KONINKRIJKSNIEUWS #18
In de afgelopen jaren heeft het Wachttorengenootschap de type-antitype (beeld en tegenbeeld) methode overboord gegooid ten aanzien van het interpreteren van de Bijbelse profetieën. In de “Zuivere aanbidding-publicatie” van het Wachttorengenootschap ging men zelfs nog een stap verder door zonder pardon de leerstelling te schrappen waarbij er vele jaren lang werd onderwezen dat de heidense christenheid het tegenbeeld of anti-type zou symboliseren van het afvallige Jeruzalem. Sinds kort krijgen alle Jehovah’s Getuigen de instructies om alleen rekening te houden met de omstandigheden die in het afvallige Jeruzalem bestonden en die ons wellicht zouden kunnen herinneren aan de praktijken die binnen de heidense christenheid gebruikelijk zijn.
De grondreden voor het schrappen van de leerstelling dat de heidense christenheid het tegenbeeldige Jeruzalem zou symboliseren wordt onderbouwd in onderwijskader 16A van de Wachttorenpublicatie “Zuivere aanbidding – Eindelijk hersteld!”:
“Jeruzalem was ooit het centrum van de zuivere aanbidding, maar later werden de inwoners afvallig. In tegenstelling hiermee heeft de christenheid nooit de zuivere aanbidding beoefend. Vanaf het ontstaan ervan in de vierde eeuw heeft de christenheid altijd valse leerstellingen onderwezen. Nadat Jeruzalem door de Babyloniërs verwoest was, kreeg de stad opnieuw Jehovah’s goedkeuring en werd het weer het centrum van de ware aanbidding. Maar de christenheid heeft nooit Gods goedkeuring gehad. En als de christenheid tijdens de grote verdrukking eenmaal vernietigd is, zal ze nooit meer terugkomen.”
De gepresenteerde redenering klopt inderdaad. Feitelijk is het zelfs zo dat ik dit argument al vele jaren geleden persoonlijk onder de aandacht heb gebracht bij het Wachttorengenootschap. Daarnaast benadrukt dit ook nog maar eens de noodzaak tot een verdere herziening van de interpretatie van Daniël door het Wachttorengenootschap. In Daniël 11:32 wordt bijvoorbeeld verklaard dat de koning van het noorden degenen tot afval zal brengen die zich misdragen tegen het verbond. Volgens de publicatie “Schenk aandacht aan Daniëls profetie”, symboliseren degenen die zich misdragen tegen het verbond “de leiders van de heidense christenheid”. Jammer maar helaas voor het wachttorengenootschap blijkt dat we in navolging van hun eigen redenering moeten vaststellen dat de heidense christenheid altijd al afvallig is geweest en dat Jehovah God op geen enkel moment in de geschiedenis een verbond met hen heeft gesloten. Hoe zou het dan mogelijk kunnen zijn dat de heidense christenheid nog verder tot afvalligheid zou kunnen worden gebracht en dat ze nog goddelozer zouden kunnen handelen tegen een verbond waar ze überhaupt niet eens een onderdeel van uitmaken? Er bestaan veel van dit soort tegenstrijdigheden binnen de archieven van het Wachttorengenootschap.
Er doet zich behalve het bovenstaande nog een veel verontrustender probleem voor wanneer men de leerstelling verwerpt dat de heidense christenheid het tegenbeeld zou symboliseren. Het roept namelijk de volgende vraag op: Wanneer het oude Jeruzalem niet meer de heidense christenheid zou symboliseren in de Bijbelse profetie, wat is dan wel het tegenbeeld van het oude Jeruzalem? Volgens de informatie uit het hierboven geciteerde onderwijskader uit de publicatie “Zuivere aanbidding – Eindelijk hersteld!” is het toepassen van de tegenbeeldige-benadering van de profetie niet langer meer geldig “behalve als de Bijbel daar een duidelijke basis voor biedt”. De vraag die dan vervolgens oprijst is deze: Bestaat er een Schriftuurlijk onderbouwde basis om aan te nemen dat Jeruzalem kan worden beschouwd als een beeld van iets veel groters? Jazeker! Die basis is aanwezig!
Neem nou bijvoorbeeld eens één van de oudste profetische boeken uit de Bijbel: Jesaja. In het 28ste hoofdstuk richt Jehovah zich specifiek tot de opschepperige heersers van Jeruzalem die een verbond met de dood hebben gesloten en die zich schuilhouden in een leugen en die zich verbergen in bedrog. Voorafschaduwt deze profetie dan iets dat van toepassing zou kunnen zijn in onze moderne tijdsperiode? Ja, dat blijkt inderdaad het geval te zijn. In vers 16 verklaart Jehovah namelijk het volgende: “Kijk! Ik leg in Sion een beproefde steen als fundament, de kostbare hoeksteen van een stevig fundament. Wie gelooft, zal nooit in paniek raken.” (Jesaja 28:16)
Jezus vormt de belangrijkste hoeksteen van Gods Koninkrijk. De profetie van Jesaja verwijst echter naar de plaatsing van dit stevige fundament als een gebeurtenis die zal worden vergezeld door een kolkende stortvloed die de schuilplaats van de heersers van Jeruzalem volledig zal wegspoelen. Dit specifieke onderdeel van de profetie is niet in de eerste eeuw in vervulling gegaan. Dit aspect van de profetie zal daarom dus ook vervuld moeten gaan worden tijdens de periode wanneer Christus als Koning zal terugkeren.
Jeruzalem was de hoofdstad van het Koninkrijk Israël, dat werd opgericht nadat David de Jebusitische nederzetting had veroverd. Nadat het koninkrijk uit elkaar was gevallen als gevolg van de afvalligheid van Salomo, bleef Jeruzalem ondanks alles toch de hoofdstad van Judea en bleef het ook het religieuze centrum voor alle stammen van Israël. Jeruzalem was de plaats waar Jehovah Zijn naam liet wonen. Dat is dan ook meteen een heel belangrijk onderscheidend aspect.
Samen met de komst van Christus werd Jeruzalem eveneens de geboorteplaats van het christendom. Jeruzalem was ook de plaats waar Jezus werd verwelkomd en geprezen als de koning van Israël. Buiten de muren van de heilige stad lag ook de plek waar de Heer aan de martelpaal werd genageld toen hij werd vermoord. Daarnaast werden in Jeruzalem ook de 120 oorspronkelijke christenen gezalfd toen zij bijeen waren gekomen in een bovenkamer. En ook daarna nog onderwezen de apostelen en discipelen nog vele jaren op regelmatige basis in de tempel van deze stad. Men zou zelfs kunnen stellen dat Jeruzalem het onofficiële hoofdkwartier was van het besturende lichaam uit de eerste eeuw.
Bovendien verklaarde Jezus over Jeruzalem dat de stad tijdens het besluit door de natiën zou worden vertrapt. Het is dan ook overduidelijk dat het eerste-eeuwse Jeruzalem een type/beeld symboliseert – dat het een voorafschaduwing betreft van een entiteit die zal bestaan tijdens de eindfase gedurende de laatste dagen. Het zou daarom ook niet overdreven zijn om te stellen dat de verwoesting van Jeruzalem tijdens de grote verdrukking het centrale kenmerk vormt van de uitgebreide profetie van Christus met betrekking tot de komst van de Mensenzoon. Wanneer we al deze feiten bij elkaar optellen dan kunnen we alleen maar concluderen dat het profetische Jeruzalem de gemeente van Christus typeert. Het zal de gemeente van Christus zijn die is voorbestemd om te worden verwoest. Wie van Jehovah’s Getuigen zou er kunnen ontkennen dat God Zijn heilige naam heeft toevertrouwd aan de Wachttoren-organisatie waardoor het de plaats is geworden waar God zijn naam heeft laten wonen, net zoals ten tijde van het oude Jeruzalem?
Voor wat betreft de profetie in het 28ste hoofdstuk van Jesaja, is er helemaal niets dat ons in het bijzonder doet denken aan de praktijken van de geestelijkheid binnen de heidense christenheid. We zien hier daarentegen wel een zeer sterke overeenkomst ten aanzien van het huidige leiderschap van Jehovah’s Getuigen! Slaat het Besturende Lichaam zichzelf dan niet op de borst doordat zij verkondigen dat ze er eigenhandig voor hebben gezorgd dat ze eindelijk de zuivere aanbidding zouden hebben hersteld? En dit alles ondanks het feit dat er enkele tienduizenden kinderen zijn verkracht en misbruikt door beestachtige pedofiele roofdieren die in dit zogenaamde ‘geestelijke paradijs’ op de loer liggen. We zien hier ook duidelijk een overeenkomst ten aanzien van de houding die deze opscheppers aan de dag leggen. Het feit dat ze zichzelf verschuilen in leugens en zichzelf verbergen in bedrog terwijl zij tegelijkertijd beweren dat de aankomende stortvloed hen niet zal bereiken. Nee, natuurlijk zullen ze geen gevaar lopen. Christus zou hen namelijk volgens hun eigen gefabriceerde interpretatie al in het jaar 1914 hebben gezuiverd en gelouterd. De tegenbeeldige tempel zou volgens het Wachttorengenootschap al in het jaar 1918 zijn gezuiverd. Volgens het Wachttorengenootschap zou er absoluut geen enkel probleem bestaan tussen Jehovah God en degenen die de leiding hebben over dit zogenaamde geestelijke paradijs.
Ondertussen zien we dat het Wachttorengenootschap druk aan het worstelen is met de profetieën en deze probeert te interpreteren en te herinterpreteren waarbij ze voortdurend bezig zijn om aanpassingen door te voeren ten aanzien van Gods opgetekende oordelen met de bedoeling om deze te verbinden aan de periode van 1914 of anderzijds door alle oordelen van Jehovah God af te wenden op de heidense christenheid. Door dit alles worden we herinnerd aan de gelijkenis die wordt gepresenteerd in de profetie over iemand die probeert om het zichzelf comfortabel te maken in een bed dat te kort is om erop uit te strekken, en waarbij het geweven laken te smal is om zichzelf in te wikkelen. (Jesaja 28:20)
Overigens is het daarnaast ook nog zo dat aangezien het Wachttorengenootschap de leerstelling overboord heeft gegooid dat de heidense christenheid het tegenbeeldige Jeruzalem zou zijn, dat dit ook automatisch betekent dat dit een belangrijk aspect van de kijk van het Wachttorengenootschap op zichzelf teniet doet gaan. Wellicht heeft het Besturende Lichaam de gevolgen van hun laatste aanpassing niet volledig overwogen, of misschien verkeren ze in de veronderstelling dat Jehovah’s Getuigen niet het geestelijke onderscheidingsvermogen bezitten om het überhaupt op te kunnen merken, maar aangezien de heidense christenheid volgens het Wachttorengenootschap niet langer meer centraal staat in de profetieën zoals die van Jeremia en Ezechiël, betekent dit ook dat het Wachttorengenootschap niet de stem kan zijn van de moderne Jeremia-klasse en Ezechiël-klasse. Uiteindelijk betekent dit dus dat het Wachttorengenootschap niet de rol vervult van Jehovah’s wachter. Het geweven laken is daadwerkelijk te smal om zichzelf in te wikkelen!
Jeruzalem was helemaal geen wachter. Organisaties zijn ook geen wachters. Jehovah heeft altijd uitverkoren personen aangesteld die als wachters van het huis van Israël dienden. In overeenstemming met het patroon dat we in de Bijbel terugvinden heeft Jehovah personen gebruikt zoals mijzelf, om Zijn aankomende oordelen over het tegenbeeldige Jeruzalem van tevoren aan te kondigen.
Daarom pas ik nu de woorden toe op deze tijdsperiode die oorspronkelijk door Ezechiël werden opgetekend. Laat het bestuur van het Wachttorengenootschap hierbij gewaarschuwd zijn. “Dit zegt de Soevereine Heer Jehovah: “Er komt een ramp, een ramp als nooit tevoren. Een einde komt. Het einde komt, het zal tegen je opstaan. Luister! Het komt. Jullie zijn aan de beurt, bewoners van het land. De tijd komt, de dag is dichtbij. Er is verwarring in plaats van gejuich op de bergen. Heel binnenkort zal ik mijn woede over je uitstorten. Ik zal mijn woede volledig op je koelen en je oordelen naar je wegen en je ter verantwoording roepen voor al je walgelijke daden.” (Ezechiël 7:5-8)
Volgens de zieners van Bethel zou de eerstvolgende profetische gebeurtenis aan de horizon de vernietiging van Babylon de Grote zijn tijdens de verdrukking. Wat zitten ze er toch naast! In plaats daarvan zal God rampspoed brengen over zijn eigen organisatie. Daarom zal er ook verwarring zijn in plaats van een vrolijk gejuich. De vernietiging van zijn eigen organisatie zal dan ook de “vreemde taak” en het “ongewone werk” zijn dat in hetzelfde 28ste hoofdstuk van Jesaja werd voorzegd.
Wat zijn dan enkele van die verfoeilijke dingen die de uitstorting van Jehovah’s opgekropte woede rechtvaardigen? Het zijn er vele. We zouden bijvoorbeeld kunnen wijzen naar het geheime 10-jarige partnerschap tussen het Wachttorengenootschap en de Verenigde Naties, waarbij onwetende Jehovah’s Getuige-verkondigers van deur tot deur werden ingezet om lectuur te verspreiden die op een sluwe manier was geschreven om daarmee te voldoen aan de contractuele verplichtingen van NGO’s die verbonden zijn aan de Verenigde Naties, teneinde positieve voorlichting te verspreiden over de VN.
Wat daarnaast nog afschuwelijker is: Op dit moment is het Wachttorengenootschap op massale schaal Koninkrijkszalen op de onroerendgoedmarkt aan het dumpen. Gebedshuizen die ooit plechtig aan Jehovah God werden opgedragen gaan op dit moment als warme broodjes over de toonbank en worden verkocht als regulier onroerend goed. Broeders en zusters van gemeenten die hun plaatselijke ontmoetingsplaats met eigen bloed, zweet en tranen hebben gebouwd en gefinancierd worden regelrecht onteigend – verdreven door hun opperbazen op Bethel. Deze gebouwen worden ongetwijfeld van de hand gedaan omdat het Wachttorengenootschap in deze huidige economie van torenhoge vastgoedprijzen zeer hoge winsten kan behalen. De vraag die door Jehovah wordt gesteld is daarom ook uiterst toepasselijk: “Is dit huis dat mijn naam draagt een rovershol voor jullie geworden? Ik heb het met eigen ogen gezien’…“ (Jeremia 7:11)
Vanwege de pandemie is het Besturende Lichaam tegen Jezus Christus in opstand gekomen en hebben ze het de dienaren van Christus verboden om nog langer op pad te gaan om discipelen te maken evenals het feit dat ze Getuigen hebben verboden om nog langer samen te komen terwijl de apostel dit wel had bevolen om te doen. Ook al bestaat er geen wetenschappelijk bewijs dat iemand buitenshuis in de frisse lucht en in de zon Covid zou kunnen oplopen, verbiedt Bethel het Jehovah’s dienaren toch om zelfs maar op een straathoek te gaan staan met een lectuurkarretje. Werkelijk schandalig! Wat zal er nu dan gaan gebeuren? Zullen de dictators van Sodom nu van alle Jehovah’s Getuigen gaan eisen dat ze eerst allemaal stuk voor stuk gevaccineerd dienen te worden voordat ze eindelijk Christus weer mogen gaan gehoorzamen?
Inderdaad! De tijd komt en de dag is dichtbij! Zeer binnenkort zal Jehovah God zijn woede over de opscheppers gaan uitstorten. Helaas voor hen. Maar het is precies zoals Jehovah al lang geleden had opgemerkt over degenen die zich in de leugen schuilhouden en die zich in bedrog hebben verborgen: “Alleen door angst zullen ze begrijpen wat ze hebben gehoord.” (Jesaja 28:19b)
Deze Koninkrijksnieuwsbrief wordt tevens elektronisch verspreid onder het Besturend Lichaam en hun assistenten.
Leave A Comment