Opmerking van de Nederlandse vertaler:  Dit artikel werd oorspronkelijk in november 2011 op de Engelstalige website E-watchman.com gepubliceerd. In de tussentijd heeft het Wachttorengenootschap enkele van hun lang gekoesterde leerstellingen overboord gegooid na het moment waarop deze 30 vragen openbaar werden gemaakt. Aangezien is gebleken dat het Wachttorengenootschap er een gewoonte van heeft gemaakt om periodiek met ‘nieuw licht’ op de proppen te komen, zijn enkele van deze 30 vragen op dit moment niet meer (volledig) actueel. Uiteraard zal het Wachttorengenootschap zelf nooit openlijk toegeven dat in veel van deze kwesties de auteur van deze website (Robert King) in het verleden al vele malen heeft geprobeerd om het Wachttorengenootschap in woord en geschrift te wijzen op de fouten die het Genootschap vele decennia lang heeft onderwezen richting alle Jehovah’s Getuigen wereldwijd. Keer op keer bleek dat het Wachttorengenootschap pas vele jaren later de aangedragen argumenten van Robert King heeft overgenomen in hun bekende ‘nieuwe licht’. Of dit komt doordat ze de brieven van Robert King toch maar zijn gaan lezen of dat dit komt omdat ze zelf het ‘nieuwe’ licht hebben gezien dat weet alleen Bethel zelf.

Omdat ik nog niet alle 1000+ artikelen van Robert heb vertaald naar het Nederlands, zijn helaas nog niet alle artikelen waar naar wordt gerefereerd in het Nederlands beschikbaar. Ik hoop dat ik in de gelegenheid zal zijn om in de komende tijd steeds meer van deze oudere artikelen te kunnen vertalen.

Ik wens u bij dezen in ieder geval veel plezier met het doornemen van de onderstaande 30 vragen.

  • Paul Hettinga  

De apostel spoorde de christenen aan: “wees zeker van alle dingen” (Vergewist u van alles). Het Wachttorengenootschap publiceerde zelfs een verkondigershandboek dat werd uitgegeven onder diezelfde titel, welke bedoeld is om Jehovah’s Getuigen te ondersteunen bij het helpen om anderen bewust te maken van de vele valse leerstellingen uit de heidense christenheid. Moeten Jehovah’s Getuigen aan de andere kant dan ook niet zelf zeker zijn van alle dingen die het Wachttorengenootschap aan hen onderwijst, en dan in het bijzonder ten aanzien van alle dingen die betrekking hebben op de Bijbelse profetieën en de komst van Christus?

De meeste van de onderstaande vragen zijn zaken die in de loop der jaren op e-watchman.com zijn behandeld, evenals in het boek “Jehovah zelf is koning geworden”. Tot op heden is de overgrote meerderheid van de Jehovah’s Getuigen zich helaas niet bewust van de vele tegenstrijdigheden en absurditeiten die zijn ontstaan als gevolg van de wijze waarop het Wachttorengenootschap de Bijbelse profetieën heeft geïnterpreteerd.

Om aan te tonen hoe verstrekkend de gevolgen zijn van de fouten van het Wachttorengenootschap inzake deze kwesties, nodig ik hierbij dus ook actieve Jehovah’s Getuigen, Bijbelstudenten en geïnteresseerde personen uit om deel te nemen aan een campagne met als doel om enkele relevante vragen rechtstreeks door te sturen naar de ouderlingen binnen Bethel, die speciaal zijn aangesteld om te reageren op de correspondentie die ze ontvangen op het hoofdkantoor.

Om hierbij te helpen, dient u wel bereid te zijn om uw echte naam en adres te gebruiken evenals de naam van de gemeente waarmee u verbonden bent. Als u dapper genoeg bent, dan zou u ook een kopie van uw vraag door kunnen geven aan de ouderlingen van uw plaatselijke gemeente, zodat zij er dan ook bekend mee zijn. Het op de hoogte stellen van uw ouderlingen zou daarnaast ook nog een ander nuttig doel kunnen dienen. Indien Bethel namelijk vermoedt dat de vragen een gecoördineerde campagne zijn en daarnaast ook nog weigert om antwoord te geven, dan zouden de plaatselijke ouderlingen dus automatisch getuigen zijn van het feit dat het Wachttorengenootschap deze vragen doelbewust ontwijkt.

Het Genootschap heeft meestal een aantal maanden tijd nodig om te antwoorden, dus wees geduldig. Indien er vragen door hen worden beantwoord, dan kunt u deze naar mij doorsturen zodat ik ze online kan zetten en zodat er een openbaar dossier wordt opgesteld waardoor er vervolgens weer een openbare discussie kan gaan plaatsvinden.  

Voel u zich alstublieft vrij om de vragen naar eigen inzicht te herformuleren en om de dingen zoveel mogelijk in uw eigen woorden op te schrijven. Zorg ervoor dat u hen beleefd aanspreekt met “Geachte broeders” en wees bovenal respectvol jegens hen. U zou natuurlijk ook gebruik kunnen maken van een formele standaard voorbeeldbrief, mocht u zich daar prettiger bij voelen.

Ik zou al dit werk met alle plezier graag zelf op me willen nemen, echter heb ik het Wachttorengenootschap al bij talloze gelegenheden zelf gemaild en ik ben er daarom ook vrij zeker van dat ze mijn naam en al mijn verschillende postadressen maar al te goed kennen. Het zou daarnaast trouwens ook niet verstandig zijn om in uw brief te verwijzen naar mij of naar deze website. Als u verder nog suggesties heeft voor bepaalde vragen, aarzel dan niet om deze aan mij door te geven. Ik zal de lijst met mogelijke vragen dagelijks gaan bijwerken.

Indien u de behoefte voelt om hierin actief bij te dragen, dan wordt uw inzet ten zeerste gewaardeerd.


 

VRAAG #1:  In het twaalfde hoofdstuk van Daniël lezen we: Een van hen zei tegen de man in de linnen kleding die zich boven het water van de rivier bevond: ‘Hoelang zal het duren tot het einde van deze wonderbare dingen?’ Toen hoorde ik de man in de linnen kleding die zich boven het water van de rivier bevond spreken. Hij hief zijn rechter- en zijn linkerhand op naar de hemel en zwoer bij Hem die eeuwig leeft: ‘Het zal zijn voor een vastgestelde tijd, vastgestelde tijden en een halve tijd. Zodra het verpletteren van de macht van het heilige volk eindigt, zal er aan al deze dingen een eind komen. (Daniel 12:6-7)

De publicatie van het Wachttorengenootschap: “Schenk aandacht aan Daniëls profetie” leert dat de bestemde tijden waarin de heiligen worden verpletterd zouden zijn geëindigd in het jaar 1919, terwijl er geen verklaring wordt gegeven over wat “deze wonderbare dingen” zouden kunnen zijn die ook tot een einde zullen komen tijdens dezelfde vastgestelde tijd. Wat waren nou precies deze “wonderbare dingen” waaraan in 1919 een einde kwam?

Zie ook het Engelstalige artikel:  “Regarding “Times and Seasons” – Part 3


VRAAG #2: In Hebreeën 9:28 gebruikte Paulus de specifieke uitdrukking “de tweede keer dat hij komt” in verband met de terugkomst van Christus. Aangezien Jezus na zijn opstanding aan zijn discipelen verscheen en zij hem ook zichtbaar konden zien, wat is dan voor Jehovah’s Getuigen de Bijbelse basis om te geloven in een onzichtbare aanwezigheid? Ik kan namelijk nergens in de Bijbel de exacte term “onzichtbare aanwezigheid” terugvinden.

Zie ook het Engelstalige artikel: “The Visible Parousia of Jesus Christ”


VRAAG #3: In de publicatie van het Wachttorengenootschap “Openbaring – Haar grootste climax is nabij” wordt beweerd dat mensen al het 666-merkteken van het beest zouden hebben ontvangen vanwege hun vermeende steun aan de Verenigde Naties en het politieke systeem in het algemeen, en dan met name vanaf het jaar 1945. Wanneer iemand het symbolische merkteken zou ontvangen, leert de Bijbel dan niet dat die persoon gedoemd is tot de eeuwige vernietiging? Indien mensen al gemarkeerd zouden zijn met het 666-merkteken, wat heeft het dan nog voor zin om tot hen te prediken? Zouden deze mensen dan het merkteken weer kwijt kunnen raken door zich te laten bekeren? En zo ja, wat heeft het dan in de eerste plaats überhaupt voor nut om mensen te markeren?

Zie Engelstalige artikel: “The Mark of the Beast”


VRAAG #4: Als het boek Daniël in het jaar 1914 zou zijn ontzegeld, waarom weet het Wachttorengenootschap dan niet wie er op dit moment de koning van het noorden is?

(Opmerking van de Nederlandse vertaler: Omdat de 30 vragen 10 jaar geleden zijn opgesteld is deze vraag op dit moment niet meer volledig relevant omdat het Wachttorengenootschap hun welbekende ‘nieuwe licht’ wederom hebben geïntroduceerd. Op dit moment is het Genootschap van mening dat Rusland de koning van het noorden is.)

Zie overigens ook de volgende artikelen:

Wie is de koning van het noorden?

Vragen omtrent de koning van het noorden

Wachttoren-artikel nader uitgelicht – Koning van het noorden (deel 1)

Wie is tegenwoordig de koning van het noorden? (deel 2)

De koning van het noorden zal doen wat hij wil (deel 3)

De koning van het noorden zal volledig aan zijn eind komen (deel 4)

Hoofdstuk “Koning van het Noorden” uit het boek “Jehovah zelf is Koning geworden”


VRAAG #5: Jehovah’s Getuigen geloofden vroeger dat de scheiding van de schapen en de bokken op dit moment al zou plaatsvinden. Tegenwoordig onderwijst het Wachttorengenootschap echter dat deze gebeurtenis pas in de toekomst zal gaan plaatsvinden. Betekent dit dan dat Jezus op dit moment nog niet in al zijn heerlijkheid is gearriveerd en dat Christus op dit moment ook nog niet op zijn glorieuze troon is gaan zitten?

Zie Engelstalig artikel: “Part Four – Watchtower Review”


VRAAG #6: In het 13de hoofdstuk van Mattheüs legde Jezus ons de gelijkenis uit van de tarwe en het onkruid. Hij verklaarde dat de oogst een besluit van het samenstel van dingen vertegenwoordigt, wanneer de engelen zullen worden uitgezonden om alle personen die wetteloosheid bedrijven en alle dingen die reden geven tot struikelen, te verwijderen uit het Koninkrijk van Christus. Wanneer het zo zou zijn dat de tarwe wordt geoogst uit de heidense christenheid, zoals het Wachttorengenootschap leert, hoe hebben de engelen dan alle personen die wetteloosheid bedreven dan verwijderd evenals alle dingen die reden geven tot struikelen? Dienen wij dan ook te geloven dat de engelen daarnaast ook de wetteloze personen uit de heidense christenheid hebben verwijderd? Of zouden we dan moeten geloven dat er zich op dit moment geen wetteloze personen meer onder Jehovah’s Getuigen bevinden, evenals zaken die reden geven tot struikelen?

Zie hoofdstuk uit het boek “Jehovah Zelf is Koning geworden” – De Oogst


VRAAG #7: Het 8ste hoofdstuk van Daniël verwijst naar de Vorst der vorsten (Prince of princes in het Engels) die de laatste koning verslaat, de koning over wie wordt gezegd dat hij er “meedogenloos uitziet”. Het Wachttorengenootschap leert dat er met deze Vorst (of Prins in het Engels), Jehovah God zelf wordt bedoeld. Maar betekent de definitie van een prins dan niet dat hij de zoon moet zijn van een koning? Elders gebruikt de Bijbel ook nog uitdrukkingen zoals Vredevorst (Prince of Peace) en ook Michaël, de grote prins, waarvan we erkennen dat deze term van toepassing is op de Messias. Aangezien Jezus ook de Heer der heren en de Koning der koningen wordt genoemd, en hij daarnaast ook het Koninkrijk erft van zijn Vader, de Koning, zou het dan ook niet veel redelijker zijn geweest om dan ook te erkennen dat Jezus de Vorst der vorsten (Prince of princes) is, terwijl Jehovah zelf de God der goden is? Wanneer we Jezus namelijk identificeren als de Vorst der vorsten, dan zou dat ook in overeenstemming zijn met het feit dat alle profetieën van Daniël erop wijzen dat Christus alle aardse koninkrijken zal overwinnen.

Zie ook het Engelstalige artikel: “Pay attention to Daniel’s prophecy Blog”


VRAAG #8: In het jaar 1969 maakte Fred Franz op een districtscongres bekend dat de grote verdrukking nog niet was begonnen. Dat werd in de Wachttoren beschreven als een ‘opwindende’ aankondiging. Maar zou deze bekendmaking, dat de grote verdrukking nog niet zou zijn begonnen, dan ook niet logischerwijs moeten resulteren in de herziening van alle profetische interpretaties, verklaringen en toepassingen die betrekking hebben op de tijdsperiode van 1914 tot 1919 evenals de tijdsperiode van 1922 tot 1927, toen er zogenaamd op de 7 profetische trompetten zou zijn geblazen?

Zie ook de artikelen:

Het jaar 1914 van dichtbij bekeken (deel 1/3)

Het jaar 1914 van dichtbij bekeken (deel 2/3)

Het jaar 1914 van dichtbij bekeken (deel 3/3)


VRAAG #9: In De Wachttoren van 15 mei 1995 stond een artikel waarin werd uitgelegd hoe het geestelijk licht steeds helderder voor Gods volk zou beginnen te schijnen. In het artikel werd vermeld hoe grote flitsen van geestelijk licht de Bijbelonderzoekers in het jaar 1926 verlichtten. Als gevolg van deze lichtflitsen kwamen ze tot het besef dat Kerstmis en het kruis hun oorsprong vonden in het heidendom. Echter blijkt ook dat er in het boek ‘The Two Babylons’, dat oorspronkelijk in de jaren 1850 werd gepubliceerd, nauwkeurig uiteen werd gezet dat Kerstmis en het kruisbeeld afkomstig waren uit de voorchristelijke Babylonische religie. Aangezien het Wachttorengenootschap zonder enige twijfel bekend was met het werk van dhr. Alexander Hislop, waarom heeft het dan meer dan een halve eeuw geduurd voordat de Bijbelonderzoekers een flits van goddelijk licht hadden ontvangen van het Wachttorengenootschap? Zou het dan niet oneerlijk zijn indien het Wachttorengenootschap niet de eer zou geven aan dhr. Hislop voor al zijn onderzoek en inspanningen, in plaats van dat het Genootschap aan haar lezers de indruk wekt dat Jehovah plotseling zijn waarheid over het Wachttorengenootschap zou hebben uitgestort?

Zie ook het Engelstalige artikel: “Does the Light get Brighter and Brighter?”


VRAAG #10: Het Wachttorengenootschap onderwijst dat Jehovah’s Getuigen op dit moment al in een geestelijk paradijs wonen. Echter blijkt uit de profetieën die deze gezegende toestand uitbeelden, dat God het in dit geestelijke paradijs niet zal toestaan dat er ook maar enig kwaad wordt gedaan aan zijn volk, wat wordt gesymboliseerd door de wolf die naast het lammetje ligt en ook door de leeuw naast het kalfje, enz. Echter leert de harde realiteit ons dat duizenden kwetsbare lammeren oftewel weerloze kinderen, vreselijk hebben geleden in de handen van sluwe, beestachtige seksuele roofdieren die binnen de gemeenten van Jehovah’s Getuigen loeren op deze kleine kinderen. Hoe zou dit dan mogelijk kunnen zijn indien de organisatie daadwerkelijk een roofdiervrij geestelijk paradijs zou zijn?

Zie ook het hoofdstuk in het boek “Jehovah zal is Koning geworden” – Geestelijk Paradijs


VRAAG #11: Volgens het Bijbelboek Openbaring wordt, wanneer de vier ruiters zullen worden losgelaten, de autoriteit aan hen gegeven over een vierde deel van de aarde, om te doden door middel van het zwaard, voedseltekorten en dodelijke ziekten. Wanneer we de geschiedenisboeken erop naslaan dan moeten we constateren dat de Eerste Wereldoorlog en de Spaanse griep destijds maar een heel klein percentage van de wereldbevolking hebben gedood – in ieder geval komt dit percentage bij lange na niet in de buurt van de 25%. En sinds 1914 is de wereldbevolking ondanks alle oorlogen en ziekten daarnaast ook nog eens enorm gegroeid, zodat er op dit moment ruim zeven miljard mensen op deze aarde leven. Indien de ruiters van de Apocalyps al in 1914 het gezag zouden hebben gekregen over een vierde deel van de aarde, zouden we dan niet eerder mogen verwachten dat de wereldbevolking in plaats van enorm te groeien juist enorm had moeten afnemen, vergelijkbaar met de periode toen de “Zwarte Dood” eeuwen geleden in Europa had huisgehouden?  

Zie ook de artikelen:

Het jaar 1914 van dichtbij bekeken (deel 1/3)

Het jaar 1914 van dichtbij bekeken (deel 2/3)

Het jaar 1914 van dichtbij bekeken (deel 3/3)


VRAAG #12: De publicatie “Redeneren op basis van de Schrift” geeft ons onder de titel ‘de laatste dagen’ de verzekering dat er geen nieuwe wereldoorlog meer zou kunnen plaatsvinden, aangezien het dan onvermijdelijk zou zijn dat er op massale schaal kernwapens ingezet zouden gaan worden, waardoor de aarde als gevolg van een totale kernoorlog volledig onbewoonbaar zou worden. Maar zou het dan echter niet tot de mogelijkheden kunnen behoren dat er een enorme oorlog zou kunnen uitbreken waarbij er een relatief beperkt aantal atoomwapens ingezet zouden kunnen worden? Denk hierbij met name aan de nieuw ontwikkelde nucleaire “bunker busters” en ook aan de “tactical nuclear weapons”, wat atoomwapens zijn die een veel lagere nucleaire destructiviteit hebben op het slagveld en die veel doelgerichter ingezet kunnen worden.

Deze vraag is vooral relevant omdat we duidelijk zien dat de wereld op dit moment halsstarrig voorwaarts marcheert in de richting van een enorme onrust welke makkelijk zou kunnen uitmonden in een wereldwijde oorlog.


VRAAG #13: Toen Jezus met zijn discipelen sprak over de komende vernietiging van de tempel en Jeruzalem, zei hij tegen hen dat “Jeruzalem door de heidenen zal worden vertrapt totdat de vastgestelde tijd van de heidenen voorbij is.” Het lijkt hoogst onwaarschijnlijk dat de discipelen dit zouden hebben opgevat alsof Jezus zou hebben verwezen naar de verwoesting van Jeruzalem door Babylon, wat ongeveer 5 eeuwen eerder had plaatsgevonden. De discipelen kenden immers hun eigen geschiedenis. Het was per slot van rekening ook zo dat Jehovah Jeruzalem had hersteld en dat Hij de Joden zelfs in staat had gesteld om de tempel te herbouwen. En ondanks het feit dat de Joden geen eigen koninkrijk bezaten en ondanks het feit dat Juda een rechtsgebied was van de machthebbers die na Babylon kwamen, genoten de Joden wel nog steeds van een relatieve soort vrijheid – en dan met name van de vrijheid van aanbidding. De vraag is daarom ook als volgt: Op welke manier werd Jeruzalem door de heidenen vertrapt, vóórdat de Romeinen de heilige stad letterlijk vertrapten? Het elfde hoofdstuk van Openbaring voorzegt eveneens dat de natiën de symbolische heilige stad en haar tempel voor een vastgestelde tijd zullen vertrappen. Is dan met het oog op het feit dat Bijbelse profetieën zichzelf interpreteren, de 42 maanden dan niet eerder de bestemde tijd van de heidenen waarover Jezus sprak, in plaats van de zeven tijden van Nebukadnezars krankzinnigheid?

Zie ook het hoofdstuk uit het boek “Jehovah zelf is Koning geworden” – De tijden der heidenen


VRAAG #14: Jehovah’s Getuigen geloven dat ze zelf op dit moment al de vervulling meemaken van de profetie van Zefanja, dat God zijn volk transformeert in het spreken van de zuivere taal. De Wachttoren van 15 februari 2001 leert dat deze profetie al in 1914 in vervulling begon te gaan. Maar het artikel wijst er daarnaast ook op dat de oorspronkelijke vervulling van Zefanja had plaatsgevonden toen Babylon Jeruzalem verwoestte, wat volgens het Wachttorengenootschap een parallel vindt in de toekomstige vernietiging van de heidense christenheid. Het Wachttorengenootschap spoort Jehovah’s Getuigen daarnaast ook aan om het advies uit Zefanja 2: 3 op te volgen; namelijk om Jehovah te zoeken, evenals het zoeken van zachtmoedigheid en rechtvaardigheid, nog vóórdat de brandende toorn van Jehovah’s woede over de aarde komt, wat overduidelijk ook nog niet heeft plaatsgevonden.

Maar volgens Zefanja 3: 8-9 dient Gods volk in verwachting te blijven uitkijken naar het moment waarop Jehovah zal opstaan om buit te halen en om zijn verontwaardiging en brandende woede over de natiën uit te storten, omdat het “dan” pas zal zijn, in de context van dat vreselijke oordeel, dat God de taal van de volken pas zal gaan veranderen in een zuivere taal. De vraag is deze: Waarom plaatst de interpretatie van het Wachttorengenootschap de verandering in een zuivere taal in een periode welke vele jaren eerder is dan het moment waarop Jehovah God zoals Zefanja zegt “buit haalt”, terwijl Zefanja dit moment duidelijk plaatst binnen dezelfde periode die samenvalt met het moment waarop God zijn woede zal uitstorten? En dan ook nog deze vraag: Wie zijn dan de ‘hoogmoedige opscheppers’ die spreken met een bedrieglijke tong die tijdens de dag van Jehovah’s brandende oordeel uit het midden van Gods volk zullen worden verwijderd?

Zie ook het artikel: “Spreken Jehovah’s Getuigen de ‘zuivere taal’?


VRAAG #15: De apostel Petrus verzekerde de christenen dat de apostelen hen niet hadden misleid met ‘slim bedachte verzinsels’ over de kracht en aanwezigheid (parousia) van Christus. Het gezag van de apostel was gebaseerd op het feit dat hij, samen met Jakobus en Johannes, een daadwerkelijke ooggetuige was geweest van de grootsheid van Christus die tijdens de Transfiguratie tentoon werd gesteld.

Jehovah’s Getuigen beseffen dat de Transfiguratie een voorproefje was van de parousia. Maar aangezien er blijkt dat Petrus, Jakobus en Johannes een persoonlijke ooggetuige waren van een zichtbare parousia, welke Schriftuurlijke basis bestaat er dan om aan te nemen dat de parousia van Jezus onzichtbaar zal zijn? Zou het dan wellicht mogelijk kunnen zijn dat de uitverkorenen in de nabije toekomst zélf ooggetuigen zullen zijn van een zichtbare parousia? Hoe kunnen Jehovah’s Getuigen er dan zeker van zijn dat hen geen “slim bedacht verzinsel” is verteld over een zogenaamde onzichtbare parousia?   

Zie ook het Engelstalige artikel: “The Visible Presence of Christ”


VRAAG #16: In het commentaar van de publicatie “Schenk aandacht aan Daniëls profetie”, wordt beweerd dat de koning met een meedogenloos gezicht het Anglo-Amerikaanse duo voorstelt, en dat zij de machtigen der aarde, samen met de heiligen, tijdens de Tweede Wereldoorlog te gronde zouden hebben gericht. Hoe zouden we dit dan moeten opvatten? Wie waren dan die “machtigen” die destijds ten val werden gebracht?

En daarnaast: Op welke manier werden de Jehovah’s Getuigen dan ten val gebracht? De christenen in de eerste eeuw werden namelijk ook vervolgd, gevangengezet en velen van hen vielen ook ten prooi aan woedende menigten, maar we lezen echter nergens dat de heiligen destijds ten val werden gebracht.

Ten tweede: Hoewel mannen van dienstplichtige leeftijd die militaire dienst weigerden, in Amerika naar de gevangenis werden gestuurd, vormden zij desondanks toch maar een relatief klein percentage van de totale populatie van Jehovah’s Getuigen. En hoewel Jehovah’s Getuigen gedurende een bepaalde periode werden aangevallen door krankzinnige menigten, is het aan de andere kant dan niet zo dat de Amerikaanse regering juist de rechten van Jehovah’s Getuigen heeft verdedigd doordat het Hooggerechtshof heel veel gerechtelijke uitspraken heeft gedaan die juist uitvielen in het voordeel van de Jehovah’s Getuigen? Het feit blijft hier boven water staan dat zelfs in nazi-Duitsland de Jehovah’s Getuigen ijverig door bleven prediken ondanks de vervolging waar ze onder te lijden hadden.

Ook stelt de profetie dat de koning met een meedogenloos gezicht velen ten val zal brengen “in een tijd van veiligheid”. Dus nogmaals, hoe werden de heiligen dan precies ten val gebracht door de Anglo-Amerikaanse macht toen het Wachttorengenootschap zelf behoorlijk welvarend was tijdens die duistere periode uit onze recente geschiedenis. En is het daarnaast dan ook nog redelijk om aan te nemen dat de periode rondom de Grote Depressie en de Tweede Wereldoorlog toepasselijk is om te verbinden aan de profetische beschrijving uit de Bijbel waarbij er wordt gesproken over “een tijd van veiligheid”?

Nog een andere verbijsterende tegenstrijdigheid is deze: het boek “Schenk aandacht aan Daniel’s profetie” stelt ook dat de tijd waarin de macht van het heilige volk zou zijn geëindigd in het jaar 1918 plaatsvond. Maar indien dat waar zou zijn, hoe konden de heiligen dan weer opnieuw ten val worden gebracht nadat deze periode was verstreken waarin God het had toegestaan dat het heilige volk verpletterd mocht worden?

Zie ook artikel: “Een meedogenloos uitziende koning zal opstaan.”


VRAAG #17: Jezus waarschuwde zijn volgelingen van tevoren om waakzaam te blijven en om klaar te staan, want de meester komt als een dief in de nacht, tijdens een uur dat ze het niet zullen verwachten. Volgens Jezus zal, wanneer de heer des huizes onverwachts arriveert, hij de getrouwe slaaf aanstellen over al zijn bezittingen en de slechte slaaf met de grootste hevigheid bestraffen. Indien dit al zou hebben plaatsgevonden in het jaar 1918, zoals het Wachttorengenootschap dit ook onderwijst, (Opmerking van de Nederlandse vertaler: tegenwoordig onderwijst het Wachttorengenootschap dit ook niet langer meer, terwijl Robert King dit al vele jaren daarvoor onder de aandacht heeft gebracht bij het Wachttorengenootschap, lang voordat het ‘nieuwe licht’ hierover werd geïntroduceerd.), waarom dienen Jehovah’s Getuigen dan waakzaam te blijven voor de aankomst van de meester die als een dief in de nacht zal arriveren? Wat is dan de Bijbelse basis voor het Wachttorengenootschap om te suggereren dat Christus tijdens meer dan slechts één gelegenheid komt als een dief in de nacht?

Zie Engelstalige artikel: Look! I am Coming as a thief


VRAAG #18: In de gelijkenis van de wijze en de dwaze maagden arriveert de bruidegom terwijl de dwaze maagden afwezig zullen zijn om olie te kopen voor hun uitdovende lampen terwijl er zal blijken dat de deur van het huwelijksfeest voor hen gesloten zal zijn. Het Wachttorengenootschap beweert dat de bruidegom in 1919 aankwam en dat de wijze maagden naar binnen mochten gaan voordat de deur op slot ging. Aangezien vrijwel elke gezalfde christen die op dit moment in leven is, pas gezalfd werd nadat de deur in 1919 klaarblijkelijk op slot werd gedaan, dienen we dan aan te nemen dat de bruidegom op een later tijdstip de deur weer open zal komen doen om de rest van de getrouwe maagden die eerder waren buitengesloten alsnog naar binnen te laten zodat ze ook deel kunnen gaan nemen aan het feest?

Zie Engelstalige artikel: “The End of a Delusion is at Hand”.


VRAAG #19: Het negende hoofdstuk van Openbaring beschrijft de symbolische sprinkhanen, die de mensen zullen kwellen die niet het zegel van God bezitten. Het Wachttorengenootschap onderwijst dat de geestelijkheid van de heidense christenheid degenen zijn die het merkteken niet zullen hebben en dat de sprinkhanen hen al decennia lang aan het steken zouden zijn. Maar aangezien de definitieve verzegeling pas plaatsvindt tijdens de verdrukking, pas nadat de bergen zijn ingestort en de hemelen verduisterd zullen worden, zou het dan ook niet onredelijk zijn om te veronderstellen dat het steken van degenen zonder het zegel al zou plaatsvinden nog lang vóórdat de verzegeling zelf tot een eind is gekomen?

Ook stelt Openbaring 9: 6 dat degenen die door de sprinkhanen worden gekweld, de dood zullen zoeken en hem niet zullen vinden. Welk bewijs is er dan waaruit zou blijken dat de boodschap van het Wachttorengenootschap de geestelijkheid ertoe zou hebben aangezet om zelfmoord te willen plegen? Indien Jehovah’s Getuigen namelijk dit duistere aspect van deze interpretatie van Openbaring door het Wachttorengenootschap in de velddienst zouden benadrukken, zouden de huisbewoners dan niet terecht het gezonde verstand van Jehovah’s Getuigen in twijfel gaan trekken?

Zie ook het artikel: “Het merkteken van het beest”.


VRAAG #20: Sinds de jaren dertig van de vorige eeuw heeft het Wachttorengenootschap altijd geleerd dat de sprinkhanen en de andere binnendringende insecten uit de profetie van Joël, de Jehovah’s Getuigen vertegenwoordigen, terwijl de priesters die door de invasie zouden worden gekweld en aan wie wordt verteld dat ze de naam van Jehovah moeten aanroepen voor hulp, de geestelijkheid uit de heidense christenheid zouden symboliseren. Zou het dan verstandig zijn om te onderwijzen dat de boodschap van het Wachttorengenootschap de geestelijkheid van de christenheid zou hebben laten janken van ellende waardoor ze God zouden hebben gesmeekt om hen verlichting te schenken voor al hun ellende als gevolg van de prediking van Jehovah’s Getuigen? Geeft de profetie van Joël daarnaast dan ook niet aan dat God de gebeden verhoort van degenen die geplaagd worden door dit ongedierte en ook dat Hij deze indringers de zee in zal verdrijven? Wanneer we weten dat dit in de Bijbel staat opgetekend, dienen we dan in dat geval te verwachten dat God de Jehovah’s Getuigen zal vernietigen als een antwoord op de gebeden van de geestelijkheid van de heidense christenheid?

Opmerking van de Nederlandse vertaler: Na vele jaren is het Wachttorengenootschap er zelf ook eindelijk achter gekomen dat hun belachelijke interpretatie van Joël van geen kant deugt en dat de woeste verslindende sprinkhanen uit de profetie van Joel NIET de vredelievende Jehovah’s Getuigen symboliseren die van deur tot deur gingen. Dit heeft het Wachttorengenootschap enkele jaren geleden wederom door middel van hun befaamde ‘nieuwe licht’ herzien. Robert King heeft al bijna 20 jaar geleden door middel van vele brieven, het Genootschap inclusief het Besturende Lichaam erop gewezen dat hun interpretatie van de profetie van Joël niet klopt. Uiteraard zullen ze nooit toegeven dat Robert wederom gelijk had, ondanks dat alle bewijzen zwart-op-wit zijn vastgelegd.

Zie ook het artikel: “Jehovah’s Getuigen en de sprinkhanen van Joel”.


VRAAG #21: In het boek “Openbaring – Haar grootste climax is nabij!” lezen we in het hoofdstuk met de titel ‘Aardbevingen in de dag des Heren’ het volgende:

Beschouw met dit in gedachten wat er volgens Johannes’ beschrijving bij het openen van het zesde zegel gebeurt: „En ik zag, toen hij het zesde zegel opende, en er geschiedde een grote aardbeving”. Dit moet plaatsvinden binnen hetzelfde tijdsbestek als waarin de gebeurtenissen geschieden die door het openen van de andere zegels zijn onthuld. Wanneer precies in de dag des Heren geschiedt deze aardbeving, en wat voor aardbeving is het?”

De opening van het zesde zegel beschrijft een unieke en gruwelijke ontwikkeling waarbij de hemellichten verduisterd zullen worden en waarbij alle bergen ineen zullen storten. Jehovah’s Getuigen begrijpen dat deze symboliek van toepassing is op de aankomende verdrukking. Christus sprak ook over een soortgelijk fenomeen dat zou optreden tijdens deze verdrukking. Maar hoewel het Grootste climax boek de opening van het zesde zegel terecht interpreteert als iets dat zal plaatsvinden tijdens de grote verdrukking, stelt het Wachttorengenootschap tegelijkertijd ook op tegenstrijdige wijze dat het zesde zegel op dit moment al is ontzegeld en dat de wereldoorlogen slechts voorlopige aardschokken waren die voorafgingen aan de grote aardbeving. Echter geniet de wereld al sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog gedurende een hele lange periode van relatieve vrede en welvaart. Wanneer we beseffen dat dit inderdaad het geval is, hebben we het hier dan werkelijk over een glasheldere interpretatie wanneer we zouden veronderstellen dat een aanvankelijke periode van onrust plaats maakt voor een langdurige periode van stabiliteit, direct nadat het zesde profetische zegel zou zijn geopend? En is het daarnaast dan ook redelijk om te veronderstellen dat er een eeuw of langer zou verstrijken vanaf het moment dat het zegel wordt verbroken tot aan het moment waarop de daarin afgebeelde gebeurtenissen daadwerkelijk plaatsvinden?

Aangezien de wereldschokkende verdrukking op dit moment nog niet is begonnen, waarom zouden Jehovah’s Getuigen dan dienen te blijven geloven en leren dat het zesde zegel op dit moment al zou zijn geopend? Betreft de reden waarom het Wachttorengenootschap het idee verzon van een inluidende eerdere aardbeving niets anders dan een slimme truc die het Wachttorengenootschap in staat stelt om vol te blijven houden dat de voorgaande zegels al zouden zijn geopend?


VRAAG #22: Het 13de hoofdstuk van Openbaring beschrijft de kop van het zevenkoppige beest dat een dodelijke klap krijgt, maar daarna weer tot leven komt. Jehovah’s Getuigen geloven dat de kop van het beest de Anglo-Amerikaanse macht is en dat het beest de dodelijke klap zou hebben ontvangen tijdens de Eerste Wereldoorlog. Maar hoe valt dit dan te rijmen met het feit dat Groot-Brittannië en Amerika als de overwinnaars uit de oorlog kwamen?

De Bijbelse symboliek omtrent de kop van het beest dat wordt afgeslacht, moet zonder enige twijfel slaan op een uitbeelding van de heersende machten die gedurende een bepaalde periode volledig zouden moeten stoppen met functioneren, waarbij ze als regering zelfs volledig ineen zouden moeten storten. Toch hebben noch de Verenigde Staten, noch Groot-Brittannië iets dergelijks meegemaakt dat ook zelfs maar in de buurt kwam van instabiliteit. Het is inderdaad waar dat honderdduizenden mannen het leven lieten als gevolg van zinloos bloedvergieten, maar het is niet zo dat dit tot gevolg had dat de politieke regeringen ten val zouden zijn gebracht en dit leidde ook absoluut niet tot anarchie of tot een economische ineenstorting. Bovendien verloor Amerika daarnaast veel meer mannen die waren omgekomen tijdens de Amerikaanse burgeroorlog vele jaren daarvoor, waardoor Amerika toen dichter bij een ineenstorting kwam te staan dan tijdens de Eerste Wereldoorlog. De historische feiten rechtvaardigen simpelweg de interpretatie van het Wachttorengenootschap op geen enkele manier. Is het nu onderhand nog steeds niet duidelijk dat het beest op dit moment nog niet is afgeslacht?

Zie ook het Engelstalige artikel: “Testing the Watchtower’s Inspired Expressions”


VRAAG #23: De publicatie van het Wachttorengenootschap “Schenk aandacht aan Daniëls profetie” beweert dat de profetie in het zevende hoofdstuk van Daniël, betreffende de drie horens van het beest die worden ontworteld, al heel lang geleden zou hebben plaatsgevonden, verspreid over een tijdsperiode van meer dan twee eeuwen, te beginnen met de Britse nederlaag van de Spaanse Armada in het jaar 1588 en met als hoogtepunt de nederlaag van de Franse marine bij de slag bij Trafalgar in het jaar 1805. De drie horens zouden volgens het Wachttorengenootschap zogenaamd Spanje, Nederland en Frankrijk voorstellen. Aangezien de horens de heersende machten vertegenwoordigen die worden geassocieerd met het Romeinse beest, moet het ontwortelen van deze horens dus betekenen dat deze horens vanaf dat moment ook niet langer meer zullen regeren. Maar hoewel de Spanjaarden, Fransen en Nederlanders allemaal beslissende zeeslagen hadden verloren van de Britten, bleven ze ondanks dat toch nog allemaal politieke en militaire machten. Feitelijk weten we ook dat Frankrijk bijvoorbeeld al sinds de Eerste Wereldoorlog een belangrijke bondgenoot is geweest van Groot-Brittannië en dat Frankrijk tegenwoordig zelfs een van de grote wereldmachten is die beschikt over een arsenaal aan nucleaire wapens.

Is het, met het oog op de huidige financiële crisis die de landen van de eurozone aan het verscheuren is en een dreiging vormt voor de ondergang van complete natiën niet veel redelijker om te concluderen dat de drie hoorns op dit moment nog helemaal niet zijn ontworteld?

Zie ook het artikel: “De Spaanse Armada of de derde wereldoorlog?”


VRAAG #24: In de afgelopen decennia heeft het Wachttorengenootschap eerder gepubliceerde verklaringen bij nader inzien weer ingetrokken omtrent verschillende aspecten die er volgens hen op zouden wijzen dat de aanwezigheid van Christus zogenaamd al zou hebben plaatsgevonden. Het Wachttorengenootschap leerde bijvoorbeeld dat de grote verdrukking tijdens de Eerste Wereldoorlog al begonnen zou zijn, maar dat God deze dagen zou hebben verkort. Ook onderwees het Wachttorengenootschap dat het walgelijke ding al op een heilige plaats stond, echter leren ze dit tegenwoordig niet meer. Het Wachttorengenootschap onderwees dat de schapen en de bokken op dit moment al werden gescheiden, echter tegenwoordig niet meer. Het Wachttorengenootschap onderwees ook altijd dat de mensen tegenwoordig flauwvielen van angst in afwachting van de vreselijke dingen die over de wereld zouden komen. Ook die leerstelling hebben ze inmiddels overboord gegooid.

Het was dan ook in die context dat mensen zouden flauwvallen van angst, toen Jezus tegen zijn volgelingen zei: Als die dingen beginnen te gebeuren, ga dan rechtop staan en hef je hoofd op, want je bevrijding is dichtbij. Aangezien het Wachttorengenootschap op dit moment erkent dat nog niet “al die dingen” zijn uitgekomen, op welke basis dienen Jehovah’s Getuigen dan te blijven geloven dat hun bevrijding dichtbij is?

Zie ook het Engelstalige artikel: “Bethel Plasters on Another Coat of Whitewash”


VRAAG #25: De Wachttoren van 15 augustus 1977 bevatte een artikel over de betekenis van de Egyptische cederboom die wordt omgehakt door de tirannen van de natiën. Het artikel stelt de vraag: Wie zal Jehovah als instrument gebruiken om het werk te doen van de despoot en de tirannen van de natiën? Het artikel wijst erop dat dit niet Jehovah’s Getuigen zullen zijn, aangezien ze niet despotisch of tiranniek zijn. Volgens het Wachttorengenootschap zal het namelijk niemand anders zijn dan Jezus Christus zelf. Maar hoe is het dan mogelijk dat Jehovah’s Getuigen volgens het Wachttorengenootschap niet despotisch of tiranniek zijn, terwijl Jezus Christus wel een despoot en een tiran zou zijn?

Zie ook het hoofdstuk uit het boek “Jehovah Zelf is Koning geworden” – Ondergang van Amerika


VRAAG #26: Zowel het 11de als het 17de hoofdstuk van Openbaring verwijzen naar een beest uit de afgrond. Het Wachttorengenootschap leert echter dat dit twee verschillende beesten zijn die tijdens verschillende gelegenheden uit twee verschillende soorten afgronden komen. Aangezien de Schrift het woord afgrond ook gebruikt met betrekking tot de letterlijke zeeën die de aarde bedekken, beweert het Wachttorengenootschap dat de afgrond in het 11de hoofdstuk de symbolische zee is, wat lijkt te harmoniseren met het 13de hoofdstuk van Openbaring dat het zevenkoppige beest beschrijft dat uit de zee komt.

Maar hebben we het hier dan echter niet over een kwestie van toevlucht nemen tot een persoonlijke interpretatie van de profetie door willekeurig een andere betekenis toe te kennen aan het gebruik van het woord ‘afgrond’? Het Wachttorengenootschap verklaart zelfs dat het woord afgrond in de profetie wordt gebruikt om een staat van inactiviteit aan te duiden. Dus wanneer het beest uit het elfde hoofdstuk uit de afgrond komt, op welke manier was het beest dan inactief voordat het überhaupt uit de afgrond tevoorschijn kwam? Zou het niet eerder zo zijn geweest dat het Wachttorengenootschap feitelijk werd gedwongen om met een kunstmatige interpretatie op de proppen te komen teneinde het idee te ondersteunen dat de twee getuigen al in het jaar 1918 werden vermoord?

Zie ook het hoofdstuk uit het boek “Jehovah Zelf is Koning geworden” – Een achtste koning


VRAAG #27: In Openbaring 17:12 staat geschreven: De tien hoorns die je hebt gezien, betekenen tien koningen die nog geen koninkrijk hebben gekregen. Maar ze krijgen wel voor één uur autoriteit als koning met het wilde beest.

De Wachttorenpublicatie “Openbaring – Haar grootste climax is nabij!” beweert dat de tien koningen op dit moment al de autoriteit hebben gekregen om gedurende een uur lang als koningen te regeren. Maar wanneer vond dit dan precies plaats? Gebeurde dat toen de Volkenbond werd opgericht? Dat lijkt namelijk niet waarschijnlijk, aangezien het getal 10 staat voor aardse volledigheid, wat zou betekenen dat alle koningen van de aarde een zekere mate van autoriteit krijgen toebedeeld. Echter leert de geschiedschrijving dat er destijds slechts 58 lidstaten waren aangesloten bij de Volkenbond en dat de machtige Verenigde Staten van Amerika niet eens lid was van deze Volkenbond. Daarnaast bezat de Volkenbond ook überhaupt geen echte macht. Ontvingen deze tien koningen dan een koninkrijk in 1945, toen de Verenigde Naties werd opgericht? Als dat waar zou zijn, dan zou dat namelijk betekenen dat het symbolische profetische uur al meer dan 65 jaar heeft geduurd. Hoe redelijk is dat om te veronderstellen? Maar nogmaals, op welke manier kan er dan worden gesteld dat de Verenigde Naties beschikken over een heersende autoriteit?

Wanneer Bijbelse symboliek bedoeld is om iets over te brengen, zou het dan ook niet op zijn minst redelijk moeten zijn? Elders in de profetie wordt er aan het afgeslachte beest uit de afgrond 42 maanden toegewezen. Zou het dan ook niet logischer zijn wanneer dat ene enkele uur overeenkomt met de profetische periode van 1260 dagen, 42 maanden en de profetische tijd, tijden en halve tijd? En aangezien, naar eigen zeggen van het Wachttorengenootschap, de Bijbelse profetie pas kan worden begrepen nadat het is vervuld, zouden Jehovah’s Getuigen dan niet de waarschijnlijkheid dienen te overwegen dat dit ‘enkele uur’ op dit moment nog niet is aangebroken?


VRAAG #28: In Haggaï 2: 6 en 7 staat geschreven: Want dit zegt Jehovah van de legermachten: “Nog één keer — over een korte tijd — en ik zal de hemel, de aarde, de zee en het droge land schudden. Ik zal alle volken schudden, en de kostbare dingen van alle volken zullen binnenkomen... “

Het Wachttorengenootschap heeft heel lang onderwezen dat Jehovah de natiën in 1914 begon te schudden en dat het schudden volgens hen nu al langer dan een eeuw zou duren. Echter haalde de apostel Paulus precies hetzelfde vers uit Haggaï aan en hij verklaarde hierover het volgende: Met ‘nog één keer’ wordt bedoeld dat de dingen die worden geschud, de dingen die gemaakt zijn, verwijderd worden, zodat alleen de dingen overblijven die niet worden geschud. (Hebr. 12:27)

Volgens de geïnspireerde apostel betekent het schudden ‘de verwijdering van de dingen die worden geschud’. Toch zou God volgens het Wachttorengenootschap de wereld al gedurende langer dan 100 jaar aan het schudden zijn waarbij de wereld nog steeds niet verwijderd lijkt te zijn. Is het daarom ook niet veel redelijker om te concluderen dat de grote verdrukking juist de tijd zal zijn waarin God alle natiën zal gaan schudden? Verklaarde Jezus tenslotte niet dat de uitverkorenen uit de vier windstreken van de aarde zouden worden verzameld zodra God de dagen van de wereldvernietigende verdrukking zou verkorten? Aangezien alle profetieën harmonieus met elkaar zijn verweven, en zelfs het Wachttorengenootschap op dit moment erkent dat de schapen en de bokken nog niet zijn gescheiden, is dat dan ook niet het moment waarop de kostbare dingen van alle volken zullen binnenkomen, waarbij de heiligen bijeen zullen worden verzameld? Wanneer dat het geval is, zou het dan verkeerd zijn om te concluderen dat er nog steeds een grote bijeenkomst zal moeten gaan plaatsvinden die buiten het bereik valt van het wereldwijde werk waarmee Jehovah’s Getuigen momenteel bezig zijn?

Zie Engelstalige artikel: “Revelation of Chris tand the Two Witnesses”


VRAAG #29: Het Wachttorengenootschap heeft talloze keren in haar lectuur vermeld dat de grote verdrukking pas zal beginnen zodra Babylon de Grote wordt vernietigd. Gewoonlijk citeert het Genootschap eenvoudigweg de verzen uit het 17de of 18de hoofdstuk van Openbaring om deze leerstelling kracht bij te zetten. Toch is er in geen van deze hoofdstukken namelijk iets te vinden dat kan worden gebruikt om deze leerstelling te ondersteunen. Soms koppelt het Wachttorengenootschap het walgelijke ding op een heilige plaats aan de vernietiging van de heidense christenheid, maar zoals alle Jehovah’s Getuigen heel goed weten, omvat Babylon de Grote veel meer dan alleen de christenheid.

Omdat dit een van de weinige aspecten van de Bijbelse profetie is waarover Jehovah’s Getuigen geloven dat dit nog niet heeft plaatsgevonden, wat is dan precies de Bijbelse basis voor het geloof dat de grote verdrukking pas zal beginnen zodra Babylon de Grote zal worden vernietigd?

Zie ook het Engelstalige artikel: “Let the Reader Use Discernment”.


VRAAG #30: Het Wachttorengenootschap hield in het verleden de wereldgebeurtenissen altijd nauwlettend in de gaten, precies zoals een wachter ook behoort te doen. Zo hield het Wachttorengenootschap in de jaren voorafgaand aan 1914 zijn lezers bijvoorbeeld op de hoogte van de ontwikkelingen binnen Europa. Datzelfde gebeurde ook in de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog. Feitelijk heeft het Genootschap haar lezers toen terecht gewaarschuwd voor het mogelijke risico dat de VS zou kunnen worden ondermijnd richting een fascistische staat, zoals dit in Duitsland gebeurde. Gedurende de hele Koude Oorlog probeerde het Wachttorengenootschap het publiek bewust te maken van de gevaarlijke situatie. Echter blijkt dat op dit moment, waarop het hele wereldwijde financiële systeem op instorten staat, met leiders die openlijk waarschuwen voor de mogelijkheid dat er een nucleaire derde wereldoorlog uit zou kunnen breken, terwijl we zien dat er steeds meer mensen aansluiten in de rij voor de voedselbanken en terwijl complete landen worden geconfronteerd met enorm zware bezuinigingen en de mogelijkheid dat deze landen ineen zouden kunnen storten en kunnen vervallen tot anarchie, een staat van beleg en tirannie, dat het Wachttorengenootschap op dit moment schijnbaar hun tong hebben verloren terwijl er een oorverdovende stilte uitgaat vanuit Bethel.

Komt dit doordat het Genootschap vindt dat ze dit alles al eens een keer hebben gezegd? Of komt dit doordat Bethel geen echte betekenis meer ziet in al deze huidige kritieke ontwikkelingen?

Zie ook het Engelstalige artikel: “Have Bethel’s Watchmen Fallen Asleep?”