Opmerking van de vertaler: Dit artikel betreft het vervolg op het eerdere artikel dat in het teken stond van het bijbelboek Micha.
De slotverzen van het tweede hoofdstuk van Micha onthullen iets buitengewoons. Hoewel Gods volk is opgestaan als een vijand, is Jehovah nog steeds vastbesloten om de zaken recht te gaan zetten. In de verzen 12 en 13 staat geschreven: “Ik zal je beslist volledig bijeenbrengen, Jakob. Ik zal beslist de overgeblevenen van Israël verzamelen. Ik zal ze verenigen, als schapen in de kooi, als een kudde in de weide. Het zal er gonzen van de mensen. Hij die uitbreekt zal voor ze uit gaan. Ze zullen uitbreken, door de poort trekken en erdoor naar buiten gaan. Hun koning zal voor ze uit gaan, met Jehovah aan het hoofd.”
Degenen die bekend zijn met de bijbelse geschiedenis weten ook dat de Joden die uit Babylon werden bevrijd en die werden beschreven als “de overgeblevenen van Israël”, niet door een menselijke koning werden geleid. Ter bevestiging weten we ook dat de heilige verslagen tot op de dag van vandaag bewaard zijn gebleven. Deze verslagen bevestigen dat geen enkele afstammeling van David, met wie Jehovah destijds een koninkrijksverbond had gesloten, sinds het herstel ooit nog op de troon heeft gezeten.
Hedendaagse bijbelonderzoekers erkennen ook dat de profetie van Micha voorbestemd is om te worden vervuld tijdens het laatste deel der dagen. „Hun koning” die voor hen zal uitgaan als zijnde Jehovah’s aangestelde koning, kan niemand anders zijn dan Jezus Christus zelf. En volgens het Wachttorengenootschap zou Jezus in het jaar 1914 zijn begonnen om namens Jehovah te regeren. Dit is wat er in een Wachttoren-artikel uit 2007 staat geschreven:
Wanneer is de profetie over ’het bijeenbrengen van de overgeblevenen van Israël’ in vervulling gegaan? De eerste vervulling vond in 537 v.G.T. plaats, toen een Joods overblijfsel uit de Babylonische ballingschap naar hun eigen land terugkeerde. In moderne tijden vindt de profetie haar vervulling in „het Israël Gods” (Galaten 6:16). Sinds 1919 zijn gezalfde christenen bijeengebracht „als schapen in de kooi”. Nu vooral sinds 1935 de uit „andere schapen” bestaande „grote schare” zich bij hen heeft gevoegd, is het er gaan „gonzen van mensen” (Johannes 10:16; Openbaring 7:9). Samen bevorderen ze ijverig de ware aanbidding.
Als we de interpretatie van het Wachttorengenootschap als waarheid zouden accepteren, dan moet het ook volledig in overeenstemming zijn met de bijbehorende context. We weten namelijk maar al te goed hoe eenvoudig het is om een bepaalde uitgekozen vers uit de bijbehorende context te halen, om dit vers vervolgens te gebruiken om iets heel anders te onderbouwen. Dus laten we nu eens de betreffende context nader beschouwen. Vergeet trouwens niet in gedachten te houden dat dat toen de Bijbel oorspronkelijk werd opgetekend, dat deze toen nog niet was opgedeeld in verschillende hoofdstukken en verzen. Het derde hoofdstuk betreft dus een vervolg en het hoofdstuk opent met Jehovah die zich op een zéér beleefde toon (“luister alsjeblieft”) richt tot de leiders van “Jakob”, die door het Wachttorengenootschap worden geïdentificeerd als Jehovah’s Getuigen.
“‘Luister alsjeblieft, hoofden van Jakob en aanvoerders van het huis van Israël. Jullie horen toch te weten wat rechtvaardig is? Maar jullie haten het goede en houden van het slechte. Jullie stropen mijn volk de huid af en rukken het vlees van hun botten. Jullie eten het vlees van mijn volk, jullie villen hen. Jullie breken hun botten en verbrijzelen ze als iets wat je kookt in een pot, als vlees in een kookpot.” (Micha 3:1-3)
Het is nogal een flink contrast tussen die twee. Aan de ene kant lezen we over het verenigd worden als schapen in een kooi, gonzend van de mensen die worden geleid door Jehovah’s zorgvuldig uitgekozen koning en aan de andere kant lezen we over de betreurenswaardige toestand zoals die hierboven wordt beschreven. In plaats van een gelukkige kudde schapen in een schapenkooi, worden Jehovah’s schapen in de Schrift juist vergeleken met vlees in een kookpot. We lezen dat Jehovah God heeft verklaard: “Jullie stropen mijn volk de huid af”. Wanneer Jehovah God deze ongelukkige schapen erkent als “mijn volk”, dan zouden we ons ook terecht kunnen afvragen hoe en wanneer deze gruwelijke situatie dan is ontstaan? De koning die de overgeblevenen leidt en die zelfverzekerd voor hen uitgaat met Jehovah aan het hoofd, zou het dan ook beslist niet toestaan dat de schapen onder zijn hoede zouden worden gevild en verbrijzeld. Het is dan ook overduidelijk dat deze erbarmelijke toestand van de kudde de reddeloze toestand moet voorstellen van “mijn volk” nog vóórdat de komst van de reddende koning zal gaan plaatsvinden.
De „aanvoerders” op Bethel gaan er ongetwijfeld van uit dat de geestelijkheid van de heidense christenheid perfect binnen dat profetische plaatje past. Er bestaat ook geen enkele reden om eraan te twijfelen dat de klasse van geestelijken degenen die onder hun gezag staan op vreselijke wijze heeft misbruikt. Máár… indien deze profetie daadwerkelijk van toepassing zou zijn op degenen die door Jehovah God nog nooit eerder zijn erkend als partij die over enige geestelijke autoriteit beschikt, waarom claimt Jehovah God dan dat deze mishandelde schapen behoren tot “mijn volk”? En indien de geestelijkheid al vóór het jaar 1919 de schapen zou hebben mishandeld en indien alle overgeblevenen sindsdien al door Jehovah’s koning zouden worden geleid, dan zouden we daarmee ook moeten aannemen dat de schapen die zich buiten de kooi bevinden tot op de dag van vandaag nog steeds door de geestelijkheid van de christenheid geslacht en gevild blijven worden? De bijbehorende context in de Schrift biedt wederom enige duidelijkheid over deze kwestie.
“Dan zullen jullie tot Jehovah om hulp roepen, maar hij zal niet antwoorden. Hij zal dan zijn gezicht voor jullie verbergen vanwege jullie slechte daden.” (Micha 3:4)
Hebben de pausen en de predikanten van de meer dan 30.000 denominaties en sekten die binnen de heidense christenheid bestaan dan ooit op enig moment in de geschiedenis tot Jehovah om hulp geroepen? Zelfs toen het Wachttorengenootschap in de jaren 1920 zogenaamd de schalen van toorn over de heidense christenheid zou hebben uitgegoten, riepen de geestelijken uit de christenheid dan ooit op enig moment tot Jehovah om hulp? Het is dan ook overbodig om überhaupt op deze vragen antwoord te geven.
Op dit late tijdstip bevindt zich slechts een overblijfsel van deze „profeet”-klasse op aarde. De „oorlog van de grote dag van God de Almachtige” te Har–mágedon kan niet beginnen voordat deze samengestelde „profeet” zijn werk heeft geëindigd. Eén ding is nu zeker: Indien de „profeet”-klasse, de Jeremiaklasse, thans voor Har–mágedon staat, staat ze ook voor de val van Babylon de Grote. (w83 1/1 blz. 25-31)
Wie beweert er tegenwoordig een profeet te zijn? Het Besturende Lichaam van Jehovah’s Getuigen beweert dit. Ze verzonnen hiervoor zelfs de term ‘profeet-klasse’. De profeet-klasse heeft als hun woordvoerder het Besturende Lichaam. En het Besturende Lichaam beweert op hun beurt weer het exclusieve aardse kanaal van Jehovah te zijn – de enige stem van de waarheid voor heel Gods aardse volk. Jehovah’s Getuigen worden ook aan de lopende band gewaarschuwd om vooral geen andere informatiebronnen te vertrouwen, behalve de informatie die rechtstreeks afkomstig is van het Wachttorengenootschap zelf. Verderop in Micha wordt pas echt duidelijk wie deze “jullie” precies zijn, die tot Jehovah zullen roepen en die geen antwoord van Hem zullen krijgen: “Dit zegt Jehovah tegen de profeten die mijn volk op een dwaalspoor brengen, die vrede verkondigen zolang ze iets te kauwen hebben maar de oorlog verklaren aan wie niets in hun mond stopt: “Voor jullie zal het nacht zijn, zonder visioenen. Voor jullie zal het duister zijn, zonder waarzeggerij. Voor de profeten zal de zon ondergaan, voor hen zal de dag donker worden. De visionairs zullen beschaamd worden, de waarzeggers teleurgesteld. Ze zullen allemaal hun snor moeten bedekken, want er komt geen antwoord van God.” (Micha 3:5-7)
Sinds 1930 verkondigt het Wachttorengenootschap dat Christus al zou zijn gekomen en dat vrijwel alle profetieën al in de loop van de vorige eeuw zouden zijn vervuld. Jehovah’s Getuigen geloven bijvoorbeeld dat de eerste opstanding al is begonnen. Dat zou dan automatisch ook moeten betekenen dat wat er in het vierde hoofdstuk van 1 Thessalonicenzen door de apostel Paulus werd verklaard al plaatsgevonden zou moeten hebben. Er staat daar namelijk geschreven: “Want de Heer zelf zal uit de hemel neerdalen met een bevelende roep, met de stem van een aartsengel en met Gods trompet, en dan zullen eerst de gestorven volgelingen van Christus opstaan.” (1 Thessalonicenzen 4:16)
Indien het werkelijk zo zou zijn dat de Heer op dit moment al uit de hemel zou zijn neergedaald met de autoriteit om op Gods trompet te blazen, dan zou dat ook absoluut een zéér buitengewone gebeurtenis zijn – wereldschokkend zelfs. Maar heeft dit dan ook daadwerkelijk plaatsgevonden? Volgens de visionairs van Bethel zijn er tegenwoordig nog maar een handjevol profetieën overgebleven die nog niet zouden zijn vervuld – en dan met name één profetie in het bijzonder; daarom verwachten Jehovah’s Getuigen ook dat op elk ogenblik 1 Thessalonicenzen 5:3 in vervulling zou kunnen gaan. Daar staat: “Als ze zeggen: ‘Vrede en veiligheid!’, dan worden ze plotseling getroffen door een onverwachte vernietiging, zoals een zwangere vrouw door weeën, en ze zullen er beslist niet aan ontkomen.”
Enkel en alleen de meest slaperige mensen zijn zich niet bewust van de huidige stand van zaken omtrent de gebeurtenissen in de wereld, waarbij de twee belangrijkste kernmachten ter wereld in de Oekraïne lijnrecht tegenover elkaar zijn komen te staan in een direct conflict. Dit wordt dan ook een proxy-oorlog genoemd omdat er geen officiële oorlogsverklaring is afgelegd. Maar laat u zich echter niet misleiden door de alles doordringende propaganda waarmee we elke dag om de oren worden geslagen. Het Anglo-Amerikaanse militaire oorlogsapparaat heeft zich namelijk vierkant achter het door nazi’s geteisterde Oekraïense leger geschaard. Er zijn op dit moment duizenden NAVO-troepen uit Polen en Roemenië, evenals huurlingen van islamitische terreurgroepen en ook speciale eenheden die gekleed zijn in burger op Oekraïens grondgebied aanwezig om de oorlog tegen Rusland te leiden. Naast alle wapens die de Oekraïne binnenstromen, verschaffen Amerikaanse satellieten en AWACS toestellen allerhande inlichtingen evenals GPS-coördinaten ten behoeve van afgevuurde raketten. Het is op dit moment nog niet geëscaleerd tot een wereldwijde vuurhaard, maar Rusland en de Verenigde Staten bevinden zich absoluut in een oorlog met elkaar.
Uiteraard heeft de VN een reeks spoedvergaderingen gehouden om te bespreken hoe de “vrede en veiligheid” in Oekraïne kan worden gehandhaafd. Ondertussen heeft Rusland een leger bijeenverzameld bestaande uit een half miljoen militairen en daarnaast ook nog 1.500 tanks. Het Russische leger wacht nu op het moment dat de grond volledig bevriest, zodat het zware legermaterieel niet in de dikke zwarte modder wegzakt. Deze modder zorgt er tevens voor dat Oekraïne beschikt over de meest vruchtbare landbouwgrond ter wereld. In de komende weken is Rusland van plan om een offensief te lanceren en het Oekraïense leger samen met duizenden buitenlandse troepen compleet weg te vagen. Er is dan ook niets dat een Russische overwinning nog in de weg kan staan, behalve dan een volledige interventie van de NAVO, met inbegrip van allerlei NAVO gevechtsvliegtuigen en raketten die in staat zijn om directe aanvallen uit te voeren op Rusland zelf, wat dus onvermijdelijk een wereldoorlog zou betekenen – een nucleaire oorlog welteverstaan.
Volgens de geschriften van de geïnspireerde apostel, weten we dat zodra ze “vrede en veiligheid” zeggen, dit ook aangeeft dat de Heer naar de aarde is neergedaald. Dat betreft dan ook de enige juiste context. Houd er bij het lezen van deze tekst trouwens ook rekening mee dat er ten tijde van het optekenen nog geen sprake was van hoofdstukindelingen. Paulus legde uit dat de tegenwoordigheid van Christus evenals de eerste opstanding onverwachts zullen plaatsvinden waarbij dit wordt vergeleken met de komst als een dief, voorafgegaan door het uitroepen van “vrede en veiligheid”.
Als het zo zou zijn dat, zoals het Wachttorengenootschap beweert, de “plotselinge vernietiging” die over degenen komt die “vrede en veiligheid” uitroepen, dezelfde vernietiging zou betreffen die ook in Armageddon wordt aangericht, waarom zou iemand dan überhaupt van tevoren op de hoogte moeten worden gebracht dat het einde van de wereld op ieder moment kan uitbreken? Zou het op dat moment dan al niet heel erg duidelijk moeten zijn voor iedereen? Bovendien; is het trouwens niet zo dat de zieners van Bethel ook nog voorspellen dat voordat de grote verdrukking begint, eerst nog Babylon de Grote plotseling zal worden vernietigd?
De harde waarheid in deze kwestie is dat de hele 1914-doctrine berust op louter bedrog. De valse onzichtbare 1914-parousia (Tweede Komst van Christus) betreft zonder enige twijfel de grootste hoax die ooit in de naam van Jehovah is gepleegd. Máár, omdat het een werk van Satan betreft, welke wordt ondersteund door middel van de monden van een zelfverklaarde god, ook wel bekend als de mens der wetteloosheid, is het menselijkerwijs gezien onmogelijk om deze misleiding omver te kunnen werpen. Dat komt omdat de bron van deze misleiding claimt dat ze zijn aangesteld als dé getrouwe en beleidvolle slaaf en als Gods aardse mondstuk. Niemand kan de profeet dan ook terechtwijzen omdat hij hen daarmee namelijk de oorlog verklaart. Jehovah’s woord is echter niet gebonden. Hoezeer de waarzeggers Gods woord ook proberen te verdraaien om het in hun eigen straatje (lees: visioenen) te laten passen, de werkelijke waarheid zal uiteindelijk toch zegevieren.
Wanneer ze zullen zeggen: “vrede en veiligheid”, dan zal dit voor iedereen op dat moment overduidelijk zijn. Er zal op dat moment dan ook geen aards kanaal nodig zijn om aan de christenen uit te leggen dat Gods woord op dat moment daadwerkelijk is uitgekomen. Het zal dan sowieso heel duidelijk zijn voor de ware zonen Gods. Daarom vervolgde Paulus met de volgende woorden: “Maar jullie, broeders, zijn niet in duisternis, zodat de dag jullie zou kunnen overvallen zoals hij een dief zou overvallen, want jullie zijn allemaal zonen van het licht en zonen van de dag. Wij horen niet bij de nacht of bij de duisternis.” (1 Thessalonicenzen 5:4)
Zodra een plotselinge vernietiging over het Anglo-Amerikaanse rijk komt, wanneer het ook moge zijn dat ze zullen zeggen “vrede en veiligheid”, waarmee de profetieën van Ezechiël en Jesaja over de onverwachte ondergang van Tyrus en Egypte zullen worden vervuld en waarmee de dag van Jehovah wordt ingeluid – wat overeenkomt met de dodelijke klap die wordt toegebracht aan de zevende kop van het wilde beest – op dat moment zal het Wachttorengenootschap met stomheid zijn geslagen en zullen ze helemaal niets meer in te brengen hebben. Hun vernedering en verwarring zal dan zo groot blijken te zijn dat het zal zijn alsof de zon midden op het middaguur onder is gegaan. Ze zullen dan worden overvallen door de duisternis en Jehovah zal op dat moment ook niet met hen communiceren. Jehovah God zal het kanaal dan effectief opheffen.
We lazen net ook in Micha: “Ze zullen allemaal hun snor moeten bedekken, want er komt geen antwoord van God.” Hoewel geen van de leiders van Jehovah’s Getuigen een snor of gezichtsbeharing heeft, vereiste Gods wet in bijbelse tijden dat mannen een baard moesten laten staan. Dus als de visionairs met hun hand hun snor bedekken, dan betekent dit dat ze hun handen uit vernedering voor hun mond zullen houden waarbij ze niet in staat zullen blijken te zijn om ook maar één enkel zinnig woord te kunnen spreken.
“Ik, ik ben door de geest van Jehovah vervuld van krachten van gerechtigheid en macht om Jakob te wijzen op zijn opstandigheid en Israël op zijn zonde.” (Micha 3:8)
Het is al vele jaren mijn taak om de leiders van het Wachttorengenootschap te confronteren met hun zonden en hun opstandigheid.
===EINDE DEEL TWEE===
Leave A Comment