Dagtekst vrijdag 21 mei

Als ze zeggen: ‘Vrede en veiligheid!’, dan worden ze plotseling getroffen door een onverwachte  vernietiging. — 1 Thess. 5:3.

Wereldleiders gebruiken soms vergelijkbare woorden als ze praten over het stabiliseren van  internationale betrekkingen. Maar de aankondiging waar de Bijbel over spreekt, is heel anders. Veel mensen zullen dan namelijk denken dat het wereldleiders gelukt is de wereld veiliger en vrediger te maken. Maar in werkelijkheid begint dan de ‘grote verdrukking’ en komt er een ‘onverwachte vernietiging’ (Matth. 24:21). We weten niet wat de aanleiding voor de aankondiging zal zijn of hoe die zal worden gedaan. Ook weten we niet of het om maar één aankondiging gaat of een serie verklaringen. Maar wat er ook gebeurt, dit weten we wel: we moeten niet gaan denken dat wereldleiders ook echt wereldvrede kunnen bereiken. Het is het signaal dat ‘Jehovah’s dag’ gaat  beginnen! (1 Thess. 5:2) w19.10 8-9 ˚3-4

Onder Jehovah’s Getuigen bestaat er een gezegde dat de profetie pas volledig kan worden begrepen nadat ze is vervuld. Dat is ook absoluut waar. In de eerste eeuw gingen talrijke messiaans-Hebreeuwse profetieën in vervulling. Zoals bijvoorbeeld Micha 5: 2 waarin werd voorspeld dat Bethlehem de geboorteplaats van Jezus zou worden, evenals dat Jezus de zieken zou gaan genezen en dat hij zou sterven en in het graf zou komen om vervolgens weer uit de dood te worden opgewekt. Enzovoorts. We begrijpen deze dingen omdat we kunnen lezen en zien hoe de dingen zich lang geleden voltrokken.

Jehovah’s Getuigen zijn uniek in de christelijke wereld, omdat ze geloven dat een hele reeks profetieën in de moderne tijd in vervulling zijn gegaan – te beginnen bij 1914, waarvan het Wachttorengenootschap onderwijst dat dit bewuste jaar het startpunt zou zijn geweest voor de profetische tijd van het einde. Gezien vanuit dat perspectief, is de vervulling van de profetie over “vrede en veiligheid” dan ook het einde ervan. Aangenomen wordt dat de “onverwachte vernietiging” duidt op het einde van de wereld.

Echter, vanaf mijn standpunt gezien, zijn geen van de zaken waarover het Wachttorengenootschap beweert dat deze in moderne tijden zijn vervuld, ook daadwerkelijk al vervuld. En bovendien, zoals ik al vele malen eerder heb opgemerkt, zou zelfs wanneer 1914 het begin was geweest, wat het overduidelijk niet is, maar zelfs als het dat wel was, hebben we nog steeds niet met onze eigen ogen “al die dingen”, gezien die Jezus had voorspeld.

Zoals ik het zie, zal de verklaring van ‘vrede en veiligheid’ niet het einde betekenen zoals de punt aan het einde van een zin. Het zal eerder het begin zijn. Het begin van de ‘kritieke tijden die moeilijk zijn om door te komen’, ook wel bekend als de laatste dagen of de tijd van het einde. – het besluit van het tijdperk of samenstel.

Ik heb er een hekel aan om in herhaling te treden, maar sinds het Wachttorengenootschap dit aan de lopende band doet, voel ik mij ook gedwongen om dezelfde weg te bewandelen. Ten eerste bestaat er een probleem met de vertaling. Zoals alle Jehovah’s Getuigen heel goed weten, wordt de Nieuwe-Wereldvertaling niet door de meeste andere christelijke sekten en denominaties geaccepteerd. De Nieuwe Wereldvertaling wordt vaak in twijfel getrokken omdat ze Gods naam in het zogenaamde Nieuwe Testament hebben ingevoegd terwijl er geen Griekse manuscripten bestaan waarin het Tetragrammaton voorkomt. Misschien zou er wellicht wel ooit een fragment van een boekrol met het Tetragrammaton kunnen opduiken. Wie zal het weten? Houd echter in gedachten dat het dezelfde critici zijn die ook de Bijbelvertalingen promoten die de naam van God overal volledig hebben uitgewist, ook al komt de JHWH bijna 7.000 keer voor in de oude Hebreeuwse Geschriften. Het moge duidelijk zijn dat de grote menigten die beweren dat Jezus God zelf is, liever niet hebben dat de werkelijke naam van God wordt gepubliceerd. Het zou de volgers van de Drie-eenheidsleer namelijk in verwarring kunnen brengen.

Ik sta dan ook volledig achter het feit dat het Wachttorengenootschap de werkelijke naam van God heeft ingevoegd in het Nieuwe Testament op grond van het feit dat er in het Grieks tientallen citaten zijn uit de Hebreeuwse teksten waarin de naam JHWH voorkomt. Het zou dan ook zeer twijfelachtig zijn om aan te nemen dat de apostelen het Joodse bijgeloof zouden hebben gevolgd door het gebruik van Gods persoonlijke naam in hun eigen geschriften opzettelijk te vermijden. En er is overigens ook nog anekdotisch bewijs dat de apostelen inderdaad de naam JHWH hebben opgetekend in hun geïnspireerde geschriften, wat in de daaropvolgende eeuwen werd veranderd in “Heer” door de kopiisten, net zoals ook moderne Bijbelvertalers dat hebben gedaan met het Hebreeuws.

Echter bestaat er wel enige twijfel over het gebruik van de Naam in het Nieuwe Testament waar de christelijke schrijvers niet rechtstreeks uit het Hebreeuws citeerden of waar er geen duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen Jehovah en Jezus. De profetie over “vrede en veiligheid” is dan ook een van die Schriftplaatsen. In context schreef Paulus: Broeders, over de tijden en de tijdperken hoeven we jullie niet te schrijven. Want jullie weten zelf heel goed dat Jehovah’s dag precies zo komt als een dief in de nacht. Als ze zeggen: ‘Vrede en veiligheid!’, dan worden ze plotseling getroffen door een onverwachte vernietiging, zoals een zwangere vrouw door weeën, en ze zullen er beslist niet aan ontkomen. (1 Thessalonicenzen 5:1-3)

Ter vergelijking: de King James versie van de Bijbel geeft het als volgt weer: “For yourselves know perfectly that the day of the Lord so cometh as a thief in the night.”

Vertaald naar het Nederlands komt het neer op zoiets als: “Weet dan zelf volkomen dat de dag des Heren zo zal komen als een dief in de nacht.”

Ter bevestiging: De Hebreeuwse profeten verwezen dikwijls naar de dag van Jehovah. Dat gezegd hebbende, is het niet duidelijk of Paulus hier wel citeerde uit een specifieke Hebreeuwse tekst. Zoals Jehovah’s Getuigen ook heel goed weten, bestaan er soortgelijke uitspraken in het Nieuwe Testament over de dag des Heren en de dag van de Heer, verwijzend naar Jezus en dus niet naar Jehovah. Paulus verwees inderdaad naar “de dag van Christus Jezus”. (Filippenzen 1: 6)

“Dus wat dan nog?” (zult u zich waarschijnlijk afvragen)

Er rijst dan het volgende probleem: het Wachttorengenootschap claimt dat de dag van de Heer in het jaar 1914 zou zijn begonnen. Het Besturende Lichaam heeft hun eigen reputatie als “profeten” volledig verbonden aan deze claim. Ze beweren dat 1914 onweerlegbaar is. Maar, wanneer we verder redeneren over deze kwestie: Indien Paulus JHWH niet gebruikte in zijn brief aan de Thessalonicenzen en in plaats daarvan daadwerkelijk verwees naar de dag van de Heer Jezus Christus, dan zou daarmee niet alleen de hele 1914-doctrine van het Wachttorengenootschap ineenstorten, maar dan zou er ook nog eens een keer een heel groot struikelblok worden opgeworpen voor de voeten van een ieder die voorwaarts gaat, want dat zou betekenen dat er een enorme kronkel in de weg voor ons ligt die niet op de officiële, door de Wachttoren goedgekeurde profetische routekaart zou mogen staan.

Is het daarnaast ook nog zo dat het slechts een onbelangrijke voetnoot zou zijn wanneer er in de Bijbel staat geschreven dat Jehovah’s dag precies zal komen als een dief in de nacht en ook het feit dat Jezus daarnaast ook nog zei dat de Zoon des mensen komt als een dief in de nacht?

Voor alle duidelijkheid: er bestaat geen enkel verschil tussen de dag van de Heer en de dag van Jehovah. Het Wachttorengenootschap heeft ervoor gezorgd dat de gelovigen deze 2 termen zijn gaan beschouwen als twee verschillende perioden. En geloof het of niet, maar het Wachttorengenootschap heeft in het verleden wel altijd erkend dat deze beide termen hetzelfde betekenden. De organisatie onderwees in het verleden zelfs dat de dag van Jehovah in 1914 begon. Geleidelijk aan hebben ze deze overtuiging steeds meer losgelaten en bleven ze daarna vastplakken aan de overtuiging dat enkel en alleen de dag van de Heer in 1914 zou zijn begonnen.

Maar hoe zit het dan met de “onverwachte vernietiging”? Is dat dan niet Armageddon?

Nee, ik geloof niet dat dit hetgeen is waar de profetie naar refereert. De reden hiervoor is dat er heel veel dingen zijn waar het Wachttorengenootschap geen rekening mee heeft gehouden. En helaas blijkt daarnaast ook dat, omdat Jehovah’s Getuigen zijn misleid door te geloven dat de meeste dingen al lang geleden zijn vervuld, dat ze daardoor ook niet beschikken over een referentiekader met betrekking tot de dingen die nog komen zullen gaan. Wat ik hier dus probeer duidelijk te maken is dat wanneer de tijd van het einde nog niet is begonnen, dat dit dan ook automatisch zou betekenen dat de profetische worsteling tussen de koningen van het noorden en het zuiden nog niet heeft plaatsgevonden. Het betekent dan ook dat de koning van het noorden de wereld nog niet heeft overspoeld als een niet te stoppen storm. Het betekent dat “Egypte” (koning van het zuiden) dan ook nog niet is onderworpen door zijn imperiale rivaal.

Er bestaan drie volledige hoofdstukken in het boek Ezechiël die worden gewijd aan de val van Egypte. Deze hoofdstukken zijn op zo’n manier geschreven dat er duidelijk blijkt dat het oude land van de farao’s iets veel groters symboliseert dan dat. (Zie hoofdstuk: Ondergang van Amerika) Zelfs het Wachttorengenootschap erkent dit ook. Behalve dan het feit dat de ‘profeten’ uit de organisatie beweren dat de torenhoge cederboom, die hoger en grootser is dan alle andere bomen in het bos van God, volgens hen alle natiën als geheel zouden vertegenwoordigen die in Armageddon zullen worden omgekapt. Echter slaat hun interpretatie helemaal nergens op. De hemelhoge ceder staat in verhouding tot alle andere kleinere bomen. Hoe kan de reusachtige profetische ceder dan tegelijkertijd alle andere boomachtige natiën symboliseren?

Nu zult u waarschijnlijk wederom denken: “Wat dan nog? Waarom al die heisa omtrent een boom die wordt omgehakt?”

De boom vertegenwoordigt de grootste en machtigste natie op aarde die boven alle andere bomen uitsteekt. Alle andere bomen kijken vol afgunst op naar deze grote cederboom. De ceder symboliseert Amerika. Hoe kunnen we zeker weten we dat dit dan ook de authentieke interpretatie is van de profetie? Omdat de ceder wordt gekapt aan het begin van de dag van Jehovah – of, indien u dit liever heeft: de dag des Heren. We lezen daarom ook het volgende: Het woord van Jehovah kwam opnieuw tot mij: ‘Mensenzoon, profeteer en zeg: “Dit zegt de Soevereine Heer Jehovah: ‘Jammer luid: “Ach, de dag komt!” Want de dag is dichtbij, ja, een dag van Jehovah is dichtbij. Het wordt een dag van wolken, een vastgestelde tijd voor de volken. Een zwaard zal over Egypte komen, en in Ethiopië zal paniek heersen als er in Egypte doden vallen. Zijn rijkdom wordt meegenomen en zijn fundamenten worden gesloopt. (Ezechiël 30: 1-4)

Wanneer we dan weer even teruggaan naar het vers uit de dagtekst van vandaag:

Als ze zeggen: ‘Vrede en veiligheid!’, dan worden ze plotseling getroffen door een onverwachte  vernietiging. — 1 Thess. 5:3.

Op het huidige moment kunnen we nog niet vaststellen wie de eerste “ze” precies zijn die “vrede en veiligheid” zullen zeggen. Evenmin is het mogelijk om met zekerheid te kunnen zeggen naar wie de tweede “ze” verwijst, die plotseling getroffen zullen worden door een onverwachte vernietiging. Echter, gezien vanuit het perspectief van de bovengenoemde profetieën uit Ezechiël en Daniël, ben ik van mening dat de plotselinge vernietiging over Amerika (koning van het zuiden) zal komen. De plotselinge vernietiging van de grootste natie ter wereld zal schokgolven over de aarde laten gaan, zelfs zoals de profetie het verwoordt: Ik laat de volken beven bij het geluid van zijn val als ik hem naar het Graf laat afdalen samen met degenen die afdalen in de kuil. En alle bomen van Eden, de mooiste en beste van de Libanon, die veel water krijgen, zullen worden getroost in het land beneden. Ze dalen af naar het Graf met hem, naar degenen die zijn gedood door het zwaard, samen met zijn bondgenoten onder de volken die in zijn schaduw hebben gewoond.” (Ezechiël 31: 16-17)

Aangezien er na de feitelijke vervulling van de val van Egypte en zijn bondgenoten bleek dat Babylon alleen overbleef als het meest dominante koninkrijk zonder enige rivaal, loopt de val in het Graf van het tegenbeeldige Egypte parallel met de dodelijke wond tegen de kop van het zevenkoppige monster van Openbaring evenals het moment waarop het hele beest gedurende een bepaalde periode zal verdwijnen in de afgrond. “Alle bomen van Eden” betekent dat het gehele huidige natiestaatsysteem bestaande uit soevereine landen definitief zal worden opgeheven. In plaats daarvan zal het neo-Babylonische Rijk verrijzen. Dit Rijk zal meer dan hoogstwaarschijnlijk opkomen in de vorm van de Verenigde Naties die op dat moment alle macht zal worden gegeven. Dat zal dan ook het punt zijn waarop de achtste koning zijn kortstondige regeringstermijn zal beginnen die volgens de profetieen slechts ‘een enkel uur’ zal duren.