Opmerking van de Nederlandse vertaler: Dit artikel betreft het tweede deel uit de reeks artikelen die in het teken staan van de Hebreeuwse liederen die Psalmen worden genoemd.


Wie zal er over de wereld gaan heersen? Dat is het belangrijkste vraagstuk van de dag. Zal het een blok zijn van geallieerde landen, zoals die momenteel in Azië aan het ontstaan is? Of zal het eerder een alliantie worden van Rusland, China, India en Iran? Of zal juist de Anglo-gedomineerde unipolaire wereld gaan zegevieren? Komt er in de toekomst een wereldregering? Wat zegt de Bijbel?

Honderden jaren lang werd de boodschap in de Bijbel onderdrukt en verdraaid door de satanische heerschappijen die de mensheid gedurende vele eeuwen hebben gedomineerd. Grote en machtige kerkstelsels hebben lange tijd gecontroleerd wat de mensen mochten begrijpen, en datgene wat ze mochten weten was slechts zeer beperkt.

Het Wachttorengenootschap heeft ervoor gezorgd dat veel van de leugens die waren opgeworpen werden ontmaskerd, waardoor mensen in staat werden gesteld om basiskennis te kunnen verwerven over de kernleringen die in de Schrift kunnen worden gevonden ter voorbereiding op de eindfase oftewel de periode van het besluit. Helaas is echter ook gebleken dat het Wachttorengenootschap gedurende het proces ook zijn eigen muur van onwaarheid heeft opgericht die werd gefabriceerd door op sluwe wijze gebruik te maken van bijbelse profetie.

Het goede nieuws dat we uit de bijbel kunnen halen, is dat God heeft besloten om een nieuwe regering op te richten die in handen zal zijn van Jezus Christus. De regering is het Koninkrijk van God dat over de hele wereld zal heersen en die vrede en voorspoed zal brengen die alle menselijke verbeelding ver te boven gaat. Maar tegelijkertijd is het ook ongelofelijk om te zien dat volgens het Wachttorengenootschap deze monumentale ontwikkeling al zou hebben plaatsgevonden. Miljoenen Jehovah’s Getuigen over de hele wereld geloven en prediken met volle overtuiging de boodschap dat het Koninkrijk van God al in het jaar 1914 aan de macht kwam en over de wereld begon te heersen. Echter is dat niet wat het Wachttorengenootschap in het verleden onderwees.

Volgens de huidige waarheid van het Wachttorengenootschap begon de 2de Psalm in vervulling te gaan toen de Eerste Wereldoorlog in Europa uitbrak. Dat zou volgens het Wachttorengenootschap vermoedelijk ook het moment zijn geweest waarop de natiën in opschudding zouden zijn geraakt en waarop de volkeren van de wereld allemaal iets begonnen te mompelen over iets zinloos, in overeenstemming met de woorden van de Psalm: Waarom is er opschudding onder de naties en mompelen de volken over iets zinloos? De koningen van de aarde stellen zich op en de bestuurders verenigen zich tegen Jehovah en tegen zijn gezalfde. (Psalmen 2:1-2)

Maar hoe zouden de natiën van deze aarde zich in 1914 dan precies hebben opgesteld en hebben verenigd tegen Jehovah en tegen zijn gezalfde koning? Het Wachttorengenootschap beweert dat de natiën van de aarde hun verzet tegen God zouden hebben geuit omdat ze het duidelijke bewijs zouden hebben verworpen dat Gods Koninkrijk al in het jaar 1914 zou zijn begonnen met regeren. Het is inderdaad waar dat het Wachttorengenootschap enige juridische tegenstand te verduren heeft gehad in de korte periode nadat Amerika in 1917 begon deel te nemen aan de oorlog in Europa, maar zelfs wanneer dit zo blijkt te zijn geweest, hoe kon men dan tegelijkertijd ooit van de wereldse natiën verwachten dat ze het regerende Koninkrijk hadden moeten accepteren, terwijl we ook weten dat het Wachttorengenootschap destijds niet eens zoiets dergelijks onderwees?

Hoeveel Jehovah’s Getuigen zijn zich überhaupt bewust van het feit dat het Wachttorengenootschap onderwees dat Christus al in het jaar 1874 zou zijn begonnen met een onzichtbare aanwezigheid en dat het Koninkrijk in het jaar 1878 zou zijn begonnen met regeren? Pas rond het jaar 1930 verschoof het Wachttorengenootschap het begin van deze Koninkrijksregering van het jaar 1878 naar het jaar 1914. Echter presenteert zich dan ook het volgende probleem: Indien Zions Watchtower had aangekondigd dat het Koninkrijk in het jaar 1878 aan de macht kwam, waarom zou God dan de natiën schuldig verklaren omdat ze toen niet hadden geaccepteerd dat het Koninkrijk in 1914 begon te regeren?

Het is duidelijk dat het Wachttorengenootschap te pas en te onpas speelt met de feiten. Om een bedrog of waanvoorstelling effectief te laten zijn is het echter wel van belang dat er ook overtuigend bewijs aan ten grondslag ligt. Maar zoals het gezegde luidt: de duivel zit in de details. (The devil is in the details).

De Eerste Wereldoorlog betrof zonder enige twijfel een groot keerpunt in de geschiedenis. Het volk was getraumatiseerd als gevolg van de afschuwelijke en zinloze slachting van miljoenen jonge mannen. Na deze Eerste Wereldoorlog leken de natiën gedurende korte tijd zelfs eensgezindheid te tonen door gezamenlijk de Volkenbond op te richten; behalve dan dat de Senaat van de Verenigde Staten het verdrag destijds niet eens heeft geratificeerd. En als gevolg werd de meest invloedrijke natie ter wereld, de Verenigde Staten niet eens lid van de Liga. Wanneer we dit weten, hoe kan er dan naar waarheid worden gesteld dat de natiën van deze aarde zich toen als één gezamenlijk blok hadden opgesteld en zich hadden verenigd tegen God en zijn aangestelde koning?

De waarheid is dat Jehovah’s Getuigen goed hebben kunnen gedijen in het grootste deel van de door de christenheid gedomineerde wereld. De meeste landen staan het aan christenen toe om openlijk te prediken en om openlijk samen te komen zonder enige vorm van beperking. Dan nogmaals de vraag: Op welke manier hebben de natiën van deze aarde zich dan opgesteld en verenigd tegen Gods koninkrijk? De rauwe waarheid is dat ze dat simpelweg niet hebben gedaan – althans nog niet.

Hoewel het leiderschap van de Jehovah’s Getuigen de mogelijkheid van een derde wereldoorlog compleet heeft uitgesloten, heeft hun geloof, hoe sterk hun overtuiging ook mag zijn, geen enkele binding met de realiteit. Iedereen die zich bewust is van wat er momenteel in de wereld gebeurt en die niet gebukt gaat onder de bedrieglijke invloed van het Wachttorengenootschap, weet met zekerheid dat een nieuw wereldwijd conflict vrijwel onvermijdelijk is.

Nog nooit eerder in de geschiedenis waren kernmachten betrokken bij een rechtstreeks conflict. Zelfs tijdens de Koude Oorlog vermeden de Verenigde Staten en de voormalige Sovjet-Unie een situatie waarbij ze rechtstreeks het vuur openden op elkaar. Het meest verontrustende van dit alles is dat dit onderscheid uit het recente verleden tegenwoordig aan het vervagen is. Dat komt omdat niet alleen het Westen de Oekraïne overspoelt met leveringen van geavanceerde wapens, maar ook het feit dat er speciale Amerikaanse en Britse troepen ter plaatse aanwezig zijn in Oekraïne en dat ze sinds 2014 al bezig zijn met het orkestreren van wat in alle opzichten een proxy-oorlog tegen Rusland mag worden genoemd. Sommige nuchtere waarnemers hebben geprobeerd het bewustzijn te vergroten dat de huidige situatie zelfs nog gevaarlijker is dan tijdens de Cubaanse raketcrisis in 1963, toen de Sovjet-Unie en Amerika op de rand stonden van een allesvernietigende totale nucleaire oorlog.

Het is dan ook eigenlijk niet eens nodig om te vermelden dat zelfs een beperkte nucleaire uitwisseling de wereld zou overvallen en in grote angst zou storten. Een angst die nog nooit eerder door de mensheid is ervaren – inderdaad, een enorme “opschudding” onder de naties!

Er bestaat daarnaast nog een ander in het oog springend probleem met betrekking tot de 1914-leer van het Wachttorengenootschap. De tweede Psalm geeft aan dat Jehovah min of meer onmiddellijk Bliksemzal gaan reageren op deze samenzwering die tegen God zal zijn gericht waar de natiën der aarde zich allemaal bij zullen aansluiten. De verzen 4-6 stellen het volgende: Degene die in de hemel op de troon zit, zal lachen. Jehovah zal hen bespotten. In die tijd zal hij in zijn woede tot hen spreken en hun angst aanjagen met zijn brandende woede. Hij zal zeggen: ‘Ikzelf heb mijn koning geïnstalleerd op Sion, mijn heilige berg.” (Psalmen 2:4-6)

“In die tijd” heeft betrekking op de poging van de natiën om het opleggen van Gods Koninkrijksheerschappij van zich af te werpen. Indien de heersers van de natiën zich in het jaar 1914 ronduit tegen God zouden hebben gekeerd, dan weten we tegelijkertijd ook dat die betreffende generatie allang weer voorbij is gegaan zonder dat hen ooit angst is aangejaagd als gevolg van Gods brandende woede.

IK GEEF JE VOLKEN ALS ERFDEEL

Wat is de wettelijke basis voor God om zijn eigen uitgekozen koning te installeren om zo de wereld te regeren? De psalmist legt het uit, gezien vanuit het perspectief van degene die God uitkoos: Laat mij het besluit van Jehovah bekendmaken. Hij zei tegen mij: ‘Jij bent mijn zoon, vandaag ben ik je vader geworden. Vraag het mij en ik geef je volken als erfdeel en de einden van de aarde als bezit. Je zult ze breken met een ijzeren scepter, je zult ze stukslaan als aardewerk.(Psalmen 2:7-9)

Op de dag waarop Jezus door Johannes werd gedoopt en hij onmiddellijk daarna door de heilige geest werd gezalfd, werd Jezus opnieuw geboren. Hij werd toen geroepen om een hemelse zoon van God te worden. Zoals bij mensen gebruikelijk is, kunnen zonen een erfdeel van hun vader ontvangen. In het geval van degene die door Jehovah werd verordend dat hij vanaf dat moment zijn speciale zoon zou zijn, werd Jezus uitgenodigd om zijn vader om de aarde te vragen en Jehovah zou de wereld dan vervolgens met alle liefde aan hem schenken. Welke mens zou er dan zo brutaal en schaamteloos kunnen zijn dat hij zou proberen om deze speciale zoon van God zijn wettelijke erfdeel te ontzeggen? Toch is dat wel precies datgene wat de natiën zullen gaan doen wanneer de tijd aanbreekt waarop Jezus zijn erfdeel in ontvangst zal gaan nemen.

Aangezien God de natiën ter verantwoording zal gaan roepen, is het ook redelijk om te mogen verwachten dat zij van tevoren op de hoogte zullen worden gesteld van hun naderende oordeel en van de naderende verandering met betrekking tot het bestuur van de aardse aangelegenheden.

Maar eerst zal Jehovah’s pas geïnstalleerde koning gaan optreden tegen de vijanden binnen zijn eigen Koninkrijk. Jezus vertelde aan zijn apostelen een illustratie over de tarwe en het onkruid en over een oogst die nog zal gaan plaatsvinden. Jezus legde uit dat het onkruid de verschillende individuen symboliseren die Satan de Duivel gebruikt om binnen in de gemeente van Christus te infiltreren. In deze illustratie van Jezus wordt het aan het onkruid toegestaan om zichzelf te ontwikkelen en om zelfs te mogen groeien en bloeien tot aan de dag van de oogst. De oogst is het moment waarop de Heer zijn engelen zal gebieden om alle personen die ontrouw zijn aan God te verwijderen uit zijn koninkrijk, samen met alle struikelblokken die door de goddelozen zijn uitgestrooid. De term “Zijn Koninkrijk” betreft de gemeente van Christus. Eén van de apostelen van Christus legde later uit dat het oordeel begint bij het huis van God, de gemeente van Christus, zijn Koninkrijk.

Want onder de tarwe-achtige en getrouwe discipelen zal Jezus zijn erfdeel gaan verdelen. Net zoals de Vader de Zoon de macht heeft gegeven om de natiën door middel van een ijzeren staf te vernietigen, zo gaf Jezus ook de uitnodiging aan zijn broeders om zich bij hem aan te sluiten in de strijd. De afsluitende verzen van het 2de hoofdstuk van Openbaring vormen een verslag van de woorden van Jezus die zijn gericht tot de symbolische gemeente van Thyatira, die zal bestaan in de periode van de dag des Heren: Aan wie overwint en mijn daden tot het einde toe navolgt, zal ik autoriteit over de volken geven — hij zal de mensen hoeden met een ijzeren staf en ze zullen als aardewerken kruiken in stukken worden gebroken — zoals ook ik autoriteit van mijn Vader heb gekregen. En ik zal hem de morgenster geven. Wie oren heeft, moet horen wat de geest tegen de gemeenten zegt.” (Openbaring 2:26-29)

De verwijdering van de goddeloze en ontrouwe personen uit de gemeente van Christus zal het Koninkrijk van God op aarde tot stand gaan brengen. Laat inderdaad degene die oren heeft horen wat de geest zegt. Net zoals Jezus de Joden ooit eens vertelde dat het Koninkrijk van God in hun midden was – zo zal ook duidelijk worden dat de gezalfden van Jehovah ook onder hen wandelden – zo zal ook de definitieve verzegeling inhouden dat de overgebleven uitverkorenen hun kronen in ontvangst zullen nemen, zelfs terwijl een aantal van hen op dat moment nog in het vlees op de aarde verblijven.

Sprekend tot deze medekoningen van Christus, schrijft de psalmist: Toon dus inzicht, koningen, laat je corrigeren, rechters van de aarde. Dien Jehovah met eerbied en toon vol vreugde ontzag voor hem. Eer de zoon, anders wordt God verontwaardigd en word je verwijderd van de weg, want zijn woede ontvlamt snel. Gelukkig wie bescherming bij Hem zoekt. (Psalmen 2:10-12)

Het is zeker dat Jehovah de verdorven heersers van Satans wereld niet zal gaan uitnodigen om correctie van Hem te aanvaarden en Hem met vreugde te gaan dienen. Er bestaat voor hen dan ook geen enkele basis om dat te gaan doen. Jezus berispte en tuchtigde zijn apostelen echter heel vaak. Na zijn opstanding berispte Christus hen op strenge toon als onverstandig en traag van begrip dat jullie niet geloven wat de profeten allemaal hebben gezegd. (Lukas 24:25)

De apostel Paulus waarschuwde christenen dat Jehovah iedereen geselt die Hij als zonen ontvangt. De oogst zal zelfs voor de uitverkorenen uitmonden in een hele zware afranseling. Het is zoals Jehovah in Jeremia verklaarde: Want ik ben met je’, verklaart Jehovah, ‘om je te redden. Maar alle volken waarheen ik je verstrooid heb, zal ik vernietigen. Jou zal ik niet vernietigen. Ik zal je in de juiste mate corrigeren en ik zal je beslist niet ongestraft laten. (Jeremia 30:11)

Echter blijft de volgende vraag overeind staan: hoe zullen de natiën dan op de hoogte worden gesteld zodat ze verantwoordelijk kunnen worden gehouden ten overstaan van de troon van God? Jezus verklaart dit als volgt: En jullie, let goed op jezelf. Mensen zullen jullie aan rechtbanken overleveren, en jullie zullen geslagen worden in synagogen en voor bestuurders en koningen terechtstaan ter wille van mij, als een getuigenis voor hen. Ook moet eerst tot alle volken het goede nieuws worden gepredikt. Wanneer ze je komen halen om je over te leveren, maak je dan van tevoren geen zorgen over wat je moet zeggen, maar zeg wat je op dat moment wordt ingegeven. Want wat je zegt, komt niet uit jezelf, maar het is de heilige geest die spreekt. (Markus 13:9-11)

Aangezien éérst het goede nieuws moet worden gepredikt, zal het moment waarop we zullen worden overgeleverd aan plaatselijke rechtbanken evenals het moment waarop we zullen worden geslagen in de Koninkrijkszalen pas gaan plaatsvinden nádat het predikingswerk definitief is voltooid. Jezus moest destijds voor de gouverneur, Pilatus, en koning Herodes komen staan, die de vertegenwoordiger was van de Romeinse koning van het noorden. Ook gedurende de tijd van het einde zullen degenen die ter wille van Christus voor bestuurders en koningen zullen worden gesleept, eveneens een getuigenis over Gods Koninkrijk moeten gaan geven. En nee…ze zullen dan niet het goede nieuws gaan prediken zoals Jehovah’s Getuigen dat tot op heden altijd hebben gedaan. Die bewuste fase zal op dat moment namelijk tot een einde zijn gekomen. De broeders van Christus zullen dan gaan getuigen van het feit dat zij de openbaring van de Mensenzoon met eigen ogen zullen hebben gezien.

De naderende ineenstorting van het huidige systeem zal er ongetwijfeld toe leiden dat de natiën zich zullen gaan verenigen om zodoende hun macht te schenken aan wat het boek Openbaring onthult als zijnde de achtste koning, die voorbestemd zal zijn om gedurende slechts één enkel uur te mogen regeren. Deze achtste koning wordt ook wel afgebeeld als de koning van het noorden in de tijd van het einde. Het getuigenis dat door de broeders van Christus wordt gegeven, zal bestaan uit de verontrustende berichten die erin zullen resulteren dat deze achtste koning van het noorden tot een genocidale razernij zal worden gedreven, ter vervulling van de Psalm waarin staat geschreven: Ze zeggen: ‘Laten we ons bevrijden van hun ketens en hun touwen van ons afschudden! (Psalm 2:3)

Doordat zij de aardse koningen van het Koninkrijk dan ter dood zullen brengen, zullen zij Jehovah aanzetten tot een uitbarsting van al zijn brandende woede. Een woede die de wereld nog nooit eerder heeft meegemaakt. Degenen die zichzelf dan zullen hebben verenigd en die zichzelf dan zullen hebben opgesteld tegen Christus door namelijk zijn broeders te vermoorden, zullen vervallen in doodsangst en zullen uiteindelijk in de vergetelheid raken.