Opmerking van de Nederlandse vertaler: Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op 5 juni 2019. Dit betreft het 11de deel uit de reeks artikelen die dieper ingaan op het boek Ezechiël.
“Mensenzoon, profeteer tegen de profeten van Israël en zeg tegen degenen die hun eigen profetieën verzinnen: “Hoor het woord van Jehovah. Dit zegt de Soevereine Heer Jehovah: ‘Wee de dwaze profeten, die hun eigen geest volgen terwijl ze niets hebben gezien!” (Ezechiël 13:2-3)
Als algemene regel geldt dat alles wat het Wachttorengenootschap onderwijst met betrekking tot de basisleer berust op waarheid. Daarentegen geldt ook dat alles wat het Wachttorengenootschap onderwijst ten aanzien van de moderne toepassing van Bijbelse profetie juist niet op waarheid berust. Het is overigens niet zo dat het Wachttorengenootschap letterlijk profetieën aan het verzinnen is. Bijbelprofetie is geschreven voor een ieder om te kunnen lezen. Datgene wat wordt verzonnen betreft juist de interpretatie van de profetie. En als een andere algemene regel interpreteert het Wachttorengenootschap de Bijbelse profetieën op zo’n manier dat deze worden toegepast op het jaar 1914, 1918 en 1919, enz.
In de publicatie “Zuivere Aanbidding” wordt het jaar 1919 bijvoorbeeld meer dan een dozijn keer genoemd. Het leert dat de uitgedroogde botten uit Ezechiëls visioen in die periode tot leven waren gekomen, evenals nog vele andere dingen. Op pagina 134 van de Zuivere Aanbidding-publicatie staat bijvoorbeeld het volgende geschreven:
14 Sinds 1919, nadat Gods volk geestelijk gereinigd was en begonnen was het geestelijke paradijs binnen te gaan, begon de grotere vervulling van de profetie over het samenvoegen van de stokken.
Tegenwoordig hebben mensen twee opties. Optie 1: ze zouden de bovenstaande verklaring kunnen geloven; of optie 2 – ze zouden de bovenstaande verklaring kunnen verwerpen als zijnde onwaar. Wanneer men echter de leer van het Wachttorengenootschap als waarheid zou omarmen, dan moet deze waarheid natuurlijk wel in overeenstemming zijn met de rest van Gods geïnspireerde woord en het moet daarnaast ook nog in lijn liggen met de realiteit. Met andere woorden: kan de profetische interpretatie door het Wachttorengenootschap overeind blijven staan wanneer er kritisch onderzoek naar wordt verricht? Wanneer dat het geval blijkt te zijn, dan kunnen we er redelijkerwijs ook zeker van zijn dat het waar is. Zo niet, dan betekent dat automatisch ook dat het Wachttorengenootschap in dat geval de leverancier is geworden van valse profetie. Het beproeven van de leer van het Wachttorengenootschap op waarheid betreft trouwens een verplichting van iedere Jehovah’s Getuige: “Onderzoek alles” (1 Thessalonicenzen 5:21)
Sta vervolgens eens stil bij de bovenstaande gedurfde uitspraak van het Wachttorengenootschap betreffende het “geestelijk gereinigd” zijn. De implicatie van die bewering is namelijk dat de organisatie dus heilig en zuiver zou zijn. Bestaat er, behalve de schokkende onbescheidenheid van die aanmatigende veronderstelling nog een andere mogelijkheid om deze leerstelling van het Wachttorengenootschap te kunnen beproeven op basis van de Heilige Schrift? Jazeker. Vergeet niet het volgende: de gehele Schrift is harmonieus.
Het Wachttorengenootschap beweert dat Jezus Christus al in het jaar 1914 is teruggekeerd. Dat weet iedereen. Het derde hoofdstuk van het boek Maleachi betreft een profetie over zijn terugkomst, waarin hij wordt beschreven als de boodschapper van het verbond. (Jezus is de middelaar van het nieuwe verbond.) De profetie zegt verder: “‘Maar wie zal de dag van zijn komst doorstaan? Wie zal standhouden als hij verschijnt? Want hij zal zijn als het vuur van een louteraar en als het loog van de wassers. Hij zal zitten als een louteraar en reiniger van zilver en hij zal de zonen van Levi reinigen. Hij zal hen zuiveren als goud en als zilver, en ze zullen voor Jehovah mensen worden die een offergave aanbieden in rechtvaardigheid. De offergave van Juda en van Jeruzalem zal echt aangenaam zijn voor Jehovah, zoals in de dagen van vroeger en in de jaren van de oudheid.” (Maleachi 3:2-4)
Nogmaals, het Wachttorengenootschap beweert dat de boodschapper van het verbond op dit moment al zou zijn gekomen. Daarnaast beweert het Wachttorengenootschap ook dat de boodschapper van het verbond Jehovah’s volk al meer dan een eeuw geleden zou hebben gezuiverd en verfijnd. Denk nu echter eens goed na over de volgende vraag: “Wie zal degene zijn die zal standhouden wanneer hij verschijnt?”
Afgezien van het feit dat er niet zoiets bestaat als een ‘onzichtbare verschijning’, wat betekent het dan precies om voor Christus stand te houden? Het moge duidelijk zijn dat “standhouden” of “blijven staan”, betekent dat iemands geloof intact blijft en goedgekeurd wordt. Het “niet standhouden” betekent dus vallen, struikelen of niet goedgekeurd worden. Redelijkerwijs zullen we dus ofwel standhouden of we zullen struikelen zodra Jezus komt om het laatste oordeel te vellen. Feitelijk gebruikte Jezus ook precies dezelfde analogie met betrekking tot het standhouden voor de Mensenzoon, toen hij het volgende verklaarde: “Let goed op jezelf, zodat je hart nooit overbelast raakt door te veel eten en te veel drinken en de zorgen van het leven. Anders overvalt die dag je plotseling, als een val die dichtklapt. Want die dag zal komen over alle mensen die op aarde leven. Blijf dus wakker en blijf smeken dat het je zal lukken om aan al deze dingen die moeten gebeuren te ontkomen en om vóór de Mensenzoon te staan.” (Lukas 21:34-36)
Jehovah’s Getuigen weten dat Jezus hier sprak over de verdrukking die over de wereld komt. Het is dan ook niet nodig om extra te moeten vermelden dat de grote verdrukking die deze wereld op haar grondvesten zal laten schudden, nu nog steeds niet heeft plaatsgevonden. De periode van de grote verdrukking zal dan ook precies het moment zijn wanneer christenen voor de Mensenzoon zullen moeten staan. Houden ze geen stand dan struikelen ze. (Toevoeging: vanaf het jaar 1925 leerde het Wachttorengenootschap dat de grote verdrukking al in het jaar 1914 begon, en dat de dagen ervan werden verkort. Ze bleven dit onderwijzen tot 15 januari 1970, toen het Wachttorengenootschap hun begrip ineens “bijstelde”.)
Maar hoe zit het dan met het zuiveringsproces? Louterde Jezus de organisatie in het jaar 1919 om zodoende een geestelijk paradijs te creëren? Heeft Christus toen werkelijk de Internationale Bijbelonderzoekers gezuiverd door middel van vuur om daarmee al hun onzuiverheden weg te smelten om daarmee zuiver zilver en goud voort te brengen? Laten we eens kijken naar twee andere gerelateerde profetieën. De eerste is Ezechiël 22:17-22, waarin staat geschreven: “Het woord van Jehovah kwam opnieuw tot mij: ‘Mensenzoon, het huis van Israël is voor mij als waardeloze schuimslakken geworden. Ze zijn allen koper, tin, ijzer en lood in een smeltoven. Ze zijn zilverschuim geworden. Daarom zegt de Soevereine Heer Jehovah: “Omdat jullie allemaal als waardeloze schuimslakken zijn geworden, breng ik jullie in Jeruzalem bijeen. Zoals zilver, koper, ijzer, lood en tin in een smeltoven worden verzameld om er vuur op te blazen en het te smelten, zo zal ik jullie in mijn grote woede bijeenbrengen en zal ik op jullie blazen en jullie laten smelten. Ik zal jullie bijeenbrengen en op jullie blazen met het vuur van mijn woede, en jullie zullen in haar gesmolten worden. Zoals zilver in een smeltoven wordt gesmolten, zo zullen jullie in haar worden gesmolten. En jullie zullen moeten weten dat ikzelf, Jehovah, mijn woede over jullie heb uitgestort.”
In de metaalbewerking wordt het erts blootgesteld aan extreme hitte om zo de metalen te kunnen smelten. De onzuiverheden in de smeltketel drijven hierdoor naar boven, de zogenaamde schuimslakken, waar ze vervolgens worden afgeroomd waardoor het zuivere, verfijnde metaal zoals goud of zilver overblijft. Soms wordt er aan de gesmolten massa ook nog loog toegevoegd om daarmee de slak te verwijderen — de zogenoemde schuimslakken. Bij het gebruik van deze illustratie gaat het erom dat God niet alleen maar voornemens is om goddeloze mensen te vernietigen. Het hele doel van het raffineren van metaal is om iets waardevols te creëren, zoals bijvoorbeeld zuiver goud of zilver. Wanneer mensen worden vergeleken met schuimslakken, dan betekent dit dus dat Jehovah God de goddelozen eerst zal moeten verwijderen om daarna een rechtvaardig en getrouw volk over te houden. Nu rijst ook nog de volgende vraag: Waren de Bijbelonderzoekers destijds al door de extreme hitte van de Eerste Wereldoorlog gesmolten? Was Gods woede toen al zo intens dat de Bijbelonderzoekers destijds al zo zuiver als goud uit het vuur van de smeltoven tevoorschijn kwamen?
Sta ook eens stil bij nog een andere profetie in Jesaja: “Daarom verklaart de ware Heer, Jehovah van de legermachten, de Machtige van Israël: ‘Genoeg! Ik zal me ontdoen van mijn tegenstanders, ik zal wraak nemen op mijn vijanden. Ik zal me tegen je keren. Ik zal je schuimslakken uitsmelten als met loog en ik zal al je onzuiverheden verwijderen. Ik zal je rechters weer maken zoals vroeger en je raadgevers zoals in het begin. Daarna zul je worden genoemd: Stad van Rechtvaardigheid, Trouwe Stad. Sion zal door recht verlost worden en haar inwoners die terugkomen door rechtvaardigheid. De opstandelingen en zondaars zullen worden verpletterd, en wie Jehovah verlaten, zullen aan hun eind komen.” (Jesaja 1:24-28)
Een eenvoudige vraag om eens te overwegen is deze: Heeft Jehovah in het jaar 1919 een einde gemaakt aan opstandelingen en zondaars? Kwamen degenen die Jehovah hadden verlaten een eeuw geleden al aan hun einde? Niemand die bij zijn volle verstand is zou zoiets bizars geloven. Het smeltproces heeft uiteraard nog steeds niet plaatsgevonden. De aankomende grote verdrukking zal namelijk gaan dienen als de hoogoven die Jehovah’s smeltoperatie tot stand zal brengen. Dat zal dan ook het moment zijn waarop de goddelozen – de schuimslakken – zullen worden afgeroomd en op de slakkenhoop zullen worden gedumpt.
Gezien het onmiskenbare feit dat Gods symbolische smeltoperatie nog steeds niet heeft plaatsgevonden, betekent dit dus ook dat de boodschapper van het verbond nog steeds niet is gearriveerd. Dat betekent dus ook dat Jezus niet in het jaar 1914 kwam. Ook begon er in dat jaar geen enkele vorm van onzichtbare parousia. De hele doctrine van het Wachttorengenootschap over de stelling dat het Koninkrijk al in het jaar 1914 zou zijn opgericht, betreft niets anders dan een louter verzinsel.
Jehovah illustreert vervolgens hoe ver het leiderschap van de Jehovah’s Getuigen is gegaan om hun eigen 1914-misleiding in stand te houden, door dit bedrog te vergelijken met een witgekalkte muur. Jehovah legt uit: “En dat allemaal omdat ze mijn volk op een dwaalspoor hebben gebracht door te zeggen: ‘Er is vrede!’, terwijl er geen vrede is. Als er een gammele scheidsmuur wordt gebouwd, bepleisteren ze die met witkalk.” Zeg tegen degenen die met witkalk pleisteren dat hij zal vallen. Het zal stortregenen, hagelstenen zullen neerkletteren en hij zal instorten door een krachtige stormwind. Als de muur instort, zal aan jullie worden gevraagd: “Waar is die pleisterlaag van jullie?” (Ezechiël 13:10-12)
Jaar na jaar voert het Wachttorengenootschap allerlei aanpassingen door. In de afgelopen 20 jaar heeft het Besturende Lichaam bijvoorbeeld de betekenis van ‘een generatie’ opnieuw gedefinieerd — u weet wel, die generatie die nooit zou sterven. Daarnaast heeft het Wachttorengenootschap ook nog vele, vele andere zogenaamde aanpassingen doorgevoerd. Dit hebben ze allemaal gedaan om hun eigen 1914-doctrine te beschermen als zijnde het jaar waarin Christus naar de aarde zou zijn teruggekeerd. Het is dan ook alsof hun gammele doctrinaire muur constant onderhoud nodig heeft om maar niet om te vallen, waarbij het Wachttorengenootschap gips-, pleisterwerk en witkalk op deze muur aan het smeren is om de barsten te camoufleren. Wat een treffende illustratie, aangezien er heel gemakkelijk kan worden aangetoond dat het Wachttorengenootschap zijn eigen geschiedenis en wandaden aan het witwassen is — en dat allemaal om het valse visioen te bevorderen dat de Wachttoren-organisatie het voorzegde geestelijke paradijs zou zijn.
Er valt daarnaast ook niet te ontkennen dat het Wachttorengenootschap beweert dat Jehovah’s Getuigen vanwege hun loyaliteit aan de organisatie in vrede met God zouden leven. Sterker nog: de “Zuivere Aanbidding-publicatie” gaat zelfs zo ver dat ze beweert dat Jehovah’s Getuigen op dit moment al zouden genieten van “vrede en veiligheid”. Hier volgt een citaat uit alinea 20 op pagina 91:
Kort daarna, in 1919, stelde de nieuwe Koning ‘de getrouwe en beleidvolle slaaf’ aan om de ‘huisknechten’ te voeden — Gods trouwe aanbidders met de hoop op leven in de hemel of op aarde. Onder leiding van Christus heeft de getrouwe slaaf Gods schapen goed gevoed met geestelijk voedsel. Dat voedsel heeft hen geholpen vrede en veiligheid te bevorderen in het geestelijke paradijs dat nu gevormd wordt.
Gezien de grote belangstelling voor de profetie van Paulus met betrekking tot de uitdrukking “als ze zeggen ‘vrede en veiligheid…”‘ zou men juist eerder veronderstellen dat het Wachttorengenootschap het gebruik van deze uitdrukking hier juist zou vermijden. Waarom zouden ze hier dan niet bijvoorbeeld “veiligheid en vrede” zeggen? Of: “vreedzaam en veilig”? Het is dan ook net alsof het Besturende Lichaam hier bezig is met het honen van Jehovah God. Misschien zou het Besturende Lichaam zelfs onderdeel kunnen uitmaken van “ze” die zullen zeggen “vrede en veiligheid”. Het is dan ook duidelijk dat ze het hebben gezegd en dat ze het nog steeds blijven zeggen.
Het boek Jeremia bevat daarnaast ook nog een soortgelijke profetie: “‘Want iedereen, van klein tot groot, maakt oneerlijke winst, iedereen, van profeet tot priester, pleegt bedrog. En ze proberen de wonden van mijn volk oppervlakkig te genezen door te roepen: “Er is vrede! Er is vrede!”, terwijl er geen vrede is.” (Jeremia 6:13-14)
De zin “van profeet tot priester” heeft betrekking op de leiders. En de leiders van de Jehovah’s Getuigen beoefenen hier absoluut bedrog; namelijk het bedrog dat Christus al vanaf het jaar 1914 zou zijn gekomen en dat Jezus hen op dit moment al zijn eeuwige zegen en goedkeuring zou hebben gegeven. En daar zitten ze dan. Lekker comfortabel in hun nieuwe granieten paleis in Warwick. Ze genieten van alle luxe en veiligheid die miljoenen Jehovah’s Getuigen wereldwijd niet hebben en die zich dit ook niet kunnen veroorloven. Bij sommige gemeenten is zelfs gebleken dat hun eigen Koninkrijkszalen door het Wachttorengenootschap werden verkocht waardoor de broeders en zusters feitelijk werden onteigend van hun plaats van aanbidding die ze zelf hadden gebouwd en gefinancierd. Wanneer we het dan toch hebben over “oneerlijke winst”…
De laatste jaren is er een toenemende ontgoocheling ontstaan over het Wachttorengenootschap dat tot gevolg heeft dat er een steeds groter groeiende exodus is ontstaan onder de Jehovah’s Getuigen. Het is niet erg waarschijnlijk dat het Wachttorengenootschap zelf ooit de eerlijke cijfers zou publiceren, maar de aantallen moeten hoe dan ook aanzienlijk zijn. Ongetwijfeld zullen er op dit moment honderdduizenden en misschien wel miljoenen Jehovah’s Getuigen zijn die reeds uit de organisatie zijn vertrokken of die zich stilletjes aan het ‘terugtrekken’ zijn. De organisatie blijft echter de groeicijfers publiceren omdat er nog continu nieuwe personen worden gedoopt ter vervanging van degenen die uit de organisatie vertrekken. Ook zien we dat het Wachttorengenootschap de doop van steeds jongere kandidaten (kinderen en zelfs kleuters) aan het bevorderen is in een wanhopige poging om de groeicijfers op creatieve wijze aan te dikken.
Ook het internet voedt ongetwijfeld deze exodus onder Jehovah’s Getuigen. Het Wachttorengenootschap kan hun eigen wandaden op het internet namelijk niet zo gemakkelijk witwassen. Maar zelfs dan is het nog steeds overduidelijk dat de val van Gods volk op dit moment aan het plaatsvinden is. En in overeenstemming met de profetie probeert het Besturende Lichaam deze ineenstorting slechts oppervlakkig te genezen door te beweren dat alles momenteel prima gaat — er is vrede! er is vrede!
Jehovah zei vervolgens tot Ezechiël: “Zeg tegen degenen die met witkalk pleisteren dat hij zal vallen. Het zal stortregenen, hagelstenen zullen neerkletteren en hij zal instorten door een krachtige stormwind. Als de muur instort, zal aan jullie worden gevraagd: “Waar is die pleisterlaag van jullie?” De Soevereine Heer Jehovah zegt daarom: “Ik zal krachtige stormwinden laten losbarsten in mijn woede, stortregens in mijn boosheid en hagelstenen in verwoestende razernij. De muur die jullie met witkalk hebben bepleisterd, zal ik afbreken en met de grond gelijkmaken. Het fundament zal bloot komen te liggen. Jullie zullen in de stad omkomen als ze valt. Jullie zullen moeten weten dat ik Jehovah ben.” (Ezechiël 13:11-14)
In overeenstemming met Gods instructies aan Ezechiël heb ik geprobeerd om Bethel op de hoogte te brengen van het feit dat hun muur — of wellicht hun “wachttoren” in zal gaan storten. Sterker nog: in oktober 2006 publiceerde ik zelfs een korte open brief met de titel ‘De muur moet omvallen’. Deze open brief werd opgestuurd naar alle leden van het Besturende Lichaam en alle afdelingshoofden, evenals naar alle bijkantoren in het Engelstalige veld. Daarbij ontvingen zij ook nog allemaal een eigen exemplaar van de eerste Engelse uitgave van het boek “Jehovah zelf is koning geworden”.
Hoe zal deze muur dan gaan vallen? De symbolische stortregens en hagelstenen van Jehovah’s vernietigende woede zullen tot uiting komen door middel van een wereldoorlog en een grote verdrukking. Dan zal het voor iedereen pas echt duidelijk gaan worden dat de 1914-doctrine van het Wachttorengenootschap niets anders was dan een totale schijnvertoning — een hele grote misleiding. Vanaf dat moment zal inderdaad blijken dat de dwaze profeten helemaal niets meer te zeggen zullen hebben.
Leave A Comment