (Jakob was de kleinzoon van Abraham en Jehovah veranderde zijn naam in Israël; omgekeerd staat de natie die uit Israël afstamde ook bekend onder de oorspronkelijke naam van deze patriarch: Jakob. Hoewel de Nieuwe-Wereldvertaling de uitdrukking niet gebruikt, gebruiken oudere vertalingen de term “Jakobs benauwdheid”.

Net zoals Jezus ons verzekerde dat de verdrukking zal worden verkort omwille van de redding van de uitverkorenen evenals anderen van vlees en bloed die levend uit de verdrukking zullen komen onder Gods beschermende schild, zo verklaart Jeremia dat Jakob “eruit zal worden gered” (Jeremia 30:7).

Net zoals het feit dat de evangelicalen hun eigen opname-fictie hebben, zo opereren ook Jehovah’s Getuigen onder een waanidee. In sommige opzichten is het door het Wachttorengenootschap opgelegde waanidee zelfs nog krachtiger dan het waanidee van de evangelicalen. Jehovah’s Getuigen geloven namelijk dat zij slechts ijdele toeschouwers zullen zijn zodra de grote verdrukking over Babylon de Grote komt. De kern van hun eigen waanidee betreft het grote fantasieverhaal dat Christus al in het jaar 1914 zou zijn begonnen aan een veronderstelde onzichtbare aanwezigheid. Terugkomend op het 30ste hoofdstuk van Jeremia: En op die dag’, verklaart Jehovah van de legermachten, ‘zal ik het juk van je nek afhalen en het breken, en je riemen zal ik in tweeën trekken. Vreemden zullen hem niet meer tot slaaf maken. Ze zullen Jehovah, hun God, dienen en David, hun koning, die ik voor hen zal aanstellen. (Jeremia 30:8-9)

Jehovah brak inderdaad het juk van de nek van zijn volk dat in Babylon was toen het door de overwinnende Perzen uit gevangenschap werd bevrijd. Daarentegen heeft God echter nooit het Davidische koninkrijk aan Jakob hersteld. Jehovah’s Getuigen zullen ongetwijfeld weten dat de uitdrukking „David hun koning” een verwijzing betreft naar Jezus Christus, die een afstammeling van David was. Toen Jezus nog op aarde wandelde, werd hij ook wel de “zoon van David” genoemd. De vraag die hier echter moet worden gesteld is deze: Wanneer is dan precies „die dag” waarop de gevangenen zullen worden vrijgelaten om Jehovah en „David” te dienen? Wanneer wordt „David hun koning” dan verheven?

Volgens de bijbehorende context zal dit zijn ‘na de verschrikkelijke dag’ – nadat Jakob voor uitsterven zal zijn behoed. Jehovah’s voornemen om een nieuwe schepping in het leven te roepen komt dus tot voltooiing tijdens de wereldwijde ramp die ook wel bekend staat als ‘de grote verdrukking’ – of beter gezegd, nadat de dagen van deze verdrukking zullen zijn verkort. Dan zullen de Jehovah’s Getuigen het pas gaan begrijpen… tijdens het laatste deel van de dagen.

===EINDE DEEL 1===