Dagtekst dinsdag 27 juli

Je hebt hen die beweren dat ze apostelen zijn, op de proef gesteld. — Openb. 2:2.

Gezalfden verwachten geen speciale behandeling van anderen (Fil.2:2, 3). Ze weten dat toen Jehovah ze zalfde, hij dat aan niemand anders liet weten. Daarom is een gezalfde niet verbaasd als sommigen niet direct geloven dat hij gezalfd is. Hij beseft dat de Bijbel de raad geeft om iemand niet te snel te geloven als hij beweert dat God hem een speciale verantwoordelijkheid heeft gegeven. Een gezalfde wil niet de aandacht op zichzelf vestigen door mensen bij een eerste ontmoeting meteen te vertellen dat hij gezalfd is. En hij zou er zeker niet over opscheppen (1 Kor. 4:7, 8). Gezalfde christenen zijn niet op zoek naar andere gezalfden om samen hun zalving te bespreken of om groepjes te vormen voor Bijbelstudie (Gal. 1:15-17). De gemeente zou niet verenigd zijn als  gezalfden dat zouden doen. Ze zouden de heilige geest tegenwerken, die juist vrede en eenheid onder Gods aanbidders bevordert (Rom. 16:17, 18). w20.01 28 ˚6-7

Dit is een heel eigenaardige Schrifttekst voor het Wachttorengenootschap om toe te passen. Voor zover mij bekend, is het Besturende Lichaam van Jehovah’s Getuigen de enige groep mannen die beweren dat ze apostelen zijn. Ter verduidelijking: ze claimen dit niet regelrecht, maar ze impliceren dit wel degelijk doordat ze herhaaldelijk naar de oorspronkelijke apostelen verwijzen als zijnde ‘het besturende lichaam uit de eerste eeuw’. Dit wordt gedaan om zo het Besturende Lichaam te verheffen tot de status van apostelen. (Zie ook het artikel: “Zij die beweren apostelen te zijn“).

Hoe zouden we de hedendaagse apostelen dan, zoals we in de dagtekst van vandaag hebben gelezen, op de proef kunnen stellen? Welnu, denk hierbij eens aan de bediening van de apostel Paulus. Omdat Paulus destijds door de zogenoemde superapostelen werd geminacht en gekleineerd, werd Paulus hierdoor gedwongen om hen te herinneren aan de gevaren waarmee hij te maken kreeg om het goede nieuws te kunnen prediken. In 2 Korinthiërs 11:23-27 schreef Paulus het volgende: Zijn zij dienaren van Christus? Het klinkt alsof ik gek ben, maar ik nog meer: ik heb meer werk gedaan, heb vaker gevangengezeten, ben heel wat afgeranseld en ben vaak bijna dood geweest. Vijf keer heb ik van de Joden 40 slagen min één gekregen, drie keer kreeg ik stokslagen, één keer ben ik gestenigd, drie keer heb ik schipbreuk geleden, een dag en een nacht heb ik op volle zee rondgedreven. Ik was altijd onderweg, bedreigd door rivieren, struikrovers, mijn eigen volksgenoten en heidenen, in gevaar in de stad, in de woestijn, op zee en bij valse broeders. Ik heb geploeterd en gezwoegd, vaak zonder slaap, met honger en dorst, vaak zonder iets te eten, koud en onvoldoende gekleed.”

De individuele leden van het Besturende Lichaam hebben vele jaren doorgebracht in de zogenoemde volle-tijddienst, hetzij als pioniers, kringopzieners of als lid van het Bethelpersoneel. Wellicht zouden sommigen van hen te maken kunnen hebben gehad met „gevaar in de stad”, toen het hoofdkantoor van Bethel nog in de wijk Brooklyn was gevestigd. Echter houdt de vergelijking daar al snel op. Zij die beweren dat ze apostelen zijn, leven als vorsten op een luxueus afgelegen landgoed aan een prachtig meer in de bosrijke omgeving van Warwick binnen de staat New York. Ze worden beschermd door een hele security-afdeling. Ze vliegen eersteklas de wereld over en ze worden rondgereden in luxe auto’s met chauffeur. Ze worden in al hun behoeften voorzien, inclusief eventuele tandheelkundige en medische zorg. Het enige echte gevaar waar ze mogelijk aan worden blootgesteld, zijn de gezondheidsproblemen als gevolg van te veel eten.

In tegenstelling tot de ware apostel zijn degenen die beweren dat ze apostelen zijn echter niet bereid om de straten op te gaan om het goede nieuws te prediken vanwege een virus dat in de frisse buitenlucht nauwelijks overdraagbaar is op andere mensen. Wat daarnaast nog veel erger is: omdat ze absolute autoriteit uitoefenen over de miljoenen Jehovah’s Getuigen die worden verplicht om te allen tijde Gods door de geest geleide organisatie te volgen, ongeacht wat er gebeurt, hebben degenen die beweren dat ze apostelen zijn alle Jehovah’s Getuigen verboden om het gebod van Christus te gehoorzamen om ’discipelen te gaan maken’. Volgens deze nep-apostelen zou dit namelijk véél te gevaarlijk en véél te roekeloos zijn om zelfs maar op een straathoek te gaan staan met bijvoorbeeld een lectuurkarretje.

Inderdaad… We hebben degenen op de proef gesteld die beweren dat ze apostelen zijn en we hebben daarnaast ook ontdekt dat ze leugenaars zijn.