Tijdens een van mijn recente zoektochten over het internet kwam ik een samenvatting tegen van een boek genaamd “The God Delusion”, geschreven door Richard Dawkins. (Nederlandse Wiki-pagina) Omdat ik niet de drang voel om zelf het boek te lezen, wil ik desondanks toch graag reageren op een aantal samenvattende stellingen die het uitgangspunt vormen van het algemene standpunt van atheïsten.

Argument # 1: Wie heeft de Schepper geschapen?

Voor creationisten is een intelligente God de ultieme en eenvoudige verklaring voor alles. Echter is dit ook het punt waarop het ‘eenvoudige’ theïstische standpunt uit elkaar begint te vallen. Als gezegd kan worden dat alle dingen hun oorsprong vinden bij een intelligente God, dan dient men ook de voor de hand liggende vraag te stellen: wat is dan de oorsprong van God? Wie heeft de ontwerper dan ontworpen? U kunt dan een oneindige regressie van het fysieke universum postuleren die uiteindelijk eindigt bij God. Maar wanneer u het bestaan van God überhaupt niet kunt verklaren, dan stort daarmee ook de hele bewijsgrond in elkaar.

Deze atheïstische redenering is niet deugdelijk.

Wetenschappers zijn het er in wezen over eens dat het universum een begin had. Daarin zijn ze het in ieder geval eens met de Bijbel, die begint met de woorden: “In het begin”.

Er wordt verondersteld dat in het begin alle atomaire materie die bestaat, één enkel punt van oorsprong had. Dat is logisch. Wetenschappers noemen dit ook eufemistisch ‘de oerknal’, verwijzend naar het moment waarop de supergeconcentreerde massa explodeerde en zich nog steeds uitbreidt door de lege ruimte.

Oké prima. Er heeft een oerknal plaatsgevonden en nu zijn we er opeens. Dus, waar kwam dan dat kleine beetje atomische concentraat vandaan? Niemand heeft daar een antwoord op – althans niet het soort antwoord welke deze atheïsten bereid zijn om te accepteren.

Einstein onthulde de correlatie tussen materie en energie met zijn E = mc2-formule, welke de basis vormt voor het vrijkomen van energie uit materie, wat omgekeerd weer betekent dat energie de bron is van materie. De hieruit voortkomende vraag is daarom ook simpel. Waar kwam dan de energie vandaan? Niemand weet hierop het antwoord. En toch aanvaarden atheïsten het gegeven dat het universum bestaat, ook al kunnen ze niet op een bevredigende wijze verklaren waar de energie vandaan kwam die de kern vormt van alle materie.

Het argument van de atheïsten dat God niet kan bestaan omdat alles een ontwerper moet hebben, wordt dus volledig omvergeworpen.

Er bestaat een wereld die niet kan worden gemeten door menselijke zintuigen. Het betreft namelijk het rijk van de energie. En hoewel het de menselijke verbeelding ver te boven gaat, is dit onzichtbare rijk in feite de echte wereld die wordt bewoond door wezens van een hogere orde. God heeft trouwens geprobeerd om ons een voorstelling te geven van de aard van de echte wereld. Een van de Psalmen verklaart dit op eenvoudige wijze: U maakt uw engelen geesten, uw dienaren een verterend vuur. (Psalm 104:4)

Met andere woorden, wezens die het geestenrijk bewonen zijn vormen van energie, vergelijkbaar met een soort vuur. Vuur is een vorm van energie, een plasma dat het bestaan van een hoger bestaansniveau aangeeft. En de Auteur van de Bijbel, die zichzelf lang geleden de Schepper noemde, heeft ons laten weten dat hij overvloedig is aan dynamische energie. Logischerwijs zou de Schepper van het universum de bron moeten zijn van de energie die zit opgesloten in elke draaiende atoom, die de bouwstenen vormen van alles om ons heen.

Het is infantiel om te veronderstellen dat God niet zou kunnen bestaan door te stellen dat Hijzelf ook geschapen had moeten worden. Jezus verwees naar zijn eigen Vader als de enige ware God, juist omdat God altijd al heeft bestaan. Het simpele feit dat het ieder menselijk begrip te boven gaat dat God niet is geschapen, wil nog niet zeggen dat het niet waar is.

Argument # 2: de onbetrouwbaarheid van de Bijbel

De Bijbel werd geschreven en samengesteld door verschillende auteurs, die pas eeuwen later leefden dan de tijd waarin de gebeurtenissen zich afspeelden die ze beweerden te beschrijven. Als zodanig zit het vol inconsistenties en wordt het door geleerden niet als een betrouwbaar historisch verslag beschouwd. De bijbel is bijvoorbeeld zeer onduidelijk over de vraag of Jezus nou in Bethlehem of in Nazareth werd geboren. Het feit dat de Bijbel zelfs niet in staat blijkt te zijn om de feiten boven tafel te krijgen over waar de veronderstelde zoon van God precies werd geboren, pleit sterk tegen het hebben van vertrouwen in de Bijbel als historische bron en als ‘bewijs’ voor het bestaan van God.

De Bijbel is in een periode van 1600 jaar door enkele tientallen mannen in drie verschillende talen samengesteld. De fysieke boekrollen hebben schijnbaar op een wonderbaarlijke wijze vele eeuwen overleefd, ondanks talloze invasies door plunderende legers en talloze pogingen om de Bijbel te vernietigen. Het is nooit bewezen dat wat er in de Bijbel staat geschreven tegenstrijdig is, enkel dat het verkeerd wordt begrepen. De vermeende tegenstrijdigheid over de geboorteplaats van Jezus is ronduit belachelijk. De Bijbel zegt niet dat Jezus in Nazareth werd geboren. Er staat enkel geschreven dat zijn familie daarheen verhuisde toen hij nog een kind was.

Daarentegen klopt het wel dat sommige verslagen werden geschreven lang nadat de gebeurtenissen hadden plaatsgevonden waarop deze betrekking hadden. Het moge duidelijk zijn dat Mozes er niet zelf bij was toen God Adam en Eva schiep of toen Noach de ark bouwde. Hij schreef honderden jaren later over die gebeurtenissen – uiteraard door middel van goddelijke inspiratie. Maar laat de atheïst desondanks eens zijn brein breken over het volgende feit: sommige delen van de Bijbel werden al eeuwen voordat de gebeurtenissen plaatsvonden, geschreven. Dit staat ook wel bekend als ‘profetie’.

Met betrekking tot de geboorte van Jezus werd een Hebreeër genaamd Micha, die ongeveer 700 jaar voor Christus leefde, geïnspireerd om in een boekrol op te tekenen dat de toekomstige heerser van Israël uit het kleine gehucht Bethlehem zou komen: “En uit jou, Bethlehem E̱fratha, te klein om bij de duizenden van Juda te horen, uit jou zal degene voortkomen die voor mij heerser zal zijn in Israël. Zijn oorsprong ligt in oude tijden, in lang vervlogen dagen.(Micha 5:2)

De evangelieschrijvers bevestigen ook dat Jezus in Bethlehem werd geboren, maar hij kwam daar niet vandaan. Nadat de Perzische astrologen naar Jeruzalem waren gekomen om het pasgeboren kind te zoeken, schrok Herodes en riep hij de Joodse priesters bij zich om te bepalen waar de Messias naar verwachting vandaan zou komen. In het evangelie van Mattheüs staat de volgende verklaring: Hij riep alle overpriesters en schriftgeleerden bij elkaar en vroeg hun waar de Christus geboren zou worden. Ze antwoordden: ‘In Bethlehem in Judea. Want dit heeft de profeet geschreven…” (Mattheus 2: 4-5)

Er blijkt dus dat zelfs het Joodse religieuze establishment had aangenomen dat Micha lang tevoren had voorzegd dat Christus in Bethlehem geboren zou worden. Het evangelie van Lukas onthult echter dat de ouders van Jezus uit Nazareth kwamen, dat ongeveer 100 kilometer noordelijker lag. Ze maakten de tocht naar Bethlehem omdat de Romeinse overheersers de Joden een soort van verplichte registratie oplegden, waardoor ze kennelijk werden verplicht om zich te laten registreren in de plaats van hun stamvoorouders. Lukas legt uit dat Maria en Jozef van Nazareth naar Bethlehem reisden en dat Maria daar begon te bevallen en in een veestal het leven schonk aan Jezus. Vanwege de moorddadige woede-uitbarsting van Herodes droeg een engel Jozef op om voor hun eigen veiligheid zijn gezin naar Egypte over te brengen. Nadat Herodes kwam te overlijden nam Jozef zijn gezin weer mee terug naar Nazareth in de regio Galilea. Daar groeide Jezus op. Dat was ook de plek waar Jezus begon met zijn bediening. Daarom werd de Messias ook wel Jezus van Nazareth genoemd.

Ik vraag me af of deze zogenaamde “geleerden” werkelijk zo onwetend zijn of dat ze eerder onoprecht zijn? Misschien draait het voor hen alleen maar om de verkoopcijfers van hun eigen boeken.

Argument # 3: natuurlijke selectie en de onwaarschijnlijkheid van God

Natuurlijke selectie biedt een veel logischere, toetsbaardere en waarschijnlijkere verklaring voor waarom de wereld zo is, zoals deze is.

Vóór Charles Darwins evolutietheorie door natuurlijke selectie leek het erop dat intelligent ontwerp (intelligent design) een veel sterkere verklaring leek te bieden voor de complexiteit die we in de natuurlijke wereld kunnen waarnemen. Het was onmogelijk voor te stellen dat de verscheidenheid en complexiteit van het universum op de een andere manier tot stand kon zijn gekomen door iets anders dan de bewuste wil van een opperste intelligente godheid.

Evolutie wordt gepresenteerd als een vaststaand feit terwijl er in werkelijkheid geen greintje bewijs is dat een plant, dier of enig levend wezen ooit is gemuteerd of zich heeft ontwikkeld tot een andere soort. Echte wetenschap vereist dat een theorie experimenteel wordt beproefd om het postulaat vervolgens te valideren. De wetenschap heeft nog nooit aangetoond dat levende wezens evolueren. Natuurlijk is het zo dat aanpassingsvermogen in het ontwerp zit verwerkt van elk levend wezen. Wanneer een plant of dier zich namelijk niet aan de omgeving kan aanpassen, dan zijn ze gedoemd om uit te sterven.

Bovendien gaat natuurlijke selectie niet in op de vraag hoe het leven oorspronkelijk tot stand zou zijn gekomen. Als het leven lang geleden spontaan zou zijn voortgekomen uit niet-levend materiaal, waarom vindt datzelfde proces nu dan niet plaats? Zelfs in een professionele laboratoriumomgeving zijn wetenschappers niet in staat gebleken om leven te toveren uit niet-levende materie. De reden waarom dit zo is wordt in de Bijbel uitgelegd: Uw loyale liefde reikt tot de hemel, Jehovah,Bij u is de bron van het leven, …” (Psalm 36:7, 9)

De wonderen van de natuur kunnen niet zo gemakkelijk worden weggeredeneerd als zijnde toevallige ongelukken en mutaties. Kijk eens naar het bescheiden zaadje. Het leven op aarde zou niet bestaan zonder dat planten het vermogen hadden gehad om zichzelf te reproduceren. Elke plant produceert een genetische blauwdruk van zichzelf en codeert vervolgens de informatie in zaden. En ook de zaden zijn weer speciaal ontworpen door gebruik te maken van verschillende technieken om zichzelf te verspreiden buiten het gebied van de ouderplant.

De meeste planten hebben twee aspecten. Er is het bovengrondse deel en er is de wortel die zich onder de grond bevindt. Het zaadje levert genoeg voedsel voor de zaailing om te kunnen overleven totdat het geworteld raakt en het zijn zonnepanelen ontvouwt om daarmee over te gaan op fotosynthese om zo zijn eigen voedsel te creëren. Het zaadje zal alleen ontkiemen en beginnen aan de voortplanting van de ouderplant als er voldoende water aanwezig is. Zodra de ontkieming begint, is het van cruciaal belang dat de plant de wortel naar beneden stuurt en de stengel omhoog. Hier volgt een vraag voor diegenen die de suggestie van intelligent ontwerp zouden bespotten: Hoe weet het zaadje wat de weg naar boven is? De ontkieming van het zaadje zou mislukken indien de wortels naar boven zouden gaan groeien en de stengel naar beneden. Nogmaals, hoe detecteert het zaad wat de weg naar boven is en wat de weg omlaag is? Hebben de zaadjes dit zelf ontdekt of is dit een duidelijk bewijs van een meesterlijke Ontwerper?

Er zijn overal aanwijzingen dat er een hogere intelligentie bestaat. De christelijke schrijver vatte dit goed samen en verklaarde: Want wat een mens over God kan weten, is voor hen heel duidelijk: God heeft het ze duidelijk gemaakt. Zijn onzichtbare eigenschappen — zijn eeuwige kracht en Godheid — zijn namelijk vanaf de schepping van de wereld duidelijk te zien, omdat ze waar te nemen zijn in alles wat gemaakt is. Daarom hebben ze geen enkel excuus. Want hoewel ze God kennen, hebben ze hem niet als God geëerd en hem ook niet gedankt, maar hun gedachten zijn zinloos en hun onverstandige hart is verduisterd. (Romeinen 1: 19-21)

 Atheïsten zijn leeghoofdig in hun eigen redeneringen. Ze beweren wijs te zijn, maar zijn in werkelijkheid onzinnig.

Een van de belangrijkste leringen van Jezus is tevens een van de meest genegeerde leringen. Jezus onderwees op zeer heldere wijze dat er een schepsel bestaat die Satan wordt genoemd. Het gaat hier niet om de koning van een of andere ondergrondse vlammenzee die tot in de eeuwigheid ongelukkige zielen martelt. Volgens Christus is de duivel ook de heerser van de wereld. Zijn invloed doordringt alles. Jezus verklaarde over hem dat hij een leugenaar en een moordenaar is. Dat vormt ook een verklaring waarom zoiets leeghoofdigs en belachelijks als de evolutietheorie als de waarheid wordt verheerlijkt en bewierookt. De slechte en goddeloze god van deze duistere wereld eist dit namelijk.

In werkelijkheid is de evolutieleer zelf een religie. Haar aanhangers geloven zelf in een misvatting. Ze oefenen een vurig vertrouwen in een mythe. Ze zijn onvergeeflijk.