De afgelopen 150 jaar heeft het Wachttorengenootschap op stoutmoedige wijze de Bijbelse profetieën geïnterpreteerd in een poging om de dingen die komen zullen gaan te onthullen en om zichzelf tegelijkertijd ook op een voetstuk te plaatsen als de Stad van het Licht. Bijgevolg is de kudde ervan overtuigd geraakt dat Christus al zou zijn teruggekeerd en dat we ons op dit moment diep in de tijd van het einde bevinden, waarvan tevens wordt aangenomen dat deze periode al in 1914 zou zijn begonnen.

In werkelijkheid blijkt dat, omdat de zieners binnen Bethel hebben vastgesteld dat bijna alle dingen al zijn vervuld, wat ook automatisch betekent dat sommige extreem belangrijke Bijbelse profetieën in hun ogen niet langer meer relevant zijn, zoals bijvoorbeeld de profetie van Joël, de Jehovah’s Getuigen daarom ook niet beschikken over enige basis om te anticiperen op de ontwikkelingen met het oog op de gebeurtenissen in de nabije toekomst die verband zullen houden met de onthulling van Jehovah’s oordelen.

Op Armageddon na, is er slechts één andere gebeurtenis in de nabije toekomst waar het Besturende Lichaam Jehovah’s Getuigen toe heeft aangezet om naar uit te kijken, namelijk de vernietiging van Babylon de Grote. Hoewel het Wachttorengenootschap claimt dat het moderne Babylon al in de jaren 1918 tot 1919 zou zijn gevallen, waarbij Babylon volgens het Genootschap vanaf dat jaar zogenaamd niet langer meer de macht zou bezitten om Gods volk te onderdrukken, ondanks het feit dat de Russisch-orthodoxe Kerk recentelijk nog haar invloed op Moskou heeft gebruikt om het Wachttorengenootschap volledig te laten liquideren, zal volgens het Wachttorengenootschap het ultieme einde van alle valse religie naar verwachting pas gaan plaatsvinden tijdens de grote verdrukking. Feitelijk wordt er tot vervelens toe herhaald dat de grote verdrukking pas zal beginnen zodra de tien horens van het beest zich tegen de hoer zullen keren.

Indien Jehovah’s Getuigen daadwerkelijk de apostolische vermaning zouden opvolgen en ervoor zouden zorgen dat ze ‘zeker zijn van alle dingen’, en alle “geïnspireerde” uitspraken zouden beproeven om zodoende vast te stellen of ze daadwerkelijk van God afkomstig zijn, tot welke conclusie zouden ze dan komen? Elke bekwame onderzoeker zou dan namelijk ontdekken dat er geen Bijbelse basis bestaat voor de bewering van het Wachttorengenootschap. Het klopt inderdaad dat er in het 17de hoofdstuk van Openbaring een levendige beschrijving wordt gegeven van het beest die de hoer zal verslinden, en we mogen er absoluut zeker van zijn dat deze profetie ook daadwerkelijk zal worden vervuld, maar welke basis bestaat er dan die de bewering ondersteunt dat deze gebeurtenis pas tijdens de grote verdrukking zal gaan beginnen? Deze basis bestaat namelijk niet. Net zoals bij veel andere interpretaties blijkt ook hier weer dat het niets anders betreft dan het Wachttoren-dogma dat als zuivere waarheid wordt verpakt en vervolgens aan miljoenen Getuigen wordt onderwezen.

Hier bestaat echter wel een onderliggende reden voor. Het Besturende Lichaam gelooft dat de profetische “heilige plaats” en het profetische “Jeruzalem” die voorbestemd zijn om tijdens de grote verdrukking door een walgelijk ding te worden verwoest, de heidense christenheid vertegenwoordigt en in het verlengde daarvan ook meteen heel Babylon de Grote, het zogenaamde wereldrijk van valse religie.

Maar als dat waar zou zijn, waarom zou het dan voor christenen nodig zijn om zonder te aarzelen te vluchten voor hun leven, direct nadat zij zien dat het walgelijke ding komt te staan waar het niet hoort? Bovendien, waarom zou het dan ook nodig zijn dat God de dagen van de verdrukking verkort om de mensheid van uitsterven te redden?

Jezus adviseerde zijn discipelen om inzicht of onderscheidingsvermogen te gebruiken en specifiek de profetie van Daniël te raadplegen. Daniël spreekt namelijk over de heilige plaats en de heiligen die worden vertrapt door verschillende entiteiten, waarover de zogenaamde “profeetklasse” van Bethel beweert dat dit gedurende de afgelopen twee wereldoorlogen tijdens twee verschillende gelegenheden zou hebben plaatsgevonden. Had het Besturende Lichaam hier in dit geval nog minder inzicht en onderscheidingsvermogen kunnen gebruiken?

Tot ongeveer 50 jaar geleden leerde het Wachttorengenootschap nog dat de grote verdrukking al in 1914 zou zijn begonnen en dat God zou hebben ingegrepen om de dagen ervan te verkorten.

Dat idee kwam voort uit de overtuiging dat de zegels van de symbolische boekrol achtereenvolgens zouden zijn ontzegeld ergens tijdens de Eerste Wereldoorlog. De zieners van Bethel hadden / hebben het ten aanzien van slechts één ding wel bij het juiste eind. De ontzegeling van het zesde zegel duidt op wereldschokkende gebeurtenissen en angstaanjagende tekenen in de hemel die verband houden met de grote verdrukking. Wanneer we in de profetie lezen dat elke berg en elk eiland op hun grondvesten zullen worden geschud, dan kan dat alleen maar de plotselinge, catastrofale ineenstorting symboliseren van de huidige beschaving. De ineenstorting van het huidige samenstel zal erop lijken alsof de wereld zal ophouden te bestaan – alsof de zon wordt verduisterd en alsof de sterren uit de hemel zullen vallen.

Jezus sprak er ook over dat de zon geen licht meer zou geven en ook dat het licht van de maan niet meer zou schijnen en dat ook de sterren uit de hemel zouden vallen – Deze gebeurtenissen houden allen verband met de opening van het zesde zegel. Jezus verklaarde dat deze dingen “onmiddellijk na de verdrukking” zullen plaatsvinden. Daarnaast zou dit ook opgevat kunnen worden alsof de wereld zal worden verduisterd vanwege de verdrukking in die dagen. Het is dan ook niet toevallig dat de profetie van Joël ook dezelfde apocalyptische symboliek gebruikt, zeggende: En ik zal wonderen tonen in de hemel en op aarde: bloed, vuur en rookzuilen. De zon zal in duisternis veranderen en de maan in bloed vóór de komst van de grote en ontzagwekkende dag van Jehovah. (Joël 2: 30-31)

In elk geval wijst het commentaar in het rode boek van het Wachttorengenootschap “Openbaring – Haar grootste climax is nabij” erop dat de zegels van de boekrol heel kort na elkaar zullen worden ontzegeld. Dat is uiteraard ook zeker redelijk om te stellen. Maar aangezien er tot dusver nog geen dergelijke wereldschokkende ineenstorting van natiën heeft plaatsgevonden, is het daarom ook duidelijk dat de profetische zegels op dit moment nog absoluut niet zijn ontzegeld – niet één enkele zegel dus.

Iets dat helemaal lachwekkend is om te moeten constateren, is het feit dat de zieners van Bethel, in een poging om hun interpretatieve leegte op papier op te vullen, claimen dat het zesde zegel al meer dan een eeuw geleden zou zijn ontzegeld en zou hebben geresulteerd in voorlopige aardbevingen welke volgens hen de wereld gedurende de afgelopen 100 jaar compleet zouden hebben ontregeld! Het Wachttorengenootschap beweert dat de natiën van deze wereld al sinds het jaar 1914 compleet zouden zijn gedestabiliseerd. Dit terwijl de generaties van na de Tweede Wereldoorlog aanvankelijk hebben kunnen genieten van een langere periode van relatieve welvaart, vrede en stabiliteit. Het Besturende Lichaam werd zo gedwongen om op de proppen te komen met dergelijke verdraaiingen om zo het bedrog omtrent de 1914-doctrine in leven te kunnen houden.

Indien het zesde zegel immers nog niet zou zijn ontzegeld, dan betekent dit dus ook automatisch dat de voorgaande zegels ook nog niet zijn ontzegeld – met inbegrip van het eerste zegel dat de messiaanse ruiter op het witte paard afbeeldt die eropuit trekt om oorlog te voeren tegen zijn vijanden. Hebben we het hier dan slechts over een irrelevant detail wanneer er luidkeels wordt verkondigd dat het Koninkrijk op dit moment al zou zijn opgericht en dat de Tweede Komst van Christus een gebeurtenis zou zijn die sinds 1914 al lang en breed achter ons ligt?

De lastige positie waarin het Besturende Lichaam zich momenteel bevindt komt precies overeen met wat er staat geschreven in het dertiende hoofdstuk van Ezechiël: “Ze hebben bedrieglijke visioenen gezien en leugens voorspeld. Ze zeggen: “Het woord van Jehovah is”, terwijl Jehovah zelf hen niet heeft gestuurd. En toch verwachten ze dat hun woord uitkomt..” (Ezechiël 13:6)

De periode van wachten is voor het Besturend Lichaam een vergeefs lange tijd geworden die voor hen zo langzamerhand ondraaglijk begint te worden.

Deze aanklacht uit Ezechiël wordt gericht tegen degenen naar wie Jehovah verwijst als ‘de dwaze profeten’ – “degenen die hun eigen profetieën verzinnen”. Dat is helaas ook precies wat het Wachttorengenootschap heeft gedaan. Ze hebben hun eigen vervullingen verzonnen en hebben deze vervolgens gekoppeld aan de Bijbelse profetische visioenen.

Kijk bijvoorbeeld eens naar de laatste aanpassing van Joël door het Wachttorengenootschap. Al lang geleden, in de late jaren ’90, had ik al persoonlijk contact opgenomen met tal van vooraanstaande mannen binnen Bethel om hen te wijzen op de vele voor de hand liggende absurditeiten van de lang gekoesterde profetische interpretatie door het Wachttorengenootschap. In de jaren 2005 tot 2006 ontvingen de toenmalige leden van het Besturende Lichaam ook persoonlijke papieren exemplaren van het boek “Jehovah Zelf is Koning Geworden” – waarin een heel hoofdstuk staat geschreven dat gewijd was aan een onderzoek van het Bijbelboek Joël.

En wat er toen vervolgens ineens gebeurde!… In het jaar 2020, 15  jaar later dus, kwam er plotseling een heldere flits van nieuw licht! Er werd vanuit Bethel ineens onthuld dat de profetische sprinkhanenzwerm uit het boek Joël uiteindelijk toch niet de vreedzame Jehovah’s Getuigen symboliseert. Maar wat voorspelt de niet te stoppen sprinkhanenzwerm dan wel met het oog op de nabije toekomst? Helemaal niets dus… althans volgens het ‘nieuwe licht’ van het Wachttorengenootschap dan. Ondanks het feit dat de invasie van de noorderling een voorbode is van de dag van Jehovah, beweert het Wachttorengenootschap op dit moment dat er geen moderne vervulling bestaat van deze profetie. Nogmaals: Ondanks het feit dat deze sprinkhanen volgens de Bijbel een enorme verwoesting zullen brengen over de gehele aarde en dat deze zelfde sprinkhanen daarnaast ook nog Jehovah’s eigen land inclusief Jeruzalem zullen binnendringen, wat toevallig ook het centrale kenmerk betreft van de uitgebreide profetie van Jezus met betrekking tot het besluit van het samenstel en de grote verdrukking…Ondanks al deze feiten zien de dwaze profeten van Bethel dus geen enkel verband. Geen wonder dus dat Jehovah hen terecht de “dwaze profeten” noemt.

Het is ook precies zoals Jehovah tegen zijn wachter Ezechiël zei: Mensenzoon, je woont in een opstandig huis. Ze hebben ogen om te zien maar ze zien niet, ze hebben oren om te horen maar ze horen niet, want het is een opstandig huis. (Ezechiël 12: 2)

De profetische woorden uit het bovenstaande vers zijn absoluut waar. De leidende mannen van de Jehovah’s Getuigen bezitten wel degelijk over de capaciteiten en het geestelijke vermogen om Jehovah’s oordelen te kunnen onderscheiden. Met andere woorden, ze hebben ogen om te zien en ze hebben oren om te horen. Echter weigeren ze om Gods oordelen te willen zien en te willen horen. In plaats daarvan bedenken ze allerlei vleiende interpretaties om daarmee zichzelf en de organisatie op een voetstuk te plaatsen en te verheerlijken, terwijl ze tegelijkertijd ook beweren dat ze er eigenhandig voor hebben gezorgd dat de zuivere aanbidding eindelijk door hen zou zijn hersteld en dat Jehovah’s Getuigen op dit moment al vertoeven in het geestelijke paradijs en dat alles op dit moment koek en ei is tussen hen en Jehovah God.

Ondertussen heeft het Besturende Lichaam zich openlijk tegen de geboden van Christus verzet en hebben ze alles verworpen waar het Wachttorengenootschap ooit resoluut voor stond. Onder het mom van het zogenaamd redden van levens, is het afgelopen jaar elke Koninkrijkszaal ter wereld gesloten en hebben Jehovah’s Getuigen vanuit Bethel het bevel gekregen om zich niet op straat te begeven, allemaal vanwege een pandemie die door 99,9% van de bevolking zonder enig probleem kan worden overleefd! Inderdaad: Een zeer opstandig huis!

Hoelang zal Jehovah dit gedrag nog kunnen verdragen ten aanzien van diegenen die vals profeteren in Zijn eigen naam? Dit zal namelijk niet lang meer duren. Vandaar ook dat Jehovah zijn wachter gebood om het volgende tegen hen te zeggen: De dagen zijn nabij en alle visioenen zullen uitkomen.” Want er zal geen bedrieglijk visioen of vleiende waarzeggerij meer zijn in het huis van Israël. “Want ik, Jehovah, zal spreken. Elk woord dat ik spreek, zal zonder uitstel gebeuren. In jullie dagen, opstandig huis, zal ik het woord spreken en het uitvoeren”, verklaart de Soevereine Heer Jehovah.” (Ezechiël 12:23-25)

Tot op heden heeft Jehovah God het de dwaze profeten toegestaan om hun vleiende waarzeggerij openlijk te etaleren. Ze hebben gipslaag na gipslaag aan witkalk op hun gammele muur gesmeerd in een poging om de barsten in deze muur te camoufleren en om deze muur krampachtig overeind te houden. De krachtige stormwind en de symbolische stortregens zullen aankomen in de vorm van oorlog, hongersnood, pestilenties en de grote verdrukking. Deze dagen zijn ondertussen heel erg dichtbij gekomen!

Tot de visioenen die in de nabije toekomst zullen worden vervuld, behoren de vele visioenen uit Openbaring en ook de visioenen van Ezechiël, Daniël, Zefanja, Habakuk, Joël en Jesaja. En de overeenkomst tussen al deze profeten, zonder enige uitzondering, met inbegrip van de belangrijkste profeet zelf, namelijk Jezus Christus, betreft de verwoesting van Jeruzalem.

Met het oog daarop is dit ook hetgeen wat Jehovah in de nabije toekomst tegen zijn opstandige volk zal gaan zeggen: “De Soevereine Heer Jehovah zegt daarom: “Ik zal krachtige stormwinden laten losbarsten in mijn woede, stortregens in mijn boosheid en hagelstenen in verwoestende razernij. De muur die jullie met witkalk hebben bepleisterd, zal ik afbreken en met de grond gelijkmaken. Het fundament zal bloot komen te liggen. Jullie zullen in de stad omkomen als ze valt. Jullie zullen moeten weten dat ik Jehovah ben.” (Ezechiël 13: 13-14)

Dit artikel wordt elektronisch verspreid onder de bewoners en de ouderlingen binnen Bethel.