Dagtekst vrijdag 18 februari 2022

Daar troffen we broeders aan, die er bij ons op aandrongen bij hen te blijven. — Hand. 28:14.

Op zijn reis naar Rome krijgt Paulus keer op keer hulp van Jehovah via geloofsgenoten. Aristarchus en Lukas bijvoorbeeld, twee trouwe vrienden van Paulus, besluiten met hem mee te gaan naar Rome. Ze zijn bereid hun leven te riskeren om bij Paulus te zijn, hoewel het erop lijkt dat zij van Jezus geen persoonlijke verzekering hebben gekregen dat ze Rome zullen bereiken. Pas later, als het stormt op zee, komen ze erachter dat hun leven gespaard zal worden. Als ze in de havenstad Sidon aankomen, mag Paulus van Julius ‘naar zijn vrienden gaan en van hun goede zorgen genieten’ (Hand. 27:1-3). En later, in Puteoli, treffen Paulus en zijn reisgenoten ‘broeders aan, die erop aandringen een week bij hen te blijven’. Terwijl de christenen in die plaatsen zorg dragen voor Paulus en zijn reisgenoten, doet Paulus zijn gastheren vast een groot plezier door ze opbouwende ervaringen te vertellen. (Vergelijk Handelingen 15:2, 3.) w20.11 16 ¶15-17

Ik heb een hekel aan de abrupte manier waarop het boek Handelingen eindigt. Het is zo’n ontzettend aangrijpend verhaal tot aan het moment wanneer Paulus in Rome aankomt. Vanaf dat moment weten we ineens niet meer hoe het verhaal eindigt. Zo voelt het in ieder geval. Wat gebeurde er precies met Paulus na twee jaar in Rome? Wat zei hij precies tegen Caesar? Wat zei de keizer van Rome tegen de apostel? Wat waren de laatste woorden van Paulus? Het is net als een film die eindigt met de woorden: “wordt vervolgd.”

Eigenlijk is er wel degelijk een reden waarom het boek Handelingen niet onthult wat er gebeurde toen Paulus terechtstond in Rome. Het duidt erop dat het hier gaat om een niet-geopenbaard profetisch drama, waarvan de uitkomst alleen kan worden onderscheiden door een begrip van de heilige geheimen die op dit moment nog steeds moeten worden onthuld.

Jezus voorzei dat de uitverkorenen voor bestuurders en koningen zouden gaan staan om hun getuigenis te geven tijdens het besluit van het samenstel. Dat is dan ook precies wat Paulus deed. Hij stond voor de hoogste autoriteit in het Romeinse rijk. En door dat te doen, voerde hij uit wat er zal gaan gebeuren tijdens de regering van het laatste koninkrijk; de achtste koning van Openbaring die voortkomt uit de zeven, waar ook Rome toe behoorde. De komst van de Mensenzoon zal het tweede deel inluiden.

Terwijl hij vanuit de gevangenis aan zijn geliefde broeder Timotheüs schreef, sprak de apostel in zijn tweede brief over zijn naderende dood: Want ik word al als een drankoffer uitgegoten en de tijd voor mijn verlossing nadert. Ik heb de goede strijd gestreden, ik heb de wedstrijd tot de finish gelopen, ik heb het geloof behouden. Van nu af is de kroon van de rechtvaardigheid voor mij weggelegd. De Heer, de rechtvaardige rechter, zal die op die dag als beloning aan mij geven, en niet alleen aan mij, maar aan iedereen die vol verlangen naar zijn manifestatie heeft uitgekeken.” (2 Timotheüs 4:6-8)

Paulus ontving een soort bevestiging van de heilige geest dat hij op dat moment was verzegeld. De verzegeling van de apostel betekende dat God zijn zalving had voltooid. Zijn adoptie als geestelijke zoon werd dus goedgekeurd. Paulus kreeg de goddelijke verzekering dat hij een kroon van rechtvaardigheid zou ontvangen en dat hij een koning naast Jezus zou worden. Paulus zijn ervaring was echter niet uniek. Daarom zei hij ook: maar aan iedereen die vol verlangen naar zijn manifestatie heeft uitgekeken.

Net zoals Saulus de bovennatuurlijke Jezus zag in een verblindende lichtflits, wat hij vergeleek met het te vroeg worden geboren, zo was dat ook een voorteken. Waarom sprak hij over een voortijdige geboorte? Omdat Paulus de enige christen was die de manifestatie van Jezus had gezien nadat hij naar de hemel was opgestegen. Saulus/Paulus ervoer de manifestatie zoals alle overgeblevenen hem zullen gaan zien wanneer ze “geboren” zullen worden.

“Op die dag” verwijst naar de dag van de Heer, ook wel bekend als de Tweede Komst, wat een uitdrukking is die maar zelden door Jehovah’s Getuigen wordt gebruikt. Wat betekent de manifestatie? Het klopt dat Jezus werd gemanifesteerd toen hij nog op aarde rondliep. Hij openbaarde als de Zoon de persoon van de Vader. Ook werd hij na zijn opstanding exclusief gemanifesteerd aan de gelovigen. Johannes sprak over de manifestatie van Jezus na zijn opstanding en hij schreef het volgende in Johannes 21:1: Later verscheen Jezus opnieuw aan de discipelen, bij het Meer van Tibe̱rias. Dat gebeurde als volgt.

Opmerking van de Nederlandse vertaler: In de Engelstalige versie van de Nieuwe Wereldvertaling wordt in Johannes 21:1 het woord ‘manifested’ gebruikt, terwijl in de Nederlandstalige Nieuwe Wereldvertaling het woord ‘verscheen’ wordt gebruikt in plaats van ‘gemanifesteerd’. De woorden verschijnen en manifesteren zijn dus uitwisselbare termen.

Aangezien Paulus het hier heeft over de uiteindelijke beloning “op die dag”, weten we ook dat de manifestatie waarover hij spreekt niet de aardse manifestatie betreft die 2000 jaar geleden plaatsvond, maar eerder de epiphaneia – de glorieuze verschijning van Christus die werd voorafschaduwd door de Transfiguratie. (De Parousia)

Dus, om de zaken in het juiste perspectief te plaatsen: het is dus alsof Paulus voor Caesar stond nadat hij de glorieuze manifestatie van Christus had gezien. Als een verzegelde, kroondragende koning van Gods Koninkrijk typeerde hij de uitverkorenen die in de tijd van het einde voor de hoogste aardse autoriteiten zullen staan om getuigenis af te leggen over het feit dat ze de Mensenzoon zullen hebben gezien. Net zoals Daniël ook voor de laatste koning van Babylon stond, zullen ze het raadselachtige handschrift op de muur lezen en de heersers van deze wereld laten weten dat hun einde is gekomen.

Als een addendum sprak Paulus in het eerste hoofdstuk van 2 Timotheüs over dat hij omwille van Christus was geketend en hij haalde ook nog speciaal diegenen aan die zo moedig waren om Paulus op te zoeken om hem ondersteuning te bieden. Dit loopt parallel met datgene wat de broeders van Christus zal gaan overkomen tijdens het besluit, hoe sommigen van hen in de gevangenis zullen worden gezet en dat degenen die als schapen worden beoordeeld, hen in die toestand zullen komen ondersteunen.

In het derde hoofdstuk beschreef Paulus de omstandigheden in de laatste dagen. Het is de enige keer dat de apostelen die uitdrukking “laatste dagen” gebruikten. In verband daarmee noemde hij Jannes en Jambres die zich tegen Mozes hadden verzet. Paulus gaf aan dat er in de laatste dagen ook tegenstanders van Christus zullen zijn, zoals Jezus zelf ook van tevoren had gewaarschuwd dat er in die tijd valse profeten en valse christussen zouden opstaan. De Joodse traditie geeft aan dat Jannes en Jambres magie-beoefenende priesters waren aan het hof van Farao die in staat waren om de eerste drie wonderen van Mozes na te bootsen. Deze lijken een tegenhanger te vinden in de maçonnieke occultisten binnen het Wachttorengenootschap die zich tegen de tijd van het einde absoluut tegen Christus zullen gaan verzetten.

Verderop gaf hij het volgende aan: “Maar slechte mensen en bedriegers zullen van kwaad tot erger vervallen. Ze misleiden anderen en worden zelf misleid.(2 Timotheüs 3:13)  Hij verwijst naar de tegenstanders van Christus die zich voordoen als christelijke onderwijzers, zoals de mens van wetteloosheid en anderen, zoals de sekte van Nicolaus.