Opmerking van de vertaler:  Dit betreft een wat ouder artikel. Oorspronkelijk werd dit artikel in het Engels gepubliceerd op 8 juli 2017.


VRAAG VAN EEN LEZER:

Hoewel ik moet toegeven dat u een aantal hele goede en fascinerende punten opwerpt, zit ik tegelijkertijd toch met de volgende vraag: Alles waar u naar verwijst omtrent de profetie (Ezechiël, Jesaja, enz.) koppelt u aan de Jehovah’s Getuigen in relatie tot de vervulling ervan. Zou het eventueel ook mogelijk kunnen zijn dat deze profetieën ook zouden kunnen verwijzen naar bijvoorbeeld de Adventisten, Mormonen, Baptisten, Christadelphians, enz.? Hoe bent u er zo zeker van dat de profetieën uitsluitend zouden kunnen verwijzen naar de Jehovah’s Getuigen? Zijn in de basis dan niet alle religies misleid en sektarisch van aard?

Toen Jezus nog op aarde was, beloofde hij aan zijn discipelen dat hij, ondanks dat hij hen zou gaan verlaten, dat hij een plaats voor hen zou voorbereiden en dat hij op een zekere dag weer zou terugkeren om hen naar hun bestemde woonplaats in de hemel te begeleiden. Gods voornemen om een nieuwe schepping te onthullen die bestaat uit onsterfelijke geestelijke wezens zal absoluut zeker uitkomen, net zoals toen Jezus zijn kleine kudde moed insprak door tegen hen te zeggen dat ze er niet voor hoeven te vrezen of zijn Vader wel zijn goedkeuring had gegeven om hun het Koninkrijk te schenken. Dit betekent dat zodra Jezus daadwerkelijk arriveert, dat hij op dat moment op zijn minst ook een aantal getrouwen op aarde zal aantreffen die de goedkeuring van de Vader zullen hebben gekregen.

Het klopt inderdaad dat de overgrote meerderheid van de personen die beweren volgelingen te zijn van Jezus, dat in werkelijkheid niet echt zijn. Jezus zelf gaf te kennen dat de weg die zal leiden naar de vernietiging breed en wijd is en dat er velen zullen zijn die deze weg bewandelen. Tegelijkertijd zal de weg die naar het leven leidt smal en nauw zijn en er zullen relatief weinigen zijn die deze weg zullen vinden en bewandelen. Jezus zei verder ook nog specifiek dat niet iedereen die hem „Heer” noemt zal worden gered — maar alleen degenen die ook echt de wil van zijn Vader doen (Mattheüs 7:21).

Het is dus voornamelijk een kwestie van eerst bepalen wat Gods wil nou eigenlijk precies inhoudt. Vervolgens dienen we dat als maatstaf te hanteren om daarmee vast te kunnen stellen wie op zijn minst probeert om de wil van de Vader te doen.

De voornaamste identificerende factor zou zijn dat ware christenen ook openbare predikers zouden moeten zijn. Betreft dat dan ook niet één van de belangrijkste geboden van Jezus? – ‘gaat heen en maak discipelen en onderwijs hen’? (Mattheüs 28:19-20)

Wanneer Jehovah’s Getuigen bij iemands voordeur aanbellen, worden ze toch nooit aangezien voor een adventist, baptist of christadelphian, toch? Ook de Mormonen komen hierbij niet echt in aanmerking, omdat hun jongeren slechts twee jaar als zendelingen dienen en daarna zijn ze er alweer klaar mee. Bovendien is het boek van Mormon pure onzin — ik weet helaas geen andere manier om het te beschrijven. De auteur van het boek van Mormon, wie hij ook geweest moge zijn, las blijkbaar de oude King James Bijbel en veranderde de volgorde en voegde daarnaast ook nog een aantal nieuwe karakters toe. Het is dan ook een werk van pure fictie. Een ieder die de Heiligen der Laatste Dagen zou verwarren met Jehovah’s Getuigen, is hopeloos onwetend.

Echter valt niet te ontkennen dat Jehovah’s Getuigen vooral bekend staan om hun openbare getuigeniswerk. En gedurende de afgelopen 100 jaar heeft het Wachttorengenootschap hun boodschap wijd en zijd gepubliceerd. Tegenwoordig wordt hun boodschap gepubliceerd in honderden verschillende talen en op elk continent van de aarde. Verklaarde Jezus dan niet dat het goede nieuws over de gehele wereld zou worden gepredikt als een opmaat naar het einde?

Bovendien, aangezien de Schrift duidelijk leert dat er een grote schare gelovige personen zal zijn die het einde van deze wereld zal overleven, is het ook zeker geen toeval dat miljoenen Jehovah’s Getuigen diezelfde hoop omarmen — de hoop om nimmer te hoeven sterven, als een voorbode van de komst van Christus en het einde.

Als je erover nadenkt, is de waarheid heel eenvoudig. Jehovah is God. Jezus is zijn eniggeboren zoon die zijn woonplaats in de hemel opgaf en naar de aarde kwam en uiteindelijk zijn leven opofferde. Hoewel de Duivel op dit moment over deze wereld regeert, was het oorspronkelijk Gods voornemen dat mensen voor altijd in het aardse paradijs zouden leven. Maar helaas kwam de zonde om de hoek kijken, wat resulteerde in een enorme verwoesting. Het goede nieuws is dat de losprijs van Jezus het voor ons mogelijk maakt om uit de dood te worden getild. En zodra het Koninkrijk komt, zal daarmee ook het herstel gaan beginnen. U zou deze boodschap zelfs op een post-it blaadje kunnen schrijven, zo simpel is het. Sterker nog: het Wachttorengenootschap is feitelijk een expert geworden in het vereenvoudigen van deze boodschap tot de simpelste bewoordingen, niet alleen om daarmee het vertalen van deze boodschap in honderden talen gemakkelijker te maken maar ook om de marginaal geletterden en mensen zonder opleiding te kunnen bereiken.

Geen enkele andere groep heeft de opdracht van Jezus om ’discipelen te gaan maken’ zo serieus genomen als Jehovah’s Getuigen — anderen komen daarbij niet eens in de buurt. Dat alleen al identificeert hen beslist als degenen die de wil van de Vader doen, althans, als groep dan.

Als anekdote noem ik het voorbeeld van een Jehovah’s Getuige die ik jaren geleden kende. Hij trof tijdens zijn prediking een huisbewoner aan de deur die probeerde om tot hem te prediken. Deze huisbewoner bood mijn vriend wat van hun eigen kerkelijke lectuur aan. Hij weigerde deze lectuur echter aan te nemen, omdat hij vond dat hij juist degene was die een speciale poging deed om contact met hem te leggen. Hij zei vervolgens tegen deze huisbewoner dat als hij tot hem wilde prediken, hij ook maar naar zijn huis moet komen. Hierop probeerde de huisbewoner verder tot hem door te dringen door hem te vragen naar zijn huisadres zodat hij naar zijn huis kon komen. Hij weigerde daarop zijn adres aan hem te geven en zei: „Nee. Ik heb u gevonden. Nu zult u mij ook moeten vinden.”

Nog een andere verwante factor betreft de verbinding met Gods persoonlijke naam. Terwijl de uitgevers van de meest populaire bijbelvertalingen hun versies van de Schrift hebben gezuiverd van elk spoor van Gods persoonlijke naam waarbij ze tevens hebben geprobeerd om de persoonlijke naam van God te verwarren met die van Jezus, hebben Jehovah’s Getuigen daarentegen juist vastbesloten de persoonlijke naam van God aan het grote publiek bekend gemaakt in vele honderden talen en verschillende dialecten.

Door de innige verbondenheid met Jehovah God worden daarmee de gezalfde Jehovah’s Getuigen ook gepositioneerd zoals dit in Jesaja 43:7 wordt beschreven, als degenen die niet alleen de naam van Jehovah aanroepen, maar die zelf ook nog door zijn naam worden geroepen.

Bovendien, omdat de leiders van de Jehovah’s Getuigen hebben gefaald in hun verplichting om op te komen voor de rechten van duizenden seksueel misbruikte kinderen, waar het publiek ook heel goed van op de hoogte is, hebben de Jehovah’s Getuigen daarnaast ook nog een enorme smaad gebracht op de naam van Jehovah op een wijze die geen enkele andere religieuze groepering kan brengen. Daarom richt Jehovah zich in het 36ste hoofdstuk van Ezechiël tot het huis van Israël, dat de gemeente van de eerstgeborene betreft, en zegt tot hen: Dit zegt de Soevereine Heer Jehovah: ‘Huis van Israël, dat ik ingrijp is niet voor jullie maar voor mijn heilige naam, die jullie hebben ontheiligd onder de volken waar jullie naartoe zijn gegaan. Ik zal mijn grote naam beslist heiligen, die onder de volken is ontheiligd, die jullie onder hen hebben ontheiligd. En de volken zullen moeten weten dat ik Jehovah ben”, verklaart de Soevereine Heer Jehovah, “als ik voor hun ogen onder jullie word geheiligd.”’ (Ezechiël 36:22-23)

Aangezien de aanhangers van de heidense christenheid weigeren om God bij zijn eigen persoonlijke naam te noemen en aangezien zij ook op geen enkele manier met deze heilige naam geassocieerd wensen te worden, zullen zij juist degenen moeten zijn die zullen moeten weten dat Hij Jehovah is wanneer Hij zichzelf zal heiligen in verband met degenen die zijn naam op een eerder moment helaas hebben ontheiligd.

Zoals eerder al werd gesteld is de waarheid heel simpel. Het belangrijkste obstakel voor het kennen van de waarheid is niet Satan. Het is de gevallen menselijke natuur. De harde waarheid is dat de meeste mensen de waarheid niet eens willen weten. Zoals Jezus verklaarde is de reden hiervoor het volgende: Dit is de basis voor het oordeel: het licht kwam in de wereld, maar de mensen hielden meer van de duisternis dan van het licht, want hun daden waren slecht. Wie walgelijke dingen doet, haat het licht en komt niet naar het licht, om te voorkomen dat zijn daden worden afgekeurd. Maar wie doet wat goed is, komt naar het licht, zodat openbaar wordt dat zijn daden in overeenstemming zijn met Gods wil. (Johannes 3:19-21)