Dagtekst dinsdag 8 februari 2022

Ik bleef hen trekken, met de koorden van liefde. — Hos. 11:4.

De Bijbel vergelijkt Jehovah’s liefde voor zijn volk met een koord of touw. Waarom een touw? Stel je voor dat je op zee overboord bent geslagen. De golven zijn hoog en het water is koud. Je dreigt te verdrinken. Maar dan gooit iemand je een reddingsvest toe. Daar ben je natuurlijk blij mee, want zo kun je in ieder geval blijven drijven. Maar om te overleven heb je meer nodig. Je moet het water uit. Iemand moet je een touw toegooien en je naar de boot toe trekken. Zoals in de tekst voor vandaag staat, zei Jehovah dat hij de Israëlieten die waren afgedwaald ‘bleef trekken’. Hetzelfde doet hij in deze tijd voor degenen die hem niet meer dienen en die verdrinken in de problemen en zorgen. Jehovah wil dat ze weten hoeveel hij van ze houdt en hij wil ze tot zich trekken. En hij kan jou gebruiken om zijn liefde voor hen tot uitdrukking te brengen. Het is belangrijk inactieven ervan te verzekeren dat Jehovah van ze houdt en dat ook wij van ze houden. w20.06 27 ¶12-13

Het elfde hoofdstuk van Hosea begint met de volgende woorden: Toen Israël een jongen was, hield ik van hem, en uit Egypte heb ik mijn zoon geroepen. (Hosea 11:1)

De profeet Hosea leefde ongeveer 800 jaar voor Christus. Het leek wellicht alsof God hier in eerste instantie alleen maar de historische uittocht uit Egypte beschrijft. In werkelijkheid betreft Hosea 11:1 een profetie. Deze profetie werd vervuld toen Jozef zijn vrouw Maria en het kindje Jezus meenam naar Egypte om te kunnen ontsnappen aan de moorddadige razernij van Herodes. Nadat Herodes was overleden bracht Jozef zijn gezin weer terug. Mattheüs schreef in het tweede hoofdstuk van zijn evangelie: Zo ging in vervulling wat Jehovah via zijn profeet had gezegd: ‘Uit Egypte heb ik mijn zoon geroepen.’ (Mattheüs 2:15b)

Aha, de profetie is dus ogenschijnlijk alleen maar van toepassing op de fysieke natie Israël. In werkelijkheid richtte Jezus een nieuwe natie op die niet was gegrondvest op de twaalf zonen van Jakob, die Jehovah de naam Israël gaf, maar op de twaalf apostelen. De apostel Paulus verwees naar deze geestelijke natie als het Israël Gods. En het betreft dan ook deze natie die God met koorden van liefde trekt. Waarom moet deze natie dan als het ware worden getrokken? Dat komt doordat deze hele natie, zoals het boek Hosea ook aangeeft, rebels en opstandig is. In vers zeven lezen we namelijk: Mijn volk is vastbesloten mij ontrouw te zijn. Al riepen ze hen om omhoog te komen, niemand staat op. (Hosea 11:7)

De bovenstaande dagtekst van het Wachttorengenootschap past deze woorden van Hosea uiteraard toe op het groeiende aantal Jehovah’s Getuigen dat zich uit de organisatie heeft teruggetrokken. Het is blijkbaar nooit tot het verstand van het Besturende Lichaam doorgedrongen dat de reden waarom honderdduizenden Jehovah’s Getuigen ervoor kiezen om de organisatie te verlaten, is omdat ze de hypocrisie van het leiderschap meer dan zat zijn. Jehovah is het ondertussen ongetwijfeld ook meer dan zat. Maar God legt uit: Ik zal mijn brandende woede niet laten losbarsten. Ik zal Efraïm niet opnieuw vernietigen, want ik ben God en geen mens, de Heilige in jullie midden. Ik zal niet in razernij op jullie af komen. Ze zullen Jehovah volgen en hij zal brullen als een leeuw. Als hij brult, zullen zijn zonen bevend uit het westen komen. Bevend als een vogel zullen ze uit Egypte komen, als een duif uit Assyrië. En ik zal ze laten wonen in hun huizen’, verklaart Jehovah. ‘Efraïm heeft me omringd met leugens en het huis van Israël met bedrog. Maar Juda wandelt nog met God en hij is trouw aan de Allerheiligste.’ (Hosea 11:9-12)

Net zoals de profetie feitelijk van toepassing was op Jezus die uit Egypte werd geroepen, zo zijn ook degenen die uit Assyrië komen de uitverkorenen. Jezus zei over hen: En hij zal zijn engelen onder luid trompetgeschal eropuit sturen om zijn uitverkorenen bijeen te brengen uit de vier windstreken, van het ene uiteinde van de hemel tot het andere. (Mattheüs 24:31)

Trouw aan de profetie blijkt dat het Wachttorengenootschap, dat ooit fungeerde als een verzamelpunt voor degenen die geroepen waren om deel uit te maken van de 144.000, dat ditzelfde Wachttorengenootschap ook onherstelbaar verdorven is geworden. Echter geeft Jehovah God niet op. Hij is geen mens die vanwege falen gefrustreerd raakt en het dan maar opgeeft. Ook al heeft het Wachttorengenootschap Jehovah omringd met leugens en bedrog, Jehovah is ervan overtuigd dat Zijn liefde sterk genoeg is om het kwaad te kunnen overwinnen. Gods liefde is dus als een touw of als een koord, althans, Zijn liefde zal zijn als een koord zodra de tijd aanbreekt waarop de uitverkorenen uit “Assyrië” bijeen zullen worden verzameld.

Meer informatie over Hosea: