Opmerking van de Nederlandse vertaler: Dit oorspronkelijke artikel werd in het Engels gepubliceerd op 30 mei 2019. Dit artikel betreft deel 8 uit de reeks artikelen die in het teken staan van het profetische Bijbelboek Ezechiël.

“Hij bracht me naar de ingang van de noordelijke poort van het huis van Jehovah. Daar zag ik vrouwen zitten die treurden om de god Ta̱mmuz.” (Ezechiël 8:14)

Kort nadat de grote vloed de wereldbevolking had teruggebracht tot slechts acht zielen, zette Satan een plan in werking dat een verreikende invloed heeft gehad op iedereen die tot op de dag van vandaag heeft geleefd. De duivel was op de hoogte van Gods voornemen om een zaadje of nageslacht voort te brengen die de kop van de slang zou vermorzelen. Per slot van rekening richtte Jehovah deze zogenoemde Edense profetie rechtstreeks tot degene die zichzelf oorspronkelijk had vermomd als de sprekende slang.

De achterkleinzoon van Noach, Nimrod, werd een machtige man die tegen Jehovah streed. Als stadsbouwer bracht hij de toenmalige groeiende menselijke gemeenschap onder zijn tirannie bijeen en startte hij een bouwproject om een enorme toren te bouwen om daarmee God uit te dagen. God had namelijk Noachs nageslacht opgedragen om zich over de hele aarde te verspreiden en om zich te vermenigvuldigen.

Volgens de legende stierf Nimrod op gewelddadige wijze. Hoogstwaarschijnlijk was Nimrod een moordenaar. Het zou zelfs zo kunnen zijn dat zijn dood werd veroorzaakt door toedoen van Jehovah’s aanbidders die slechts Gods gebod aan Noach uitvoerden, namelijk dat iedereen die het bloed van de mens vergiet, hiervoor dient te betalen door middel van de ziel van zijn eigen bloed. Hoe dan ook, Satan fabriceerde op een bepaald moment de leugenachtige legende dat Nimrod het zaad van de vrouw zou zijn geweest die de wond aan de hiel zou hebben opgelopen. Hij zou weer tot leven zijn gewekt in de onderwereld – onzichtbaar uiteraard.

Toen Jehovah op een later moment de spraak van de torenbouwers van Babel verwarde, werden ze gedwongen om zich te verspreiden richting het buitenland. Ze brachten de legende van Nimrod met zich mee en ze ontwikkelden verschillende mythen en religieuze ceremonies om hun gevallen held daarmee te verheerlijken. Na verloop van tijd kwam Nimrod weer terug als de Babylonische god Tammuz, de wederhelft van de vruchtbaarheidsgodin Ishtar – waar ook de naam “Easter” oftewel “Pasen” vandaan komt. Zijn dood en “wederopstanding” werd elke lente herdacht, aangezien men geloofde dat Tammuz uit de onderwereld opstond en dat zijn wedergeboorte zich in de natuur manifesteerde als de lente. Er bestonden vele varianten en verschillende namen in de verschillende mythen uit de oudheid, maar het onderliggende thema was echter altijd hetzelfde.

De god Tammuz was altijd per definitie een valse messias. Satan wist natuurlijk heel goed dat de echte Messias zou komen door middel van Abrahams nageslacht en ook dat hij een afstammeling zou zijn van koning David. Het feit dat Joodse vrouwen in Jeruzalem huilen om Tammuz, betekende dat de duivel erin was geslaagd om zijn nep-messias als substituut te laten dienen voor de werkelijke aankomende Messias.

Om ervoor te zorgen dat het volk was voorbereid op de komst van de ware Messias, was het noodzakelijk dat God er eerst voor zou zorgen dat de afgoderij en demonische Tammuz-aanbidding zou worden vernietigd die onder de Israëlieten wortel had geschoten. Inderdaad, Jehovah vernietigt de goddelozen niet zomaar op wispelturige wijze uit het niets. Hij doet dit alleen ter bevordering van de uitwerking van zijn voornemen. In dat opzicht was de verwoesting van Jeruzalem een groot succes, wat ook blijkt uit het feit dat de gerepatrieerde Joden zich niet opnieuw bezigden met afgoderij – althans niet in het openbaar.

Toen Jezus naar de tempel van zijn Vader kwam om deze te inspecteren, verdreef hij de geldwisselaars en de kooplieden, maar er staat nergens geschreven dat hij ook afgodsbeelden heeft vernietigd of dat hij heilige palen had omgehakt, wat hij absoluut zeker had gedaan indien deze zich in de tempel zouden hebben bevonden. Hoewel de meerderheid van de Joden geen geloof stelde in Jezus, was dat echter niet omdat ze huilden om Tammuz of omdat ze walgelijke beesten en afgoden aanbaden.

Vanaf het begin probeerde Satan de verspreiding van het christendom tegen te gaan door gebruik te maken van intimidatie en vervolging. De frontale aanvalsstrategie had echter zeer weinig succes. Vandaar ook dat de duivel na verloop van tijd op sluwe wijze zijn tactiek veranderde waarop hij met succes het christendom wist te infiltreren en deze geleidelijk aan wist te ondermijnen, zodat tegen de vierde eeuw de volgzame bisschoppen die naar Nicea werden geroepen, de heidense keizer van Rome toestonden om te beslissen over cruciale doctrinaire kwesties, zoals bijvoorbeeld de relatie tussen God en Jezus, waardoor Constantijn ook per definitie het hoofd werd van de kerk van Christus. Door de eeuwen heen werden alle satanische mysteriën van Babylon op behendige wijze geïmplementeerd in het katholicisme en haar vele aanverwante denominaties.

Gedurende de zogenoemde duistere middeleeuwen hield Satan de waarheid al die tijd vast in een stevige wurggreep. Na de uitvinding van de drukpers begon het tij echter geleidelijk te keren. Het eerste boek dat toen werd gedrukt was uiteraard de Bijbel. Tegen het einde van de 19de eeuw was de Bijbel overal verkrijgbaar in de talen die door het christendom werden gedomineerd. Veel Europeanen en Amerikanen begonnen toen ook in de Bijbel te lezen. Het veld begon toen rijp te worden voor de hernieuwde opkomst van het ware christendom in de vorm van de International Bible Students evenals de opleving van een nieuwe periode waarin bepaalde christenen werden geroepen en uitgekozen om te worden voorbestemd om in eendracht met Jezus in zijn Koninkrijk te zijn. En tegelijkertijd met de terugkeer van de ware gezalfde zonen van God, werd ook de Bedrieger gedwongen zijn strategie weer opnieuw aan te passen. Hij kon er vanaf dat moment niet langer meer vanuit gaan dat zonen van het Koninkrijk blindelings zouden vallen voor de Babylonische religie van de heidense christenheid.

Omdat alle ware christenen Jezus als de Messias aanvaarden en geloof stellen in zijn belofte dat hij weer terug zal komen, heeft Satan een nog verfijnder plan in werking gezet om een ​​valse Christus neer te zetten. En dan hebben we het hier niet over een soort nep Christus die we al kennen uit de heidense christenheid in de vorm van een valse drieëenheidsgod. De duivel stond op dat moment namelijk op het punt een valse Tweede Komst van Christus uit de hoge hoed tevoorschijn te toveren – een valse parousia – waarbij hij zijn sluwe misleiding specifiek richtte op degenen die zich van de heidense christenheid hadden losgemaakt. Dit heeft hij namelijk verwezenlijkt en geïmplementeerd als de hoeksteen van de leer van de Watchtower Bible and Tract Society. Dit blijkt ook uit het feit dat vanaf het allereerste begin, toen de Bijbelonderzoekers zich net begonnen te associëren met C.T. Russell en toen ze net waren begonnen om de fundamentele waarheden te begrijpen over de aard van de ziel en de valsheid van de Drie-eenheid en de leer van het hellevuur, enzovoorts, dat ze op dat moment ook zonder enige vorm van aarzeling de vreemde nieuwe leerstelling hadden omarmd dat Jezus Christus in 1874 zou zijn begonnen aan een onzichtbare aanwezigheid. Hoewel deze datum op een later moment is “verzet”, werd het denkbeeld over een voortdurende, onzichtbare aanwezigheid ook daarna nog altijd beschouwd als een gevestigde, onbetwistbare waarheid.

Dit was ook precies wat de met de geest vervulde apostel had voorzien, toen hij de Thessalonicenzen waarschuwde om niet in paniek te raken of om hun denken in de war te laten brengen als gevolg van allerlei schijnbaar geïnspireerde mondelinge uitspraken en officieel klinkende geschreven boodschappen waarin wordt beweerd dat de tegenwoordigheid van Christus reeds begonnen zou zijn en dat de dag van Jehovah al zou zijn aangebroken. De apostel Paulus wond er geen doekjes om en was hier zeer helder en duidelijk over: De aanwezigheid van Christus zou pas gaan beginnen nadat eerst de geloofsafval komt.

Verwees Paulus hier naar de afvalligheid die vele eeuwen geleden plaatsvond toen het christendom de staatsgodsdienst werd van het imperiale beest van Satan? Dat lijkt alles behalve redelijk om te veronderstellen. Het lijkt daarentegen vele malen waarschijnlijker dat Paulus hier aangaf dat er onder christenen eerst een geloofsafval moest gaan plaatsvinden, onmiddellijk voorafgaand aan de Tweede Komst van de Heer.

Wie zou er dan kunnen ontkennen dat Jehovah’s Getuigen de uitspraken van het Besturende Lichaam als “geïnspireerde uitspraken” beschouwen of dat de omvangrijke hoeveelheid publicaties van het Wachttorengenootschap niet zijn geschreven met een autoriteit van apostolische proporties?

Paulus legde uit dat de “geïnspireerde uitspraken” en de schriftelijke boodschappen die met apostolische autoriteit zijn geschreven feitelijk afkomstig zijn van een mens van wetteloosheid. Paulus zei verder ook nog het volgende: Maar de aanwezigheid van de wetteloze is het werk van Satan, met allerlei krachtige werken, leugenachtige tekenen, wonderen en allerlei onrechtvaardig bedrog, bedoeld voor degenen die vernietigd worden. Dat verdienen ze, want ze hebben de liefde voor de waarheid niet aanvaard, wat ze had kunnen redden. Daarom laat God ze misleiden door een bedrieglijke invloed, zodat ze de leugen gaan geloven. Zo zullen ze allemaal geoordeeld worden omdat ze de waarheid niet geloofden maar plezier hadden in onrechtvaardigheid. (2 Thess. 2: 9-12)

In het voorgaande vers onthulde Paulus dat de mens van wetteloosheid op schaamteloze wijze zal beweren dat hij een god is, terwijl hij tegelijkertijd zit in de geestelijke tempel van Jehovah God zelf. Deze ontwikkeling vindt niet plaats in de loop van vele eeuwen, zoals in het geval van de geestelijkheid van de christenheid – die het Wachttorengenootschap identificeert als de samengestelde mens van wetteloosheid. De geïnspireerde verklaring van Paulus geeft aan dat ware christenen zullen worden blootgesteld aan een valse god in hun eigen midden. Een valse god die zich midden in de geestelijke tempel bevindt. Een god die zijn eigen autoriteit kracht bijzet door middel van zijn speciale kennis betreffende de onzichtbare aanwezigheid van Christus – anders dan de priesters uit de oudheid die kennis bezaten over de mystieke en onzichtbare opstanding van Tammuz.

In zijn epische boek “The Two Babylons” beschrijft de auteur Alexander Hislop hoe de ingewijden in de sekte van Tammuz, bovennatuurlijke magische manifestaties ervaarden onder leiding van de priesters van Tammuz. Soms trilde de hele ruimte waar zij zich bevonden en andere keren zagen ze een vorm van licht op een muur of werden ze door duisternis omgeven als een manifestatie van de aanwezigheid van Tammuz. Hetzelfde geldt voor de mens van wetteloosheid. Satan geeft hem macht door allerlei krachtige werken, leugenachtige tekenen, wonderen en elk soort onrechtvaardig bedrog te verrichten. (Zie Engelstalig artikel: The Operation of Satan with Every Powerful Work)

De Joodse vrouwen die in Jehovah’s tempel aan het huilen waren om Tammuz, die hadden beter moeten weten. Ze hadden namelijk kunnen weten dat de ware beloofde Messias niet dood was. De profetie van Jesaja, die zelfs al was geschreven voordat de 10 stammen in ballingschap kwamen, onthulde dat de Messias in de toekomst zou worden verbrijzeld. Er was geen enkele reden om te huilen om Tammuz. Hij was een valse Christus.

Aan de hand van dezelfde redenering hadden de Bijbelonderzoekers, en op dit moment in het bijzonder de Jehovah’s Getuigen, moeten weten dat er niet zoiets bestaat als een ‘onzichtbare’ parousia oftewel onzichtbare Tweede Komst van Christus. De onzichtbare parousia-doctrine van het Wachttorengenootschap komt neer op niets minder dan wat Petrus een “slim bedacht verzinsel” noemde. Sterker nog, de Schrift onthult aan ons dat de Messias door de uitverkorenen zal worden gezien zodra hij voor de tweede keer zal verschijnen. (Zie Engelstalige artikel: Seeing Christ Face-to-Face)

Niemand zou aan het gegeven mogen twijfelen dat de verschijning van Jezus in de eerste eeuw de wereld aanzienlijk heeft veranderd. In onze westerse wereld begint de moderne jaartelling bij het jaar waarin werd verondersteld dat Jezus zou zijn geboren. Niettemin blijkt, dat welke impact de komst van Jezus 2000 jaar geleden ook had gehad, dat de Tweede Komst van Jezus Christus nog veel meer ingrijpender zal gaan worden. Zijn komst zal het einde betekenen van de wereld van Satan. Wetende dat hun einde onvermijdelijk zal blijken zijn, zullen de demonen daarom ook voornemens zijn om de zonen van God uit te schakelen. Jehovah heeft in al zijn rechtvaardigheid toegestaan dat de misleidende werking van Satan vrij baan heeft gekregen zodat Satan een valse god en valse Christus heeft kunnen installeren. Had Jezus ons dan zelf ook niet gewaarschuwd dat in de tijd van het einde vele valse profeten en valse christussen zullen zijn die zullen proberen om indien mogelijk, zelfs de uitverkorenen te misleiden?

In het meest recente commentaar op Ezechiël van het Wachttorengenootschap gooien ze terloops eventjes hun lang gekoesterde leer overboord dat Jeruzalem in de Bijbelse profetie de heidense christenheid zou typeren. Het feit dat ze deze leer overboord hebben gegooid is ook juist geweest. Dit is namelijk toevallig ook precies de boodschap die op e-watchman sinds het jaar 2002 al wordt verkondigd sinds dat de website online is gekomen. Echter blijkt ook, dat door dit te doen, Bethel daarmee bijna alles heeft verloochend wat ze ooit hebben opgeschreven ten aanzien van hun interpretatie van de Hebreeuwse profeten. Wat vertegenwoordigt Jeruzalem dan wel precies? Dat zegt het Wachttorengenootschap helaas niet. Zij impliceren hiermee dat Jeruzalem in de Bijbelse profetieën helemaal niets typeert.

Het zou echter overduidelijk moeten zijn dat Jeruzalem in de profetieën wel degelijk iets typeert. Jeruzalem is namelijk een type – een gevestigd patroon voor Gods handelswijze in de toekomst. Het tegenbeeld oftewel ‘anti-type’ van Jeruzalem en de tempel is de gemeente van Christus tijdens de Tweede Komst van Christus. De vrouwen die midden in Jehovah’s tempel aan het huilen zijn om Tammuz, zullen een parallel vinden tussen degenen die beweren dat zij Jehovah zuivere aanbidding geven, maar die tegelijkertijd de Christus niet zullen aanvaarden wanneer hij komt. Ze zijn namelijk onberouwvolle aanbidders van de valse Christus die Satan in de geestelijke tempel van Jehovah God heeft neergezet. Zij zijn de dwaze maagden die buitengesloten zullen worden zodra de bruidegom midden in het holst van de nacht zal arriveren bij zijn eigen huis.

Wordt vervolgd…