Dagtekst maandag 24 mei
Je zult alle brandende pijlen van de goddeloze kunnen uitdoven. — Ef. 6:16.
Satan is ‘de vader van de leugen’. Hij gebruikt de mensen die hij in zijn macht heeft om leugens te verspreiden over Jehovah en onze broeders en zusters (Joh. 8:44). Zo zijn er afvalligen die de feiten verdraaien en leugens over Jehovah’s organisatie verkondigen op websites en via de tv en andere media. Die leugens behoren tot Satans ‘brandende pijlen’. Hoe moet je reageren als iemand je met zulke leugens confronteert? Weiger te luisteren! Waarom? Omdat je vertrouwen hebt in Jehovah en je broeders. Vermijd zelfs elk contact met afvalligen. Laat niets of niemand — ook niet je eigen nieuwsgierigheid — je geloof verzwakken of je verleiden tot een discussie met afvalligen. Heb je de verleiding weerstaan om naar afvalligen te luisteren of met ze in discussie te gaan over de leugens die ze verspreiden? Dat is heel goed. Maar we moeten alert blijven, want Satan heeft nog meer wapens die hij tegen ons gebruikt. w19.11 15 ˚8; 16 ˚11
In de bijna 20 jaar dat deze (Engelstalige) website online is, heb ik alle lezers uitgenodigd om de door mij gepresenteerde informatie in beschouwing te nemen en om deze informatie te weerleggen indien men vindt dat ik iets onjuist zou formuleren of erger nog, indien men vindt dat ik de feiten zou verdraaien. Daarom sta ik de lezers ook toe om op ieder afzonderlijk artikel te kunnen reageren. Neem nou bijvoorbeeld eens dit Engelstalige artikel die ik in het verleden heb gepubliceerd, genaamd “30 vragen voor Jehovah’s Getuigen”, welke gebaseerd is op de informatie over de Wachttorendoctrine, en dan met name over de zaken omtrent het jaar 1914 en alles wat daarmee verband houdt. Het artikel staat onderhand al 10 jaar online en tot nu toe heeft er nog geen enkele persoon überhaupt geprobeerd om op zelfs maar één van deze 30 vragen antwoord te geven.
Ik heb ouderlingen en zelfs leden van het Besturende Lichaam rechtstreeks benaderd tijdens talloze mailing-campagnes. Nog nooit heb ik ook maar een enkel woord van weerlegging van hen mogen ontvangen. Jezus dook trouwens ook niet weg om mensen te ontwijken en ging de confrontaties aan met vele tegenstanders waar hij mee te maken kreeg. Jezus keek hen in de ogen aan en hij gaf antwoord op hun vragen, die vaak werden opgevolgd door een strenge berisping vanuit de kant van Christus.
Wellicht is het niet zo’n goed idee om vertrouwen te hebben in de “broeders”. Paulus verklaarde toch niet voor niets dat hij te maken kreeg met gevaren van “valse broeders”? Hoe zou u dan een valse broeder kunnen herkennen? Dragen ze soms een opvallend label of naamplaatje? Staan ze soms als zodanig bekend? Indien ze bekend hadden gestaan als valse broeders, waarom zouden de echte oprechte broeders dan geestelijk in gevaar zijn? Met andere woorden: valse broeders vormen alleen maar een gevaar voor degenen die hen ook niet als vals herkennen.
Judas was toch ook een valse broeder? En de apostelen hadden er ook geen flauw benul van dat hij een valse broeder was, totdat het moment aanbrak waarop hij Jezus verraadde door middel van de bekende kus. Paulus identificeerde bepaalde uitgesproken en vooraanstaande leidende mannen binnen de gemeente in Korinthe en verklaarde over hen dat zij vertegenwoordigers waren van Satan die zich naar de buitenwereld slechts vermomden als dienaren van rechtvaardigheid. Het waren dan ook zonder enige twijfel valse broeders die de Korinthische broeders hadden misleid. Daarom verwees Paulus ook specifiek naar hen als “de superapostelen”.
In zijn brief die is gericht aan de symbolische gemeente in Efeze, zei Jezus dat er binnen de gemeente mannen zouden zijn die ten onrechte beweren apostelen te zijn. Vergeet niet dat de leugenachtige apostelen dus aanwezig zullen zijn tijdens de dag van de Heer. Wie zouden dat op dit moment toch kunnen zijn? (Zie ook het artikel: In wie stel je vertrouwen?)
De profetie van Micha waarschuwt ons voor een tijd waarin het niet raadzaam is om zelfs onze beste vrienden te vertrouwen. We lezen bijvoorbeeld: “Geloof niet in je vriend, vertrouw niet op een goede vriend. Let op wat je zegt tegen degene die in je armen ligt. Want een zoon veracht zijn vader, een dochter verzet zich tegen haar moeder en een schoondochter tegen haar schoonmoeder. Je huisgenoten zijn je vijanden. Maar ik, ik zal blijven uitzien naar Jehovah. Ik zal geduldig wachten op de God van mijn redding. Mijn God zal mij horen.” (Micha 7: 5-7)
Aan de ene kant zien we dus Gods woord dat ons waarschuwt om op onze hoede te zijn vanwege valse broeders en valse leraren, terwijl we aan de andere kant zien dat het Besturende Lichaam juist zegt: “iedereen vertelt leugens behalve wij”, “Vertrouw ons” en “vertrouw de broeders”. Wie ga je dan geloven? Jehovah God, of het Wachttorengenootschap?
De meest verraderlijke leugens zijn namelijk afkomstig vanuit het Wachttorengenootschap. Vergeet één ding niet. Afvalligheid is altijd afkomstig van bovenaf. Het waren juist de koningen en de priesters in Israël en Juda die de afvalligheid juist aanmoedigden. Salomo was de ergste van hen.
Jehovah’s Getuigen zijn zo geconditioneerd dat ze geloven dat alles wat het Besturende Lichaam zegt wordt opgevat alsof ze rechtstreeks namens God spreken. Jehovah’s Getuigen nemen aan dat de profetische mens van wetteloosheid de geestelijkheid symboliseert uit de heidense christenheid. Echter hebben de leiders van het Wachttorengenootschap een joekel van een leugen verkondigd. “De leugen” waar de geïnspireerde apostel Paulus ons nog voor had gewaarschuwd, zou deel uitmaken van het uitgebreide werk van Satan die wordt uitgevoerd door de mens van wetteloosheid. De mens van wetteloosheid oefent een “bedrieglijke invloed” uit op degenen die de waarheid kennen, net zoals ook de superapostelen aan het hoofd stonden van de bedrogen gemeente in Korinthe. Paulus legde uit dat de werking van Satan twijfelachtige verkondigingen zouden omvatten met betrekking tot de tegenwoordigheid van Christus en ook met betrekking tot de bewering dat de dag van Jehovah al reeds zou zijn aangebroken. Dit is namelijk al vanaf het allereerste begin de kernboodschap geweest van het Wachttorengenootschap doordat ze altijd al hebben beweerd dat de ‘dag van Jehovah’ een gebeurtenis is die al achter ons zou liggen. Dat is dan ook precies de reden waarom Jehovah’s Getuigen geen antwoord kunnen geven op de bovengenoemde 30 eenvoudige vragen die ik al meer dan 20 jaar heb opgeworpen. Dit komt doordat ze gebukt gaan onder een bedrieglijke invloed, alsof ze gehypnotiseerd zijn door Satan.
Vervolgens gaf de apostel Paulus de volgende strenge waarschuwing, waarbij hij verwees naar de dag des Heren en de parousia (Tweede Komst van Christus): “Laat je door niemand misleiden, op geen enkele manier. Want voordat die dag komt, moet eerst nog de geloofsafval komen en moet de mens van wetteloosheid worden geopenbaard, de zoon van vernietiging. Hij verzet zich en verheft zich boven elke zogenaamde god of elk voorwerp van aanbidding, waardoor hij in de tempel van God gaat zitten en zich in het openbaar als een god presenteert. Herinneren jullie je niet dat ik die dingen steeds zei toen ik nog bij jullie was?“ (2 Tessalonicenzen 2: 3-5)
De bovengenoemde geloofsafval zal dus plaatsvinden direct voorafgaand aan de Tweede Komst van Jezus Christus en de dag van Jehovah. Volgens de geïnspireerde apostel verzet de mens van wetteloosheid zich. Overigens betekent de naam “Satan” ook wel “tegenstander” of “tegenstrever”. Door hem de “zoon van vernietiging” te noemen trekt Paulus daarmee een verband met de beruchte verrader, Judas, waar Jezus in Johannes 17:12 eveneens naar verwees als “de zoon van vernietiging”. Judas was ook tijdens het laatste Pascha aanwezig als zijnde een van de 12 handgekozen apostelen, totdat de Duivel bezit van hem nam.
Wanneer we in 2 Thessalonicenzen lezen dat de mens van wetteloosheid “zit in de tempel van God” wekt dit de overduidelijke suggestie dat Satans aanwezigheid binnen de geestelijke regeling ook niet wordt vermoed of herkend door de mensen binnen in de gemeente, aangezien het ook door Paulus in verband werd gebracht met de meesterlijke misleiding door de superapostelen, waarbij de apostel openbaarde dat Satan zelf de meester is van deze misleiding, waarbij Satan zichzelf blijft transformeren in een engel van het licht. Nu we dus op het moment zijn aangekomen waarbij het Besturende Lichaam zich rechtstreeks heeft verzet tegen de geboden van Christus, door effectief een einde te maken aan de openbare prediking, heeft het Besturende Lichaam zich daarmee dus verheven tot de positie van Christus zelf – die namens God regeert. Daarom presenteert het Besturende Lichaam zichzelf in het openbaar ook als een god, precies zoals in de profetie werd voorspeld.
Door middel van zijn aardse dienaren handhaaft de Duivel een aanwezigheid binnen in de tempel van Jehovah God, ook wel bekend als de gemeente van Christus. Satan zal dus binnen in de organisatie vermomd blijven als een engel van het licht totdat het moment aanbreekt dat Christus zal arriveren: “Want dan zal de wetteloze geopenbaard worden. De Heer Jezus zal hem door de geest van zijn mond uit de weg ruimen en door de manifestatie van zijn aanwezigheid uitschakelen. Maar de aanwezigheid van de wetteloze is het werk van Satan, met allerlei krachtige werken, leugenachtige tekenen, wonderen en allerlei onrechtvaardig bedrog, bedoeld voor degenen die vernietigd worden. Dat verdienen ze, want ze hebben de liefde voor de waarheid niet aanvaard, wat ze had kunnen redden. Daarom laat God ze misleiden door een bedrieglijke invloed, zodat ze de leugen gaan geloven. Zo zullen ze allemaal geoordeeld worden omdat ze de waarheid niet geloofden maar plezier hadden in onrechtvaardigheid.” (2 Thessalonicenzen 2:8-12)
Leave A Comment