Bileam was een interessante persoon uit de bijbelse geschiedenis. God sprak tijdens twee verschillende gelegenheden tot hem, ondanks het feit dat Bileam geen Hebreeër was. Vanwege zijn geestelijke aanzien en vanwege het feit dat Bileam bekend was met de God Jehovah, huurde de koning van Moab de man Bileam in om voor hem het Israëlitische kamp te vervloeken, dat zich bevond aan de grens van het Beloofde Land. Hoewel Bileams magie faalde, was hij desondanks toch nog sluw genoeg om Balak te adviseren om een plan te beramen teneinde de Hebreeën te verderven door hen ertoe aan te zetten om afgoderij te bedrijven, zodat Jehovah hen zelf zou vernietigen.

Jezus verwees in Openbaring naar “Bileam” als zijnde een verderfelijke invloed die zich onder christenen voordoet. Sterker nog: feitelijk zou er zelfs een invloed van Bileam aanwezig zijn tot aan het moment waarop Christus Jezus weer zal terugkeren om het laatste oordeel te voltrekken. Openbaring 2:14-16 verzekert ons van het feit dat Christus oorlog zal gaan voeren tegen de aanstichters van deze verderfelijke afgoderij: Maar ik heb een paar dingen tegen je: dat je daar sommigen hebt die vasthouden aan de leer van Bi̱leam, die Ba̱lak leerde een struikelblok voor de Israëlieten neer te leggen, zodat ze dingen zouden eten die aan afgoden waren geofferd en seksuele immoraliteit zouden bedrijven. Zo zijn er bij jou ook personen die aan de leer van de sekte van Nikola̱üs vasthouden. Heb daarom berouw. Anders kom ik vlug naar je toe, en ik zal oorlog tegen hen voeren met het lange zwaard van mijn mond.

Het “voedsel” dat aan afgoden wordt geofferd, betreft ongetwijfeld iets dat van geestelijke aard is – ook wel bekend als geestelijk voedsel. Het wordt geofferd aan de Wachttoren-afgod en is geheiligd als zijnde afkomstig van de praktisch geïnspireerde profetenklasse en van de neo-apostelen – die ook wel bekend staan als het Besturende Lichaam.

De komst van Christus zal er als het ware voor gaan zorgen dat de waarheid en de leugens evenals de getrouwe en de ontrouwe in scherp contrast tegenover elkaar zullen komen te staan. Christus zal samen met alle macht die aan hem is gegeven, naar hen toe komen om hen te gaan oordelen. Omdat hij op dat moment dichtbij is, zal hij zich daarom ook heel scherp bewust zijn van de benarde situatie van degenen die aan Jehovah toebehoren, evenals van de aanwezigheid van de zonen van de goddeloze. De vijfde Psalm betreft een gebed dat dient als een vloek over het demonische zaad dat zich tot aan dat moment blijft voordoen alsof zij zonen zijn van het Koninkrijk.

Luister naar mijn woorden, Jehovah. Let op mijn gezucht. Heb aandacht voor mijn hulpgeroep, want tot u bid ik, mijn Koning en mijn God. Jehovah, in de morgen hoort u mijn stem, in de morgen vertel ik u mijn zorgen en wacht ik hoopvol af. (Psalmen 5:1-3)

Volgens Ezechiël zijn degenen die zuchten en kermen over de verfoeilijke afgoderij die door Jehovah’s eigen priesters in de tempel wordt beoefend, gemarkeerd om redding te ontvangen. In de ochtend, aan het begin van de dag – namelijk de dag van de Heer oftewel de dag des Heren, zullen de ware zonen de nieuwe Koning van de aarde die in de naam van Jehovah zal komen gaan smeken. Waar zullen ze hem dan om gaan smeken? Zullen ze smeken om vrede? Zullen ze hem gaan smeken om voorspoed? Nee. Ze zullen hem gaan smeken om de verwijdering van de afvalligen die zich in hun midden bevinden. Ze zullen hem zelfs gaan smeken om hun vernietiging.

Want u bent geen God die vreugde put uit slechtheid. Niemand die slecht is, mag bij u zijn. Arrogante mensen mogen niet in uw nabijheid komen. U haat iedereen die het slechte doet, leugenaars zult u vernietigen. Jehovah, u walgt van gewelddadige mensen en bedriegers. (Psalmen 5:4-6)

Het feit dat Jehovah de aanwezigheid van goddeloze mensen, zoals Bileam en de sekte van Nicolaüs, tot dusver heeft getolereerd, betekent daarmee nog niet automatisch dat Jehovah God ook behagen schept in hun doen en laten. Integendeel zelfs; Jehovah verafschuwt arrogante bedriegers. Het feit dat de Psalm duidelijk zegt: “niemand die slecht is, mag bij u zijn” geeft aan dat er slechte en arrogante personen hebben gestaan op de plaats van God, tot aan het moment waarop ze van God niet langer meer op die plaats mogen verblijven.

Het is opmerkelijk dat de Nieuwe Wereldvertaling het woord ‘nabijheid’ gebruikt, in verband met de uitspraak: “Arrogante mensen mogen niet in uw nabijheid komen“. Het is inderdaad waar dat ‘parousia’ een Griekse term betreft en dit was ook niet dezelfde term die in het Hebreeuws werd gebruikt. Wellicht is hier dan ook sprake van goddelijke vooruitziendheid ten aanzien van de vertaling van dit betreffende gedeelte uit de Nieuwe Wereldvertaling, want we mogen er ook absoluut zeker van zijn dat geen één van de vermomde zonen van de goddeloze in staat zal blijken te zijn om tijdens de parousia ten overstaan van Christus stand te houden. Heeft u dan nooit goed gelezen wat er in de Schrift staat opgetekend? – Maar wie zal de dag van zijn komst doorstaan? Wie zal standhouden als hij verschijnt? (Maleachi 3:2)

Sprekend namens de uitverkorenen tijdens het oordeel over het huis van God en tijdens de reiniging van de geestelijke tempel, schrijft David het volgende: Maar ik ga uw huis binnen vanwege uw grote loyale liefde. Vol eerbiedig ontzag voor u buig ik me neer richting uw heilige tempel. O Jehovah, leid me in uw rechtvaardigheid omwille van mijn vijanden, effen uw weg voor mij. (Psalmen 5:7-8)

In zijn illustratie van de tarwe en het onkruid verklaarde Jezus dat de tarwe in de voorraadschuur zou worden verzameld. Deze “voorraadschuur” betreft Jehovah’s woonplaats. Jezus zal Jehovah aan hen gaan openbaren en hij zal hen naar het grootse paleis van zijn Vader leiden, waar zij de God van hun redding voor eeuwig zullen aanbidden en waar zij voor eeuwig heilige dienst voor Hem zullen verrichten.

Jezus gebood zijn discipelen om hun eigen vijanden lief te hebben en om te bidden voor degenen die hen vervolgen. Echter zal dat vredelievende gebod abrupt tot een einde gaan komen zodra Jezus plotseling als een dief in de nacht zal arriveren en voor de deur zal staan. Vanaf dat moment zullen de vijanden van Christus niet langer meer worden getolereerd. In plaats van dat we dan voor onze vijanden zullen bidden, zullen we dan gaan bidden voor hun vernietiging. Het zal dan een openlijke oorlogsverklaring worden.

Sprekend over het duivelsgebroed: David heeft daarover nog meer te vertellen: Want niets wat ze zeggen is betrouwbaar, vanbinnen zijn ze door en door kwaadaardig. Hun keel is een open graf. Met hun tong vleien ze. God zal ze schuldig verklaren, hun eigen complotten zullen hun ondergang worden. Laten ze verdreven worden vanwege al hun overtredingen, want ze zijn in opstand gekomen tegen u. (Psalmen 5:9-10)

Om iemand tegen God in opstand te laten komen, moet deze persoon oorspronkelijk wel eerst aan Hem onderworpen zijn geweest – al was het maar in oppervlakkige zin. Gedurende de afgelopen 20 jaar heb ik de vele leugens en overtredingen van het Wachttorengenootschap uitgebreid gedocumenteerd. Dit gaat helemaal terug naar de tijd toen het Wachttorengenootschap een geheim politiek NGO-partnerschap was aangegaan met de Verenigde Naties, oftewel het wilde beest. Ook heb ik uitgebreid hun daden van geldklopperij gedocumenteerd met betrekking tot de verkoop van eigendommen die ooit exclusief aan Jehovah werden opgedragen, evenals over hun meest recente oplichtingspraktijken waarbij ze elke gemeente ter wereld hebben gedwongen om hun eigen financiële middelen die als vrijwillige WHO logobijdragen door de Jehovah’s Getuigen werden gedoneerd aan hen af te staan door dit geld simpelweg in beslag te nemen. Om hun rebellie tegen Jehovah tot een climax te brengen, heeft het Besturende Lichaam zelfs samengewerkt met de Wereldgezondheidsorganisatie van de Verenigde Naties om potentieel dodelijke vaccinaties op te leggen aan de vele miljoenen goedgelovige Jehovah’s Getuigen.

Ik twijfel er daarom ook niet aan dat Jehovah God hen schuldig zal gaan verklaren. David besluit zijn lied met het volgende couplet:

Maar iedereen die zijn toevlucht bij u zoekt, zal gelukkig zijn en altijd vol vreugde juichen. U zult hen beschermen, en wie uw naam liefhebben, zullen in u hun vreugde vinden. U zult de rechtvaardigen zegenen, o Jehovah, met goedkeuring zult u hen omringen als met een groot schild. (Psalmen 5:11-12)

Gedurende vele eeuwen die zelfs helemaal teruggaan tot vóór Christus, heeft Satan al plannen gesmeed om Gods naam uit te wissen en om deze te verdoezelen. Vrijwel alle moderne bijbels hebben de persoonlijke naam van God geschrapt uit het boek dat nota bene werd geïnspireerd door God zelf. Maar zelfs ondanks de aanwezigheid van “Bileam” en “Izebel” hebben de Jehovah’s Getuigen desondanks toch de naam van God wereldwijd weten te publiceren in vele landen en talen. Tijdens het besluit zullen velen er wellicht voor gaan vrezen om te worden geassocieerd met de naam van Jehovah, maar degenen die oprecht houden van Gods naam, zullen uiteindelijk ook Jehovah’s goedkeuring en bescherming gaan ontvangen.