Jezus nodigde een aantal mannen persoonlijk uit om zijn volgelingen te zijn. Zij gaven direct gehoor aan zijn uitnodiging en zij volgden hem – nogal letterlijk. Ze liepen letterlijk achter hem aan terwijl Christus door het uitgestrekte land reisde en tegelijkertijd dorpen bezocht, predikte en zieke mensen genas. Ze bleven hem volgen tot het moment dat Jezus in de hof van Getsemane werd gearresteerd. Vanaf dat moment werden ze allemaal tot struikelen gebracht en daarna werden ze ook nog eens verstrooid. Hoe was het mogelijk dat de koning van Israël zomaar werd afgevoerd en als een gewone misdadiger werd geëxecuteerd?

Niet alleen kenden zij de Schrift niet; ze waren zelfs niet eens in staat om de duidelijke en eenvoudige uitspraken van Jezus te begrijpen ten aanzien van zijn aardse missie en zijn lotsbestemming. Ondanks het feit dat ze rechtstreeks toegang hadden tot de Zoon van God en ondanks het feit dat ze hem elke vraag konden stellen die ze maar wilden, waren ze toch blind met betrekking tot datgene wat tegenwoordig wordt beschouwd als de fundamentele christelijke leer; en dan met name over de dood en de opstanding van Christus.

Vlak voor zijn arrestatie deelde Jezus Petrus mede dat Satan had geëist dat hij ze als tarwe mocht ziften. Met andere woorden, hun geloof zou zwaar op de proef worden gesteld. Dat was ook de reden waarom Jezus hen niet van hun onwetendheid heeft afgebracht. Ze moesten zich er zelf doorheen zien te worstelen. Of Jezus was wél de Zoon van God of hij was het niet. Het zou er verder niet toe hebben gedaan indien de zaken niet volgens hun eigen vooraf gevormde ideeën waren verlopen.

Ook wij worden geconfronteerd met een vergelijkbare zifting. Jezus waarschuwde ons nog voor het uur der beproeving dat over de gehele wereld komt. Satan is absoluut nog steeds de god van deze wereld en de problemen van deze wereld zijn nog steeds hetzelfde als toen Satan voor Jehovah verscheen om Job te beschuldigen. De duivel is ook onze aanklager, die ons dag en nacht beschuldigt tegenover God. We hebben geloof of we hebben het niet. Laten we hopen dat we het wél hebben. Dat betreft namelijk een fundament waar we op voort kunnen bouwen.

We zijn ervan overtuigd dat de controverse omtrent Jehovah’s persoon en soevereiniteit binnenkort voor eens en voor altijd volledig zal worden beslecht. De prediking van het goede nieuws en het roepen en uitkiezen van de laatste leden van de 144.000 erfgenamen van het Koninkrijk staan centraal in de verwezenlijking van Gods voornemen. Hierover schreef Paulus het volgende aan de Filippenzen: Want ik ben ervan overtuigd dat hij die een goed werk in jullie is begonnen, het ook af zal maken tot op de dag van Christus Jezus. (Filippenzen 1:6)

In ditzelfde eerste hoofdstuk verwees Paulus ook nog een tweede keer naar de dag van Christus, zeggende: En ik blijf bidden dat jullie liefde steeds meer toeneemt, met nauwkeurige kennis en volledig inzicht, en dat jullie kunnen vaststellen wat echt belangrijk is. Dan zullen jullie tot op de dag van Christus onberispelijk zijn en anderen geen aanstoot geven. (Filippenzen 1:9-10)

Maar wat betekent dan de dag van Jezus Christus? Het Wachttorengenootschap beweert dat de dag van Christus in het jaar 1914 begon, ook wel bekend als de dag des Heren en de dag van de Heer. Toegegeven, het Besturende Lichaam heeft er maar bitter weinig over gezegd. Sterker nog: Indien u de gemiddelde Jehovah’s Getuige zou vragen naar ‘de dag van Christus’ dan zouden zij u hoogstwaarschijnlijk aanstaren met een vragende blik. Het betreft simpelweg een onderwerp waarover nauwelijks dieper wordt nagedacht.

Het is echter heel erg duidelijk dat het jaar 1914 op geen enkele manier het moment zou kunnen zijn geweest waarop de dag van Jezus Christus begon. Kwam Gods gehele project in dat jaar tot vervulling en tot een einde? Nauwelijks. De laatste fase van de wereldwijde prediking van het Koninkrijk was toen nog maar net van start gegaan. En bovendien: zijn er sindsdien gedurende vele decennia vanaf het jaar 1914 dan niet onnoemelijk veel christenen tot struikelen gebracht? Ongetwijfeld. Maar indien de dag van Christus daadwerkelijk in het jaar 1914 zou zijn begonnen, en indien de afsluitende oogst destijds eveneens zou zijn begonnen, zoals het Wachttorengenootschap dit ook met volle overtuiging verkondigt, dan zouden er dus ook geen struikelblokken meer moeten bestaan. Dat komt namelijk omdat Jezus ons de verzekering gaf dat tijdens deze laatste oogst de engelen zullen worden uitgezonden om alle dingen te verwijderen die struikelen veroorzaken. De ironie der ironieën van dit alles, is dat de heilige 1914-hoeksteen van het Wachttorengenootschap in werkelijkheid een struikelblok blijkt te zijn ter grootte van Gibraltar!

Aangezien het Wachttorengenootschap zelf is gebouwd bovenop een slecht (1914) fundament, wat zal er vervolgens dan gaan gebeuren met de miljoenen mensen die heel hun geloof hebben gebaseerd op de veronderstelde onfeilbaarheid van het Besturende Lichaam en hun leringen, zodra de daadwerkelijke authentieke dag van Christus zal aanbreken? Helaas voor hen, maar de woorden van Jezus zullen tegen die tijd ook absoluut zeker in vervulling gaan: Ook zullen velen dan struikelen…(Mattheüs 24:10)

Wat betreft degenen die de muurachtige doctrine hebben opgericht en gehandhaafd, namelijk dat Christus al in 1914 zou zijn teruggekomen, wat een regelrechte leugen betreft, heeft Jehovah over hen daarnaast ook nog het volgende verklaard: Jullie zullen niet naar de bressen in de stenen muren gaan om ze voor het huis van Israël te herbouwen, zodat Israël in de strijd zou kunnen standhouden op de dag van Jehovah.’ ‘Ze hebben bedrieglijke visioenen gezien en leugens voorspeld. Ze zeggen: “Het woord van Jehovah is”, terwijl Jehovah zelf hen niet heeft gestuurd. En toch verwachten ze dat hun woord uitkomt. (Ezechiël 13:5-6)

„kunnen standhouden op de dag van Jehovah” kan onmogelijk Armageddon betekenen. Jehovah zal „Israël” tijdens Armageddon namelijk gaan redden. Aangezien Jezus in de naam van Jehovah zal komen, betreft de dag van Jezus Christus daarom ook hetzelfde als de dag van Jehovah. Deze dag zal beginnen zodra Jezus als een dief in de nacht komt om een verrassingsinspectie uit te voeren over degenen die hij heeft aangesteld om zijn volk te leiden tijdens zijn afwezigheid.

Het 23ste hoofdstuk van Jeremia schetst hoe God van de herders zal gaan eisen dat Hij zijn schapen van hen terugkrijgt. Hij zal de schapen terugeisen van de herders aan wie hij zijn schapen in eerste instantie had toevertrouwd. In de verzen 21 en 22 verklaart God hetzelfde als hij ook deed in verband met de dwaze profeten: De profeten zijn gaan lopen, ook al heb ik ze niet gestuurd. Ze hebben geprofeteerd, ook al heb ik niet tegen ze gesproken. Maar als ze mijn vertrouwelingen waren, dan hadden ze mijn volk mijn woorden laten horen en zouden ze ervoor gezorgd hebben dat ze het verkeerde pad en hun slechte daden achter zich lieten.

Misschien zullen sommigen geneigd zijn om te veronderstellen dat deze veroordeling van de nalatige herders enkel en alleen van toepassing was op de oudheid. Om dat idee uit de weg te ruimen plaatst Jehovah daarom ook de vervulling ervan in het laatste deel van de dagen. Maar wie hoort bij de vertrouwelingen van Jehovah en krijgt zijn woord te zien en te horen? Wie heeft aandacht gehad voor zijn woord en ernaar geluisterd? Kijk, de storm van Jehovah zal vol woede losbarsten. Als een wervelstorm zal hij op het hoofd van slechte mensen neerkomen. De woede van Jehovah zal zich niet afwenden, tot hij heeft uitgevoerd en gerealiseerd wat hij zich in zijn hart had voorgenomen. Aan het einde van de dagen zullen jullie dat goed begrijpen. (Jeremia 23:18-20)

Heeft het Besturende Lichaam ’aandacht gehad voor zijn woord om het te kunnen horen’?

Enkel en alleen het kennen van de toestand van de doden en weten dat de hel geen brandende plaats betreft, is echter niet voldoende. Hoe komt het dat de verheven getrouwe en beleidvolle slaaf dan niet heeft kunnen onderscheiden wat de dag van Jezus Christus precies betekent? Hoe komt het dat iemand zoals ik – iemand die doorgaans wordt beschouwd als een afvallige tegenstander van de waarheid – wel op de hoogte is van deze simpele zaken en het zelfverklaarde mondstuk van Jehovah dat tegelijkertijd niet is? Dit komt doordat Jehovah namelijk een geest van diepe slaap over hen heeft uitgestort, precies zoals Jesaja al had voorzegd: Want Jehovah heeft een geest van diepe slaap over jullie uitgestort. Hij heeft jullie ogen, de profeten, gesloten en hij heeft jullie hoofden, de visionairs, bedekt. (Jesaja 29:10)

Maar waarom heeft God dan een geest van diepe slaap over de zieners en visionairs uitgestort? Over de zogenaamde wachtersklasse? We mogen er heel erg zeker van zijn dat dit komt omdat Satan ook hén voor zich heeft opgeëist om ze te mogen ziften als tarwe. En dat ziften is dan ook absoluut hard nodig. Feitelijk is het zelfs noodzakelijk. De reden hiervoor is dat de daadwerkelijke afvalligen, het gebroed van Satan zelf, zichzelf slechts hebben vermomd als apostelen van Christus. “…Want door de profeten van Jeruzalem heeft afvalligheid zich over het hele land verspreid. (Jeremia 23:15b)

Aangezien al deze dingen profetisch zijn voorbestemd om plaats te zullen vinden; wat zouden ze hier dan tegen kunnen doen om het te voorkomen? Paulus schreef zijn brief aan de Hebreeën, en dan met name aan degenen die vóór de belegering in de stad Jeruzalem woonden, en hij herinnerde hen eraan dat ze aan Jeruzalem geen blijvende stad zouden hebben. Met andere woorden, Paulus spoorde hen aan om niet te gehecht te raken aan datgene wat ooit Jehovah’s aardse organisatie was geweest, om het zo maar te formuleren.

Paulus spoorde die christenen aan om een sterk geloof te hebben en om niet hun vrijmoedigheid van spreken op te geven: Werpt daarom UW vrijmoedigheid van spreken niet weg, welke een grote beloning met zich brengt. (Hebreeën 10:35, 2004 uitgave van de Nieuwe Wereldvertaling)

Maar hoe zou iemand dan zijn vrijmoedigheid van spreken kunnen wegwerpen? Welnu, wat betekent het eigenlijk om vrijmoedigheid van spreken te bezitten? Dit bestaat uit verschillende aspecten. We hebben vrijmoedigheid van spreken nodig om in gebed met God te kunnen spreken. Een schuldig geweten kan die vrijheid belemmeren. We hebben lef en vrijmoedigheid van spreken nodig om met anderen over ons geloof te kunnen spreken, wat ook een vereiste is voor redding. Daarnaast hebben dienaren in de bediening en ouderlingen ook vrijmoedigheid van spreken nodig jegens hun gemeenten; wat betekent dat ze geloofwaardig moeten zijn en dat ze moeten worden erkend als authentieke onderwijzers.

Als een ouderling of dienaar in de bediening hun functie zouden neerleggen, zouden ze hoogstwaarschijnlijk een zekere mate van vrijmoedigheid van spreken kwijtraken. Het is dan ook overbodig om te zeggen dat wanneer iemand de gemeente helemaal verlaat, dat hij dan ook zijn vrijmoedigheid van spreken jegens zijn medegelovigen daarmee wegwerpt. Of die personen die de gemeente verlaten nou wel of niet gelijk hebben; hetzij door middel van een formele uitsluiting of door zich simpelweg stilletjes terug te trekken, die personen worden doorgaans beschouwd als geestelijk zwak of zelfs als regelrechte afvalligen.

Ja, maar wat heeft u dan aan vrijmoedigheid van spreken als u niet vrij bent om met medegelovigen te praten over wat er werkelijk aan de hand is? Dat is het punt waarop liefde en geloof samenkomen. Indien u gelooft dat de dag van Jezus Christus zal komen als een razende wervelstorm, dan zal zich daarmee ook een gelegenheid voordoen om over de verboden waarheid te kunnen spreken. Velen zullen daar op dat moment oren naar gaan hebben. Daarom zei de apostel Paulus ook dat vrijmoedigheid van spreken „een grote beloning met zich meebrengt”.

Jezus gaf zijn discipelen de wijze raad om vooral op hun hoede te zijn voor mensen. Maar wat voor mensen dan? ongelovigen? Nee. Jezus waarschuwde ons van tevoren: Ik stuur jullie als schapen onder de wolven. Wees dus zo behoedzaam als een slang en zo onschuldig als een duif. Pas op voor de mensen, want ze zullen jullie aan rechtbanken overleveren en jullie in hun synagogen geselen. (Mattheüs 10:16-17)

De wolven zijn de bewakers van de synagoge. Tijdens het besluit worden waarheidssprekers uit de christelijke gemeenten verwijderd. Dat zal dan ook een hele grote eer zijn. Is dat op dit moment dan ook al het geval? Nee, niet echt. Dat is dan ook een goede reden om uw vrijmoedigheid van spreken nog niet alvast weg te werpen, nog vóórdat de dag van de beloning plaatsvindt!

Extra opmerking van Robert King: De raad om uw vrijmoedigheid van spreken niet weg te gooien, is niet van toepassing op personen die al zijn uitgesloten of die zich hebben teruggetrokken. Het is duidelijk dat we in een gemeente sowieso niet vrijmoedig kunnen spreken over zaken die afwijken van datgene wat het Wachttorengenootschap leert. De raad is dan ook enkel van toepassing op iemand die momenteel nog een goede reputatie heeft binnen zijn of haar gemeente.