Dagtekst woensdag 13 april 2022

Ik noem jullie vrienden. — Joh. 15:15.

Personen die met de geest gezalfd zijn, hebben de hoop voor eeuwig bij Jezus te zijn en met hem te regeren in Gods Koninkrijk. Ze zullen dus echt bij Jezus zijn — hem zien, met hem praten en met hem omgaan (Joh. 14:2, 3). Ook degenen die de aardse hoop hebben krijgen Jezus’ liefde en aandacht. Al zullen ze Jezus niet zien, hun vriendschap met hem zal steeds hechter worden terwijl ze genieten van het leven dat Jehovah en Jezus mogelijk maken (Jes. 9:6, 7). Als je ingaat op Jezus’ uitnodiging om zijn vriend te worden, leidt dat tot veel zegeningen. Je bent dan nu al verzekerd van zijn liefde en steun. Je krijgt de mogelijkheid eeuwig te leven. En wat het belangrijkste is, je vriendschap met Jezus leidt tot het allermooiste cadeau: een hechte vriendschap met zijn Vader, Jehovah. Wat een voorrecht een vriend van Jezus te worden genoemd! w20.04 25 ¶15-16

Ik weet niet waarom ze het zelf niet kunnen zien. Ik weet ook niet waarom ik dat wel kan. Ik ben helemaal niet zo slim ofzo. Het is vreemd, eenzaam en toch geweldig om de enige persoon ter wereld te zijn die iets weet wat niemand anders weet. Het betreft geen geheime kennis, hoewel ik veronderstel dat het volgende gezegde wel degelijk waar is: het ligt verborgen midden in je gezicht. (In het Engels: ‘hidden in plain sight’) Het staat tenslotte in hetzelfde boek geschreven dat iedereen leest en naar behoren bestudeert. Ik heb geprobeerd om het zo duidelijk mogelijk uit te leggen in het hoofdstuk De Parousia. Wellicht ben ik dan ook niet zo’n goede uitlegger. Of wellicht zijn het Besturende Lichaam en zijn helpers gewoon te blind en te koppig om het te zien. Misschien geloven ze juist wel heel graag in slim bedachte verzinsels.

Het Wachttorengenootschap zei het hierboven toch echt: “Ze zullen dus echt bij Jezus zijn — hem zien, met hem praten en met hem omgaan.”

Het woord “parousia” betekent letterlijk ‘naast zijn’ of ‘langszij begeven’. Met andere woorden, ze zullen dus werkelijk bij Christus zijn, hem zien en met hem spreken terwijl ze nog op aarde zullen zijn. Christus zal zich aan hen gaan openbaren. Dat is dan ook precies wat Openbaring betekent. In tegenstelling tot datgene wat adventisten en evangelische groeperingen zich hierbij voorstellen, zal Jezus echter niet door de wereld worden gezien – alleen door degenen die geroepen, getrouw en uitverkoren zijn. Alleen zij zullen hem met hun eigen ogen gaan aanschouwen.

Ter bevestiging: Jezus zal niet gaan verschijnen als een mens. Ook al was het zo dat Christus zichzelf na zijn opstanding wel degelijk in het vlees manifesteerde en ook al sprak hij met zijn discipelen terwijl zij tijd met hem doorbrachten, zijn parousia zal daarentegen iets heel anders zijn. Petrus, Jakobus en Johannes hebben een glimp opgevangen van hoe Jezus zichzelf zal gaan manifesteren. Jezus nam hen mee naar de top van een hoge berg. Het was nacht: Voor hun ogen veranderde hij van gedaante. Zijn kleren begonnen te glanzen en werden zo wit als niemand op aarde ze zou kunnen wassen. Ook verschenen aan hen Eli̱a en Mozes, en ze waren met Jezus in gesprek. (Markus 9:2-4)

Jaren later verwees de apostel Petrus naar zijn meeslepende ervaring en schreef: Toen we de kracht en aanwezigheid van onze Heer Jezus Christus aan jullie bekendmaakten, baseerden we ons niet op slim bedachte verzinsels. Integendeel, we zijn ooggetuigen geweest van zijn grootheid. (2 Petrus 1:16)

Het feit dat ze een ooggetuige zijn geweest van zijn grootse aanwezigheid (parousia), bevestigt dat de letterlijke parousia ook iets zichtbaars zal zijn, tenminste voor degenen die zijn uitverkoren, net zoals Petrus, Jakobus en Johannes die werden gekozen om Jezus te vergezellen toen hij de berg opging. Laat Jehovah’s Getuigen nou eens een keer goed nadenken over de vraag hoe het voor wie dan ook mogelijk zou kunnen zijn om ooggetuige te zijn van een onzichtbare Jezus.

De betekenis van het feit dat Mozes en Elia beiden in het visioen verschenen, is omdat zij ook beiden Jehovah’s manifestatie hadden gezien en daarna figuurlijk door God werden weggenomen. Mozes zag Jehovah’s tegenwoordigheid op de berg Sinaï en er kwamen stralen van zijn gezicht af als gevolg van deze ontmoeting met het goddelijke. Later nam Jehovah Mozes mee naar de berg Pisgah, waar hij het Beloofde Land kon zien, en vervolgens nam God hem mee waarop niemand daarna ooit zijn graf kon vinden.

Elia ervaarde de manifestatie van de goddelijke aanwezigheid toen hij zich in een grot verborgen hield voor Izebel. Vervolgens hoorde hij een stem zeggen: Kom naar buiten en ga hier op de berg vóór Jehovah staan.’ En Jehovah ging voorbij. Er ging een grote en sterke wind voor Jehovah uit die bergen spleet en rotsen aan stukken sloeg, maar Jehovah was niet in de wind. Na de wind was er een aardbeving, maar Jehovah was niet in de aardbeving. Na de aardbeving was er vuur, maar Jehovah was niet in het vuur. Na het vuur was er een rustige, zachte stem. Zodra Eli̱a dat hoorde, bedekte hij zijn gezicht met zijn ambtsgewaad. Hij ging naar buiten en bleef bij de ingang van de grot staan. Toen vroeg een stem hem: ‘Wat doe je hier, Eli̱a?’ (1Koningen 19:11-13)

Later werd Elia in een vlammende strijdwagen richting de hemel gebracht.

De verschijning van Mozes en Elia in het visioen stelt de uitverkorenen voor die Jezus zullen gaan zien en met hem zullen gaan spreken wanneer hij in al zijn prachtige glorie aan hen zal verschijnen. De wind, aardbeving en het vuur welke voor Jehovah uitgingen, die met kalme, zachte stem tot Elia sprak, symboliseert dat de manifestatie van Christus pas na de verdrukking zal gaan plaatsvinden.