Opmerking van de Nederlandse vertaler: Klik op de bovenstaande afspeelknop indien u naar de audio stream van dit artikel wilt luisteren.

Dagtekst vrijdag 11 december

Op mijn wachtpost zal ik blijven staan. — Hab. 2:1.

Het gesprek met Jehovah gaf Habakuk een kalm hart. Het maakte hem vastbesloten om vol  vertrouwen te wachten tot Jehovah zou ingrijpen. Dat was geen impulsieve reactie, want hij herhaalde zijn voornemen toen hij later zei: ‘Toch wacht ik rustig op de dag van ellende’ (Hab. 3:16). Wat leert Habakuks vastberadenheid ons? Ten eerste dat we er nooit mee moeten stoppen tot Jehovah te bidden, wat ons ook overkomt. Ten tweede dat we moeten luisteren naar wat Jehovah ons via zijn Woord en zijn organisatie vertelt. Ten derde dat we geduldig op Jehovah moeten  wachten met het volste vertrouwen dat hij op zijn tijd onze pijn zal verlichten. Als je net als Habakuk geduldig bent en met Jehovah praat en naar hem luistert, zul jij ook een kalm hart krijgen, wat je helpt om te volharden. Je hoop zal je geduld versterken, waardoor je vreugde kunt hebben ondanks alle problemen die je misschien hebt. Hoop geeft je het vertrouwen dat je hemelse Vader zal  ingrijpen (Rom. 12:12). w18.11 15, 16 ˚11, 12

Het heeft geleidelijk aan plaatsgevonden. In de loop van de tijd heeft het Wachttorengenootschap de boodschap van de profeten steeds meer afgezwakt door deze om te zetten in gedragslessen. Zoals bijvoorbeeld wordt aangetoond in de bovenstaande dagtekst, concentreren de leraren van de leraren zich op de vraag hoe Habakuk zich gevoeld moet hebben in plaats van dat ze enig aspect van de feitelijke profetie van Habakuk nader beschouwen, – alsof de profetie bedoeld is om ons een les te leren over hoe we ons op mentaal vlak dienen aan te passen. Zijn dit nou de levensreddende uitspraken waarnaar we moeten luisteren die vanuit de organisatie worden verkondigd?

Het Wachttorengenootschap claimt dat ze de hedendaagse profeetklasse zijn. Niemand anders is volgens hen in staat om de esoterische boodschap van de Bijbelse profeten te kunnen begrijpen, behalve de officiële gezalfde zieners. Aangezien Jehovah’s Getuigen feitelijk geen andere keuze hebben dan de interpretaties en de uitspraken van het Wachttorengenootschap te aanvaarden als het zuivere woord van God, zou u eens wat dieper moeten nadenken over wat de Bijbel eigenlijk leert over degenen die worden beschouwd als profeten en zieners.

Want Jehovah heeft een geest van diepe slaap over jullie uitgestort. Hij heeft jullie ogen, de profeten, gesloten en hij heeft jullie hoofden, de visionairs, bedekt. (Jesaja 29:10)

Houd er nadrukkelijk rekening mee dat Jehovah in dit voorbeeld niet de vraag betwist of zij wel daadwerkelijk profeten en zieners zijn. Integendeel juist. Jehovah verbergt zijn zaken voor hen, juist omdat ze profeten zijn. De blindheid van het Wachttorengenootschap met betrekking tot de profetie van Jesaja vormt het hoofdthema in deze doorlopende serie artikelen die specifiek in het teken staan van Jesaja.

Ze hebben Jehovah niet erkend en ze blijven zeggen: “Hij zal niets doen. Ons zal geen ellende overkomen. Zwaard en hongersnood blijven ons bespaard.” De profeten zitten vol lucht en het woord is niet in hen. Laat dat hun overkomen! (Jeremia 5: 12-13)

De woorden die aan de Joden worden toegerekend, zijn treffend van toepassing op de leiding van het Wachttorengenootschap. Ze verwachten dat ze een plaats zullen krijgen op de eerste rij om vervolgens als een soort van passieve toeschouwer getuige te zijn van de vernietiging van de christenheid en van heel Babylon de Grote. Ze gaan ervan uit dat hen geen enkele rampspoed zal overkomen. Ze geloven werkelijk dat er geen gevolgen zullen kleven aan het feit dat er onder hun toeziend oog vele duizenden kinderen seksueel zijn misbruikt binnen de gemeenten van Jehovah’s Getuigen. Zoals het vers al aangeeft: woorden zo leeg als lucht…wat een treffende beschrijving, net zoals de dagtekst van vandaag overigens.

De profeten profeteren leugens en de priesters gebruiken hun macht om anderen te domineren. En mijn eigen volk vindt het geweldig. Maar wat gaan jullie doen als het einde komt? (Jeremia 5:31)

In het begin claimde het Wachttorengenootschap dat er een onzichtbare parousia (Tweede Komst van Christus) zou zijn begonnen in het jaar 1874 en dat het Koninkrijk van God begonnen zou zijn met regeren in het jaar 1878. Daarna, rond het jaar 1930, verschoven ze deze gebeurtenis naar het jaar 1914, en sindsdien hebben ze al die tijd staan verkondigen dat de tijd van het einde toen zou zijn begonnen. En helaas moeten we ook hier weer constateren dat het bovenstaande vers uit Jeremia gelijk heeft. Jehovah’s Getuigen vinden het heerlijk om voorgelogen te worden. Ze vinden het ontzettend bijzonder dat niemand anders de chronologie kan begrijpen die wordt gebruikt om het goddelijke jaar 1914 te voorspellen.

Jehovah zei toen tegen me: ‘De profeten profeteren leugens in mijn naam. Ik heb ze niet gestuurd, ik heb ze niets opgedragen en ik heb niet tegen ze gesproken. Ze profeteren tot jullie een leugenvisioen, een zinloze voorspelling en bedrog uit hun eigen hart. Daarom zegt Jehovah het volgende over de profeten die in mijn naam profeteren hoewel ik ze niet heb gestuurd, en die zeggen dat er geen zwaard of hongersnood in dit land zal komen: “Door het zwaard en door de hongersnood zullen die profeten omkomen. (Jeremia 14: 14-15)

Om de stelling “bedrog uit hun eigen hart” te demonstreren, bestaat er niet zoiets als een onzichtbare aanwezigheid. Jezus is altijd al onzichtbaar aanwezig geweest. Heeft Christus zijn naaste volgelingen dan niet verzekerd dat waar er twee of meer mensen in zijn naam bijeen vergaderd zijn, dat hij in hun midden is? (Matt 18:20) Zei hij daarnaast ook niet dat hij al de dagen bij zijn discipelen zou zijn tot het einde van het tijdperk? (Matt 28:20)

De parousia van Christus betreft iets heel anders. De parousia oftewel de Tweede Komst van Christus, betekent hetzelfde als de openbaring en manifestatie van Jezus. Als iets of iemand wordt gemanifesteerd of onthuld, is diegene of datgene dus niet langer meer onzichtbaar. Petrus was bijvoorbeeld persoonlijk een ooggetuige van de transfiguratie. Later schreef hij dat de apostelen de christenen niet bekendmaakten met de parousia, gebaseerd op slim bedachte verzinsels maar dat zij daadwerkelijk ooggetuige waren geweest van deze gebeurtenis, welke een voorteken was van de authentieke parousia. Hoe is het mogelijk dat Petrus een ooggetuige was van de aanwezigheid van Christus en dat daarentegen het Wachttorengenootschap blijft beweren dat de aanwezigheid van Christus vanaf het jaar 1874 onzichtbaar zou hebben plaatsgevonden? (schrap het jaar 1874 maar. Ik bedoelde hier bij nader inzien natuurlijk het jaar 1914.) Zoals het aangehaalde vers hierboven al zei: Omdat ze beweren dat het zwaard, de hongersnood en de pestilenties zijn gekomen en ook weer zijn verdwenen, zullen ze rechtstreeks worden onderworpen aan de werkelijke terreur die zal voortkomen als gevolg van het loslaten van de ruiters van de Apocalyps.

Het woord van Jehovah kwam opnieuw tot mij: ‘Mensenzoon, profeteer tegen de profeten van Israël en zeg tegen degenen die hun eigen profetieën verzinnen: “Hoor het woord van Jehovah. Dit zegt de Soevereine Heer Jehovah: ‘Wee de dwaze profeten, die hun eigen geest volgen terwijl ze niets hebben gezien!” (Ezechiël 13: 1-3)

Naar eigen zeggen heeft geen van de zieners de manifestatie van Christus met eigen ogen gezien. Ondanks dat is de kerndoctrine van het Wachttorengenootschap dat Jezus Christus al zou zijn gekomen. Hoewel Jehovah’s Getuigen het zelf misschien niet eens beseffen, leert het Wachttorengenootschap dat de Tweede Komst van Jezus in het verleden al heeft plaatsgevonden. Ze claimen dat ze het teken duidelijk hebben gezien – hoewel de profeten op sommige zeldzame momenten in een vlaag van nuchterheid zullen toegeven dat niet alle kenmerken van het teken evident zijn geworden. Dus, volgens het Wachttorengenootschap ontvouwt het teken van het besluit zich geleidelijk, verspreid over meer dan een eeuw en wachten we nu dus nog steeds op het uitkomen van enkele van deze tekenen. Ook hier voldoet de beschrijving uit Ezechiël 13 weer op treffende wijze ten aanzien van de huidige realiteit. In tegenstelling tot hun sterke claims en overtuigingen hebben de dwaze profeten feitelijk helemaal niets gezien!

Dit zegt Jehovah tegen de profeten die mijn volk op een dwaalspoor brengen, die vrede verkondigen zolang ze iets te kauwen hebben maar de oorlog verklaren aan wie niets in hun mond stopt: “Voor jullie zal het nacht zijn, zonder visioenen. Voor jullie zal het duister zijn, zonder waarzeggerij. Voor de profeten zal de zon ondergaan, voor hen zal de dag donker worden. De visionairs zullen beschaamd worden, de waarzeggers teleurgesteld. Ze zullen allemaal hun snor moeten bedekken, want er komt geen antwoord van God.” (Micha 3:5-7)

Het Wachttorengenootschap heeft gesuggereerd dat het onmogelijk is dat het teken van Christus zich in de toekomst duidelijk zou kunnen gaan openbaren. Stel je hun verschrikking eens voor zodra de wereld in een enorme oorlog zal uitbarsten, zodra er enorme voedseltekorten zullen ontstaan en zodra er daadwerkelijke pandemieën over de wereld zullen rondtrekken en miljarden mensenlevens zullen opeisen. De visionairs zullen op dat moment inderdaad beschaamd worden, precies zoals het bovenstaande vers aangeeft. Hun waarzeggers zullen dan absoluut zeer teleurgesteld zijn.

Ondertussen wil ik de profetische tekst uit de bovenstaande dagtekst nogmaals ernstig onderstrepen… Op mijn wachtpost zal ik blijven staan, op de vesting zal ik mijn post innemen. Ik zal de wacht houden om te zien wat hij via mij zal zeggen en wat ik moet antwoorden als ik word terechtgewezen.(Habakuk 2:1)