Opmerking van de Nederlandse vertaler: Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op 10 juli 2019.
Fraude en vervalsing in woord en geschrift komen heel vaak voor. Nepnieuws, liegende politici en sluwe beurshandelaren zijn tegenwoordig de normaalste zaak van de wereld. Commerciële partijen presenteren routinematig een verkeerde voorstelling van hun producten of misleiden op een andere manier opzettelijk het publiek. Oorlogen worden meestal gestart door zogenaamde ‘valse vlag-aanvallen’ en een lading van propaganda die wordt afgevuurd. Op individueel niveau komt het nog nauwelijks voor dat we een eerlijk en oprecht persoon tegen het lijf lopen.
Het is dan ook geen wonder dat de wereld vol zit met leugens en leugenaars, wanneer de god van deze wereld degene is die door Jezus de ‘vader van de leugen’ werd genoemd, namelijk Satan de Duivel.
Satans voornaamste doel is om ons te misleiden ten aanzien van Jehovah God. Miljarden mensen op aarde stellen geloof in de religie waarin ze zijn geboren, ongeacht of dit nu het hindoeïsme, de islam, het katholicisme of wat dan ook is. Het zogenaamde onderwijssysteem vanuit de overheid is ook zo ontworpen dat daarmee beïnvloedbare geesten kunnen worden gehersenspoeld om zodoende de evolutieleer te accepteren. De evolutieleer is gebaseerd op geen enkel spoor van bewijs. Ondanks alles zijn deze leugens in de praktijk toch zeer krachtig en effectief gebleken.
Jezus verwees naar zichzelf als “de waarheid”. Hij was dan ook niet alleen maar een oprecht persoon. Hij is daarnaast ook nog de centrale figuur in heel Gods voornemen. Hij is de A tot en met Z, het begin en het einde — het daadwerkelijke Woord van de God der waarheid.
Het is dan ook passend dat Jehovah’s Getuigen hun eigen geloof „de waarheid” noemen. Het is bijvoorbeeld niet ongebruikelijk dat binnen de gemeenschap van de Jehovah’s Getuigen iemand vraagt hoe een ander in ‘de waarheid’ is gekomen of hoe lang iemand al ‘in de waarheid’ is.
Ironisch genoeg gebruikte Jezus diezelfde uitdrukking ook toen hij sprak over de Duivel, toen hij het volgende verklaarde: “…hij hield niet vast aan de waarheid, omdat er geen waarheid in hem is. Als hij liegt, spreekt hij zoals hij is, want hij is een leugenaar en de vader van de leugen.” (Johannes 8:44)
Volgens Jezus was Satan heel lang geleden dus wél in de waarheid, maar op een gegeven moment heeft hij dus de waarheid de rug toegekeerd. Hetzelfde kan worden gezegd over alle engelen die hun oorspronkelijke woonplaats in de hemel hebben verlaten. Het “in de waarheid” zijn heeft dus te maken met het exclusief gehoorzamen van Jehovah God.
De waarheid verandert niet. Naarmate Gods doel zich echter ontvouwt, moeten degenen die “in de waarheid” willen blijven, alles accepteren wat zich manifesteert als zijnde de waarheid, hoe vreemd of hoe onvertrouwd het in eerste instantie ook mag lijken. Om de openbaring van de waarheid te kunnen aanvaarden, kan het nodig zijn dat iemand zijn comfortzone dient te verlaten.
In de eerste eeuw moesten de Joden bijvoorbeeld Jezus gaan aanvaarden als de voorzegde Messias indien ze voorwaarts wilden gaan in de waarheid. Dat was dan ook zeker geen gemakkelijke opgave, aangezien alle Joodse religieuze autoriteiten zich hadden gekeerd tegen Jezus. Er was op een bepaald moment een zéér ijverige Jood die bijzonder sterk tegen Christus was gekant. Deze man stond ook wel bekend onder de naam Saulus. Hij was voornemens om elke Jood te arresteren die beweerde dat hij in Jezus geloofde. Toen hij op een zekere dag onderweg was om nog meer christenen te arresteren, werd hij verblind door een hele sterke lichtflits. De Waarheid openbaarde zich toen aan Saulus en hij werd zeer snel daarna ook een gelovige.
Jehovah’s Getuigen geloven met hart en ziel dat wanneer ze in de waarheid willen blijven, dat het dan ook vereist is om onderworpen te blijven aan het gezag van het Besturende Lichaam en het Wachttorengenootschap. Jehovah’s Getuigen kunnen zich dan ook geen ander scenario voorstellen waarbij ze de zichtbare organisatie niet achterna dienen te lopen. En met dat doel in het achterhoofd heeft het Besturende Lichaam de Wachttoren-organisatie ook gepositioneerd als het middelpunt van de moderne vervulling van alle Bijbelse profetieën. Ze hebben de organisatie bestempeld als zijnde het geestelijke paradijs dat in de profetie werd voorzegd. Jehovah’s Getuigen spreken volgens hen namelijk de zuivere taal van de waarheid. Volken stromen op het pad richting de berg van het huis van Jehovah, wat wil zeggen dat Jehovah’s Getuigen geloven dat het Wachttorengenootschap de profetische berg is.
Maar wat nou indien de toekomstige openbaring van de waarheid van alle Jehovah’s Getuigen zal vereisen dat ze bij wijze van spreken moeten gaan veranderen van religie? Dat zou dan ook zeker een enorme beproeving van hun geloof zijn, die niet veel anders is dan de beproeving die destijds ook werd opgelegd aan de Joden, toen de Waarheid nog onder hen wandelde.
Alleen al de loutere suggestie dat het Wachttorengenootschap niet voor altijd de bron van waarheid zal zijn die ze beweren te zijn, zal in de oren van de overgrote meerderheid van de Jehovah’s Getuigen hoogstwaarschijnlijk klinken als iets bespottelijks. Wanneer Jehovah’s Getuigen zoiets horen zullen ze meteen in een soort reflex springen en zullen ze aannemen dat het een leugen betreft die afkomstig is van een afvallige tegenstander. Echter is de waarheid er altijd al geweest — recht voor onze neus.
Zoals hierboven al werd aangehaald, beweert het Wachttorengenootschap bijvoorbeeld dat Jehovah’s Getuigen de profetie vervullen uit het derde hoofdstuk van Zefanja met betrekking tot de zuivere taal. De profetie is echter heel duidelijk over het feit dat de verandering in een zuivere taal pas plaatsvindt tijdens de dag van Jehovah. Hier volgt een tekst die Jehovah’s Getuigen al vele, vele malen hebben gelezen: “Blijf mij dus verwachten,” verklaart Jehovah, “tot de dag dat ik opsta om buit te halen, want het is mijn rechterlijke beslissing om volken te verzamelen, om koninkrijken bijeen te brengen, om mijn verontwaardiging over ze uit te storten, heel mijn brandende woede. Het vuur van mijn ijver zal de hele aarde verteren. Dan zal ik de taal van de volken veranderen in een zuivere taal, zodat ze allemaal de naam van Jehovah aanroepen en hem schouder aan schouder dienen.” (Zefanja 3:8-9)
Maar wanneer verandert God dan “de taal van de volken in een zuivere taal”? Dat zal pas gaan gebeuren nadat Jehovah God zijn verontwaardiging en woede heeft uitstort. Iedereen die namelijk iets anders beweert is een regelrechte leugenaar. En toch zien we ondanks dit alles dat de officiële leerstelling van het Wachttorengenootschap luidt dat de Jehovah’s Getuigen op dit moment al de zuivere taal zouden spreken. Aan u dan ook de vraag: Wie gaat u geloven? — Het Wachttorengenootschap? Of de Bijbel?
Er zijn daarnaast ook nog vele andere voorbeelden op te noemen waarbij het Wachttorengenootschap de waarheid compleet heeft verdraaid. Jehovah’s Getuigen worden blijkbaar massaal gehypnotiseerd door de vermeende scherpzinnigheid van „de slaaf” terwijl ze zich tegelijkertijd hebben laten misleiden door geloof te stellen in leugens om zodoende “in de waarheid” te kunnen blijven wandelen.
Interessant genoeg blijkt ook in dezelfde context van de hierboven geciteerde passage dat in de nasleep van de uitstorting van Gods woede en verontwaardiging evenals de verwijdering van de hoogmoedigen, dat de Schrift daarnaast ook nog het volgende verklaart: “Op die dag zul je niet te schande worden gemaakt voor al je opstandige daden tegen mij, want de hoogmoedige opscheppers zal ik dan uit je midden verwijderen. Je zult nooit meer hoogmoedig zijn op mijn heilige berg. Ik zal toelaten dat er in jou een nederig, onbeduidend volk overblijft, en zij zullen hun toevlucht zoeken in de naam van Jehovah. De overgeblevenen van Israël zullen geen onrecht doen. Ze zullen geen leugens spreken, in hun mond zal geen bedrieglijke tong worden gevonden. Ze zullen weiden en neerliggen en voor niemand bang zijn.’” (Zefanja 3:11-13)
Beschouw nu eens wat er in de ‘Zuivere aanbidding-publicatie’ van het Wachttorengenootschap staat geschreven. De profetie van Zefanja geeft duidelijk aan dat de uitdrukking van Gods woede jegens degenen die Hij als zijn eigen volk erkent, in de toekomst zal gaan plaatsvinden gelijktijdig met de uitstorting van zijn woede en verontwaardiging over alle natiën der aarde. In de nasleep van deze gebeurtenis zullen er ook geen hoogmoedige leugenaars meer zijn. In het ‘Zuivere aanbidding-boek’ beweert het Wachttorengenootschap dat Gods woede al in het jaar 1914 afnam en ook dat God sindsdien de slechte herders ervan heeft weerhouden om zijn schapen nog langer te tiranniseren.
Hier volgt een fragment uit de ‘Zuivere aanbidding-publicatie’ (hfst 9, alinea 32):
32 Vind je het niet geweldig om in deze bijzondere tijd van herstel te leven? We zien Ezechiëls profetieën nu vervuld worden in alle facetten van onze aanbidding. We kunnen er zeker van zijn dat Jehovah’s volk in deze tijd zijn goedkeuring heeft, zoals hij via Ezechiël voorspelde: ‘Ik zal blij met jullie zijn’ (Ezech. 20:41). Het is echt een voorrecht om deel uit te maken van het verenigde, goed gevoede volk dat Jehovah over de hele wereld looft — een volk dat na eeuwen van geestelijke ballingschap is bevrijd! Toch zullen een aantal herstellingsprofetieën van Ezechiël een nog grotere vervulling krijgen.
Om het bedrog dat het Wachttorengenootschap hier pleegt te benadrukken moet men zich ook bewust zijn van het feit dat de profetieën van Zefanja en Ezechiël in veel opzichten op elkaar lijken. Beide profeten richten zich namelijk op de religieuze verdorvenheid en afgoderij die door de leiders van Gods volk in Jeruzalem worden beoefend. Beide profeten kondigden ook Gods waarschuwingen aan. Daarnaast kennen de beide profetieën ook nog een veel bredere toepassing op de tijdsperiode van de Tweede Komst van Christus en de dag van Jehovah. Beide profetieën voorspellen namelijk dat er een verschrikkelijke vernietiging over Jeruzalem zal komen, gevolgd door een herstel. Volgens Zefanja vindt het herstel pas onmiskenbaar plaats nadat er een zuivering heeft plaatsgevonden van de ongelovigen en de goddelozen. Dan zal God pas behagen scheppen in zijn verootmoedigde, verloste volk. Dit is wat Jehovah heeft verklaard: “Jehovah, je God, is in je midden. Als een Machtige zal hij redden. Hij zal over je juichen met grote vreugde. Hij zal stil worden in zijn liefde. Hij zal blij over je zijn met vreugdekreten. Ik zal degenen verzamelen die treuren omdat ze niet op je feesten zijn. Ze waren afwezig vanwege de schande die ze voor haar dragen.” (Zefanja 3:17-18)
Volgens het ‘Zuivere aanbidding-boek’ bestaat er geen parallel met de verwoesting van Jeruzalem door de Babyloniërs in het christelijke tijdperk. Behalve dan dat God zogenaamd zijn woede over de christenheid zou hebben uitgestort gedurende een periode van ongeveer 1700 jaar; tot aan het jaar 1914. Volgens het Wachttorengenootschap zou in 1914 het grootse herstel hebben plaatsgevonden. De interpretatie van het Wachttorengenootschap staat overduidelijk haaks op de profetie van Zefanja.
De apostel Paulus voorzei dat Jehovah een werk van Satan zou toestaan om daarmee onze liefde voor de waarheid te beproeven. De bedrieglijke invloed is afkomstig van de zogenoemde profetische mens van wetteloosheid die opereert binnen de gemeente van Christus met als doel om Christus te vervangen. Satan ondersteunt zijn eigen mens van wetteloosheid door gebruik te maken van krachtige werken, leugenachtige tekenen, wonderen en allerlei onrechtvaardig bedrog. Doordat het Satan is gelukt om de illusie van een valse Tweede Komst van Christus in het jaar 1914 te bewerkstelligen, bestaat er voor de Jehovah’s Getuigen dan ook geen basis om nog enige toekomstige verwachtingen te hebben met het oog op een toekomstige Tweede Komst van Christus wanneer Jezus een oordeel zal gaan vellen over Gods eigen huisgezin.
Jezus waarschuwde zijn volgelingen op ernstige toon om goed op hun hoede te zijn voor de valse profeten en valse christussen die zouden opduiken tijdens de periode van het besluit — en dan met name tijdens de verdrukking: “Als iemand dan tegen jullie zegt: “Kijk! Hier is de Christus” of: “Kijk, daar is hij!”, moeten jullie het niet geloven. Want er zullen valse christussen en valse profeten verschijnen, die tekenen en wonderen zullen doen in een poging de uitverkorenen te misleiden. Pas dus op. Ik heb jullie alles van tevoren gezegd.“ (Markus 13:21-23)
Het Wachttorengenootschap bezit op dit moment duidelijk nog steeds enige vorm van geloofwaardigheid, althans bij de miljoenen Jehovah’s Getuigen dan. Het is daarnaast ook duidelijk dat de kerken van de heidense christenheid tot op het bot verdorven zijn en geen enkele waarheid bezitten. Wanneer we weten dat dit zo is, zouden de uitverkorenen onder de Jehovah’s Getuigen ook onmogelijk door hen kunnen worden beïnvloed, laat staan dat ze op een dwaalspoor worden gebracht als gevolg van het geblaat van een of andere geestelijke uit een van de vele kerken uit de christenheid.
Echter, gezien het feit dat het Wachttorengenootschap een uitgebreide mythe heeft gecreëerd met betrekking tot het jaar 1914 evenals de mythe dat de Wachttoren-organisatie het centrum zou zijn van de enige echte ware zuivere aanbidding, wat dus aantoonbaar niet waar is, dan moge het dus ook duidelijk zijn dat Jehovah’s Getuigen op dit moment al worden onderworpen aan valse profeten. De reden dat dit niet massaal door de Jehovah’s Getuigen wordt opgemerkt en dat deze kwestie op dit moment helemaal geen aandacht krijgt, is omdat Christus op dit moment nog steeds niet is teruggekeerd.
Maar welke tekenen en wonderen zal Satan dan in de toekomst nog gaan verrichten om, indien het mogelijk zou zijn, zelfs de uitverkorenen te misleiden? Dat valt nog maar te bezien. Maar wanneer we kijken naar het verleden van het Wachttorengenootschap tot nu toe, dan zal er hoogstwaarschijnlijk geen enkele leugen zijn die ze niet zullen vertellen. Maar aan de andere kant: Wat hadden we dan anders moeten verwachten van een ‘werk van Satan’?
Wordt vervolgd…
Leave A Comment