Dagtekst zondag 20 februari 2022
Dat zal je zeker niet overkomen. — Matth. 16:22.
Petrus zei of deed soms dingen waar hij later spijt van kreeg. Toen Jezus bijvoorbeeld tegen zijn apostelen zei dat hij veel lijden zou ondergaan en zou sterven, begon Petrus hem de les te lezen en zei wat in de tekst voor vandaag staat (Matth. 16:21-23). Daarna werd hij door Jezus gecorrigeerd. Toen Jezus gearresteerd werd, sloeg Petrus in een opwelling een slaaf van de hogepriester zijn oor af (Joh. 18:10, 11). Opnieuw werd hij door Jezus gecorrigeerd. Verder had Petrus opgeschept dat de andere apostelen misschien vanwege Christus zouden struikelen, maar hij nooit (Matth. 26:33). Maar die overmoed maakte plaats voor mensenvrees, en Petrus verloochende zijn Meester drie keer. Zwaar ontmoedigd ‘ging hij naar buiten en huilde bitter’ (Matth. 26:69-75). Hij zal zich vast hebben afgevraagd of Jezus hem ooit kon vergeven. Petrus liet zich niet zozeer ontmoedigen dat hij het opgaf. Hij krabbelde weer overeind, en later vinden we hem terug bij de andere apostelen (Joh. 21:1-3; Hand. 1:15, 16). w20.12 20 ¶17-18
De apostel Petrus had goede bedoelingen. Ook was hij wat we in de moderne volkstaal zouden omschrijven als ‘onwetend’ en overmoedig. Hij veronderstelde dat hij meer kennis had over de ‘allerbelangrijkste opdracht’ dan Jezus zelf had. Wellicht kwam dit doordat hij met eigen ogen had gezien dat Jezus veel verbazingwekkende wonderen had verricht. Zijn schijnbaar goedbedoelde advies (“wees goed voor jezelf, Heer”), vormde een enorm struikelblok voor Christus. Satan had maar al te graag gewild dat Jezus goed voor zichzelf was geweest zodat Jezus ervoor zou terugdeinzen om zijn ziel als loskoopoffer op te offeren. Stel jezelf eens voor wat er was gebeurd indien Petrus erin zou zijn geslaagd om Christus ervan te weerhouden Gods wil te doen.
Petrus bezat echter één essentiële eigenschap, namelijk: geloof. Hij geloofde dat Jezus de Zoon van de levende God was. Dat was meer dan wat de meeste Joden hadden, en dan met name het Joodse bestuur. Hoewel Petrus en zijn mede-apostelen geloof bezaten, ontbrak het hen tegelijkertijd aan kennis. Ze veronderstelden namelijk dat Jezus de troon van David direct ter plekke in Jeruzalem zou gaan overnemen.
Jakobus en Johannes hadden zichzelf ook te schande gemaakt doordat ze er bij hun moeder op aandrongen om aan Jezus te vragen of hij de ‘zonen van de donder’ aan de rechter- en linkerzijde van zijn aardse troon wilde plaatsen. Zes dagen nadat Petrus Jezus had berispt, werd hij samen met de zonen van de donder ooggetuigen van de glorierijke transfiguratie van Christus. Op een later moment schreef Petrus dat de transfiguratie een voorbode betrof op de parousia (Tweede Komst van Christus).
De dwaasheid van Petrus en de algehele blindheid van de discipelen met betrekking tot de aard van de aardse opdracht van Christus vinden een parallel met het leiderschap van Jehovah’s Getuigen in deze tijd. Net zoals de apostelen opereerden in de waanvoorstelling dat het Koninkrijk onmiddellijk in hun tijd nog zou worden opgericht, zo heeft het Wachttorengenootschap op dezelfde manier verkondigd dat Christus al zou zijn gekomen en ook dat het Koninkrijk op dit moment al zou regeren. (zie ook het hoofdstuk: ‘Wie is blind?’)
In het geval van de apostelen verbleven ze resoluut in een staat van onwetendheid, zelfs toen de menigte kwam om Jezus te arresteren. Ze keken hulpeloos toe hoe de Hoop van Israël aan een paal werd genageld. Ze waren zich bewust van het feit dat het dode lichaam van Jezus in een tombe lag. Zelfs nadat Maria hun had gemeld dat Jezus leefde, bleven ze alsnog weigeren om haar getuigenis te geloven. Thomas weigerde daarnaast ook om het getuigenis van de andere apostelen te geloven, namelijk dat Jezus echt leefde. Het was dan ook geen wonder dat Jezus hen berispte omdat ze zo onverstandig waren en omdat ze traag waren van begrip door niet te geloven wat er in de Schrift stond opgetekend. (Lukas 24:25)
Nogmaals, het Besturende Lichaam en in het verlengde daarvan ook het overige leiderschap van de Wachttoren-organisatie, zijn eveneens onverstandig en traag van begrip wegens een gebrek aan geloof. Ze zullen blijven weigeren om te geloven totdat ze keihard zullen worden geconfronteerd met hun eigen dwaasheid. Hoe zal dat dan gaan gebeuren? Simpel. Natie zal in opstand komen tegen natie. Koninkrijk tegen Koninkrijk. Er zal dan sprake zijn van een wereldwijde angst evenals van een vernietiging op massale schaal. Wanneer dat zich voltrekt zullen er velen tot struikelen worden gebracht. Het zal dan ook precies zo zijn zoals er al lang geleden in Jesaja werd opgetekend: “Alleen door angst zullen ze begrijpen wat ze hebben gehoord.” (Jesaja 28:19)
Leave A Comment