Dagtekst vrijdag 4 maart 2022

Lot bleef treuzelen. — Gen. 19:16.

Op een belangrijk punt in zijn leven was Lot traag met het opvolgen van Jehovah’s instructies. Misschien vind je dat een beetje onverschillig van Lot, of zelfs ongehoorzaam. Maar Jehovah schreef hem niet af. Omdat ‘Jehovah medelijden met hem had’, namen de engelen het hele gezin bij de hand om ze de stad uit te leiden (Gen. 19:15, 16). Er kunnen meerdere redenen zijn geweest waarom Jehovah medelijden met Lot had. Misschien durfde Lot niet weg te gaan omdat hij bang was voor de mensen buiten de stad. En er waren nog andere gevaren. Waarschijnlijk wist Lot van de twee koningen die in de nabijgelegen vallei in asfaltputten waren gevallen (Gen. 14:8-12). Als man en vader moet hij zich ook zorgen hebben gemaakt om zijn vrouw en dochters. Bovendien was Lot rijk, dus hij had misschien een heel mooi huis in Sodom (Gen. 13:5, 6). Natuurlijk neemt dat allemaal niet weg dat Lot Jehovah gewoon meteen had moeten gehoorzamen. Maar Jehovah keek verder dan wat Lot fout had gedaan en bezag hem als een ‘rechtvaardige man’ (2 Petr. 2:7, 8). w20.04 18 ¶13-14

Waarom is het Wachttorengenootschap bezig met te speculeren over de mogelijke redenen voor Lots aarzeling? Deze benadering van onderwijzen lijkt deel uit te maken van een trend die we al langere tijd zien. Een trend waarbij bijbelverslagen worden gepresenteerd als een soort van soapserie met heel veel poespas eromheen. Het is alsof het Wachttorengenootschap onderwijs aan het geven is aan een stel kleine kinderen, wat overeenkomsten vertoont met het opzettelijk dom houden van de hele westerse wereld in het algemeen.

Feitelijk komt dit neer op de vervulling van de profetie: Aan wie zal kennis gegeven worden en aan wie zal de boodschap uitgelegd worden? Aan degenen die net van de moedermelk af zijn, die net van de borst zijn gehaald? Want het is ‘gebod na gebod, gebod na gebod, regel na regel, regel na regel, hier een beetje, daar een beetje’. (Jesaja 28:9-10)

Lot was nogal traag.

Waarom eigenlijk? Het lijkt nogal vaag.

Maar de engelen namen hem bij de hand

en ze zeiden: “Tijd om te gaan onderhand!”​

Jezus sprak trouwens ook over de man Lot. Echter sprak Jezus daarentegen helemaal niet over het feit dat Lot treuzelde om de instructies van de engel op te volgen. Jezus vergeleek de uittocht van Lot uit Sodom namelijk met iets dat zéér ingrijpende en verstrekkende gevolgen heeft. Jezus zei namelijk in Lukas 17:28-30: Het zal net zo gaan als in de tijd van Lot: de mensen aten en dronken, ze kochten en verkochten, ze plantten en ze bouwden. Maar op de dag dat Lot uit Sodom vertrok, regende het vuur en zwavel uit de hemel, waardoor ze allemaal werden vernietigd. Zo zal het ook gaan op de dag waarop de Mensenzoon wordt geopenbaard.

Hoe zou de Mensenzoon dan geopenbaard kunnen worden? Gezien het feit dat er een vernietiging zal gaan plaatsvinden wanneer de Mensenzoon zal worden geopenbaard, die vergelijkbaar is met de wijze waarop Sodom en Gomorra in de as werden gelegd, hoe kan het dan dat het Wachttorengenootschap helemaal geen interesse toont in de onthulling van de Mensenzoon, maar zich alleen maar bezighoudt met onbenullige kwesties waar we het antwoord niet op kunnen weten, zoals de vraag uit de bovenstaande dagtekst, waarom Lot bleef treuzelen?

Er bestaat namelijk wel degelijk een reden waarom het Wachttorengenootschap geen interesse toont in de openbaring van Jezus. Dat komt omdat de Bijbel aangeeft dat de openbaring van de Mensenzoon en de aanwezigheid van Christus (parousia) beiden hetzelfde betekenen. En aangezien het Wachttorengenootschap zichzelf heeft toegewijd aan het betekenisloos maken van de parousia, worden ze tegelijkertijd ook gedwongen om dan maar geen nadruk te leggen op de manifestatie en de openbaring van Christus, oftewel de openbaring van de Mensenzoon.

De parousia/openbaring connectie kan heel gemakkelijk worden aangetoond. Kijk maar eens naar de context in het 17de hoofdstuk van Lukas. In dezelfde bespreking als die van Lot die uit Sodom vluchtte, verwees Jezus daarnaast ook nog naar de dagen van Noach. Jezus zei hier namelijk: Want net zoals de bliksem de hemel van de ene tot de andere kant oplicht, zo zal de Mensenzoon zijn in die tijd. Maar eerst moet hij veel lijden ondergaan en door deze generatie verworpen worden. In de tijd van de Mensenzoon zal het net zo gaan als in de tijd van Noach: de mensen aten en dronken, mannen trouwden en vrouwen werden uitgehuwelijkt, tot de dag dat Noach de ark in ging en de vloed kwam, die hen allemaal vernietigde. (Lukas 17:24-27)

Jezus maakte hier in deze verzen geen melding van zijn aanwezigheid of van de openbaring van zichzelf. Hij benadrukte hier echter de vergelijking van Lot die Sodom verliet en concludeerde “zo zal het ook gaan op de dag waarop de Mensenzoon wordt geopenbaard.” In het verlengde daarvan betekent dit dus dat de dag dat Noach de ark binnenging en de zondvloed hen allemaal vernietigde, vergelijkbaar is met de dag waarop de Mensenzoon wordt geopenbaard.

Sta met het bovenstaande in gedachten eens stil bij wat Jezus op de Olijfberg tegen zijn apostelen zei: Van die dag en dat uur weet niemand iets af, ook de engelen in de hemel en de Zoon niet, maar alleen de Vader. De aanwezigheid van de Mensenzoon zal zijn als de tijd van Noach. Want in de tijd vóór de vloed aten en dronken de mensen, mannen trouwden en vrouwen werden uitgehuwelijkt, tot de dag dat Noach de ark in ging. En ze hadden er geen aandacht voor totdat de vloed kwam en ze allemaal wegvaagde. Zo zal ook de aanwezigheid van de Mensenzoon zijn. (Mattheüs 24:36-39)

Precies dezelfde vergelijking wordt ook gemaakt met betrekking tot het kritieke moment dat Noach de ark binnenging, maar in plaats van het te vergelijken met de openbaring van de Mensenzoon, verwees Jezus tot tweemaal toe naar de “aanwezigheid van de Mensenzoon”.

Alleen de meest koppige tegenstander van de waarheid zou kunnen blijven ontkennen dat de parousia en de openbaring van Christus beiden dezelfde gebeurtenis zijn. En dat is natuurlijk ook precies wat het Wachttorengenootschap hier doet. Hoe zouden deze beide dingen in hemelsnaam hetzelfde kunnen betekenen in de belevingswereld van het Wachttorengenootschap? Volgens de leer van het Wachttorengenootschap zou Jezus ondertussen alweer langer dan een eeuw onzichtbaar aanwezig zijn. De openbaring van een onzichtbare geest valt gewoon niet te rijmen binnen hetgeen het Wachttorengenootschap onderwijst; daarom bestaat het volgens hen ook niet.

Laat het Besturende Lichaam en hun rampzalige helpers hun breinen dan maar breken over de zeer ingewikkelde en verstrekkende gevolgen ten aanzien van de vraag waarom Lot treuzelde: Maar weet dit: als de huiseigenaar had geweten hoe laat de dief zou komen, zou hij wakker zijn gebleven en niet hebben toegelaten dat er in zijn huis werd ingebroken. Zorg daarom dat je er klaar voor bent, want de Mensenzoon komt op een uur waarop je het niet verwacht. (Mattheüs 24:43-44)