Opmerking van de Nederlandse vertaler: Dit artikel werd oorspronkelijk gepost in januari 2012. Deze her-post is bijgewerkt.

Na Jehovah’s aankondiging in het 23ste hoofdstuk van Jesaja welke wordt gericht tegen Tyrus, staat er ook opgetekend dat de tenuitvoerlegging van Gods oordelen direct daarna zal plaatsvinden. Deze oordelen worden gericht tegen zijn eigen volk en tegen de stad waar Jehovah zijn heilige naam had laten wonen. Ook in de profetie van Ezechiël zien we dat hier exact hetzelfde patroon wordt gevolgd, in die zin dat Jehovah’s aangestelde wachter eerst het oordeel bekend maakt met betrekking tot de ondergang van Tyrus en Egypte en pas daarna wordt hem ook nog bevolen om Gods oordelen over de herders van Israël uit te spreken. Dat zal dan ook de achtergrond zijn waar de profeet naar verwijst met betrekking tot de komst van “David” – wat een profetische verwijzing naar de Christus betreft.

Zoals reeds werd beschreven in het boek “Jehovah Zelf is Koning Geworden”, vormen Tyrus en Egypte een voorafschaduwing van respectievelijk het in Londen gecentreerde wereldrijk en de Verenigde Staten van Amerika. Maar wat is dan precies de voorafschaduwing van de ten dode opgeschreven stad Jeruzalem in relatie tot de grotere vervulling? Om dit punt nog verder te benadrukken dienen we ons ook te realiseren dat de profetie in het 24ste hoofdstuk van Jesaja spreekt over een gebeurtenis die vele malen grootser is dan de val van Jeruzalem die 2500 jaar geleden plaatsvond. Dat blijkt ook duidelijk uit de voor de hand liggende cryptische verwijzing van ver vóór Openbaring. De verwijzing die doelt op het oordeel dat voltrokken zal worden over de demonische koningen en hun koninklijke aardse tegenhangers, evenals hun 1000-jarige opsluiting in een kerker en de uiteindelijke ultieme vervulling van Gods voornemen om te regeren op de hemelse Berg Sion te midden van 144.000 koningen.

De laatste reeks verzen in Jesaja 24 luiden als volgt: Op die dag zal Jehovah in de hoogte afrekenen met het leger van de hoogte, en op aarde met de koningen van de aarde. En ze zullen bijeengedreven worden als gevangenen in een kuil, ze zullen opgesloten worden in de kerker. En na lange tijd zal er aandacht aan ze worden gegeven. De vollemaan zal rood worden van schaamte en de stralende zon zal zich schamen, want Jehovah van de legermachten is Koning geworden op de berg Sion en in Jeruzalem, vol pracht voor de ogen van de oudsten van zijn volk. (Jesaja 24:21-23)

Maar laten we eerst, alvorens wij de betekenis van de val van Jeruzalem nader beschouwen, eens overwegen welk belang het Wachttorengenootschap nou precies hecht aan deze profetie. Uit de feiten blijkt dat het Wachttorengenootschap hier zeer weinig belang aan hecht, omdat Bethel in hun commentaar op dit gedeelte van Jesaja geen enkele moderne tegenhanger toeschrijft aan “Jeruzalem”. In plaats daarvan richten ze zich alleen maar op de historische vervulling van deze profetie. Toch erkennen ze dat het “leger van de hoogte in de hoogte” zou kunnen verwijzen naar een leger bestaande uit demonen.

Echter is het ook het vermelden waard om te onderstrepen dat de zogenoemde “profeetklasse” binnen Bethel in de slotparagrafen van het twintigste hoofdstuk de volgende stelling verkondigt:

“Dit deel van Jesaja’s profetie verzekerde de joden dus van iets schitterends. Op Jehovah’s bestemde tijd zou hij de val van het oude Babylon bewerken en de joden in hun eigen land herstellen. Wanneer hij in 537 v.G.T. op die manier zijn macht en soevereiniteit ten behoeve van zijn volk tentoonspreidt, zou beslist tegen hen gezegd kunnen worden: „Uw God is koning geworden!” In moderne tijden is Jehovah in 1914 „koning geworden” toen hij Jezus Christus als Koning in Zijn hemelse koninkrijk installeerde. In 1919 is hij eveneens „koning geworden” toen hij de macht van zijn koningschap toonde door het geestelijke Israël uit knechtschap aan Babylon de Grote te bevrijden.”

Het zou voor iedere redelijke persoon die eveneens beschikt over praktische kennis van de Bijbelse geschiedenis duidelijk moeten zijn dat het leiderschap van het Wachttorengenootschap hopeloos verloren is wanneer het aankomt op een accurate en consistente profetische interpretatie. Ze blijven claimen dat de verwoesting van Jeruzalem door Babylon een parallel vormt voor de vernietiging van de heidense christenheid en de rest van Babylon de Grote tijdens de grote verdrukking; maar wanneer het aankomt op de vrijlating van de Joden uit hun gevangenschap onder Babylon, wat volgens de Bijbelse profetie pas overduidelijk plaatsvindt na de verwoesting, dan wordt de moderne vervulling hiervan door het Genootschap gekoppeld aan het jaar 1919 omdat er in die periode acht Wachttoren-functionarissen op borgtocht uit de gevangenis werden vrijgelaten waarna zij een congres organiseerden. We zien dat er hier overduidelijk sprake is van een slim in elkaar geflanste opportunistische interpretatie.

Wat daarnaast nog erger is, is het feit dat het Wachttorengenootschap de grootse daad van Jehovah bagatelliseert. De daad van Jehovah waarbij Hij Koning wordt, wordt hiermee door het Wachttorengenootschap weggezet als iets banaals. Wees eens eerlijk tegen uzelf: Hoe vaak wordt Jehovah nou Koning? Volgens de leer van het Wachttorengenootschap wordt Jehovah dus maar liefst drie keer koning! De grote ironie van deze hele kwestie is het volgende: wanneer Jehovah uiteindelijk zijn koningschap zal bevestigen door middel van “het koninkrijk van zijn geliefde Zoon”, zullen die “dwaze profeten” die zich in het midden bevinden van Jehovah’s volk straks verward en beschaamd worden omdat ze een leugenachtig visioen hebben verkondigd in de naam van Jehovah zelf.

Laten we nu eens kijken naar wat er in de profetie staat geschreven: Kijk! Jehovah maakt het land leeg en woest. Hij keert het ondersteboven en verstrooit de bewoners. Het zal voor iedereen hetzelfde worden: voor het volk en voor de priester, voor de slaaf en voor zijn meester, voor de slavin en voor haar meesteres, voor de koper en voor de verkoper, voor wie uitleent en voor wie leent, voor de schuldeiser en voor de schuldenaar. Het land zal helemaal leeggemaakt worden. Het zal volledig leeggeplunderd worden, want Jehovah heeft dit woord gesproken. Het land rouwt, het teert weg. Het land verdort, het kwijnt weg. De belangrijke mensen van het land verkommeren. Het land is door zijn bewoners verontreinigd, want ze hebben de wetten overtreden, het voorschrift veranderd en het blijvende verbond verbroken. Daarom verslindt de vloek het land en de bewoners ervan worden schuldig verklaard. Daarom is het aantal bewoners van het land afgenomen en zijn er nog maar weinig mensen over.  (Jesaja 24:1-6)

Het heeft allemaal erg lang geduurd – namelijk de grote financiële ineenstorting. De complete economische ineenstorting werd in 2008 afgewend als gevolg van een enorme financiële reddingsoperatie door de banken van Wall Street waarbij meerdere triljoenen dollars werden gecreëerd. Vanaf september 2019 begon de ineenstorting opnieuw en kwam de Federal Reserve op de proppen met honderden miljarden dollars aan nachtelijke repo-operaties. Toen kwamen de Covid-crises om de hoek kijken en werden er vervolgens weer biljoenen extra geïnjecteerd in een poging om wederom het onvermijdelijke scenario te voorkomen.

De onvermijdelijkheid van die crash drijft de financiële oligarchie ertoe om de voorwaarden te orkestreren om een wereldoorlog uit te lokken om zo te voorkomen dat Rusland en China in het vacuüm zullen stappen dat zal ontstaan zodra de beoogde ineenstorting van het trans-Atlantische systeem Londen / Wall Street een feit zal worden.

We mogen zondermeer verwachten dat ze uiteindelijk “succesvol” zullen blijken te zijn in het vernietigen van de laatste overgebleven nationaal soevereine regeringen als gevolg van het opleggen van een totalitaire wereldregering aan de gehele mensheid – Dit betreft zonder enige twijfel een Orwelliaanse nachtmerrie. Het zal ook in deze setting zijn waar, in het heetst van de strijd, onder een staat van beleg die zal worden ingesteld als gevolg van de economische ineenstorting, onvermijdelijke voedseltekorten en door mensenhanden gefabriceerde pestilenties, dat Jehovah in het oordeel zal treden met zijn eigen volk die het verbond heeft verbroken.

Het “land” dat bestemd is om leeg en woest gemaakt te worden, betreft het geestelijke landgoed van Jehovah’s Getuigen – hun veronderstelde, onaantastbare, onschendbare “geestelijke paradijs”.

Ter bevestiging van die interpretatie hoeven we alleen maar te kijken naar de eigen profetie van Jezus: Wanneer jullie daarom het walgelijke ding dat verwoesting veroorzaakt, waarover de profeet Daniël sprak, in een heilige plaats zien staan (lezer, gebruik inzicht), dan moeten degenen die in Judea zijn naar de bergen vluchten. Wie op het dak is, moet niet naar beneden gaan om spullen uit zijn huis te halen, en wie op het veld is, moet niet teruggaan om zijn bovenkleed op te halen. Wee de vrouwen die in die tijd zwanger zijn of een kind aan de borst hebben! Blijf bidden dat jullie niet in de winter of op de sabbat hoeven te vluchten. Want er zal dan een grote verdrukking zijn zoals er vanaf het begin van de wereld tot nu toe niet is voorgekomen en ook nooit meer zal voorkomen. Als die tijd niet zou worden verkort, zou niemand worden gered. Maar ter wille van de uitverkorenen zal die tijd worden verkort.  (Mattheus 24:15-22)

Jezus gaf hier zijn expliciete instructies aan “degenen die in Judea zijn”. Jezus was zelf een Judeeër. En Jeruzalem lag op het grondgebied van Juda. En natuurlijk stond ook de heilige tempel in Jeruzalem. Maar aangezien Jezus hier uiteindelijk aan het profeteren was over het besluit van het hele samenstel van dingen en over een grote verdrukking in plaats van over welke eerdere cataclysmische gebeurtenis dan ook, blijkt hieruit ook duidelijk dat Judea en de heilige plaats datgene vertegenwoordigen wat in verband staat met de gemeente van Christus; anders aangeduid als ‘Jehovah’s zichtbare organisatie’.

In tegenstelling tot het aandringen van de Wachttorengenootschap dat de heilige plaats een samenraapsel symboliseert van alle denominaties, sekten en cultussen die gezamenlijk de heidense christenheid vormen, gaf Jezus aan dat de verwoesting van de heilige plaats een directe impact zou hebben op de uitverkorenen. Omdat Jehovah’s Getuigen altijd luidkeels lopen te verkondigen dat zij er trots op zijn dat ze geen deel uitmaken van de heidense christenheid, waarom zou het voor hen dan nodig zijn dat zij vóór de verwoesting van de heilige plaats “naar de bergen dienen te vluchten”? Waarom spoorde Christus zijn eigen volgelingen dan aan om te bidden dat hun vlucht niet in de winter of op de sabbat zou plaatsvinden?

Jezus gaf ons zelfs een hint om ons te helpen de betekenis van zijn profetie te kunnen onderscheiden door de onderscheidende lezer te verwijzen naar de profetie van Daniël. Deze zaken worden overigens ook zeer gedetailleerd uiteengezet op deze website. (Laat de lezer onderscheidingsvermogen gebruiken en wat is de grote verdrukking en het heilige?)

Hier volgt een fragment uit een van de bovenstaande artikelen:

Helaas beseffen maar weinig Jehovah’s Getuigen hoe ingewikkeld de profetische interpretaties van het Wachttorengenootschap zijn. Het Wachttorengenootschap leert bijvoorbeeld dat de koning van het noorden het heiligdom ontheiligde doordat het vaste kenmerk zou zijn verwijderd toen Adolf Hitler en de fascisten de Jehovah’s Getuigen vervolgden. Daarnaast onderwijst het Wachttorengenootschap ook op tegenstrijdige wijze dat de koning die er meedogenloos uitziet, het heiligdom ontheiligde en het vaste kenmerk verwijderd zou hebben toen de Anglo-Amerikaanse koning tijdens de Tweede Wereldoorlog de Jehovah’s Getuigen vervolgde. Bovendien verwijst het twaalfde hoofdstuk van Daniël ook naar de oprichting van het walgelijke ding en het verwijderen van het vaste kenmerk, wat het Wachttorengenootschap heeft toepast op het jaar 1918 en de oprichting van de toenmalige Volkenbond.

We zien hier dus dat het Wachttorengenootschap drie profetieën, die in wezen exact hetzelfde voorspellen, interpreteert als zijnde vervuld op drie verschillende manieren – allemaal in het verleden! En ondanks het feit dat het Wachttorengenootschap de profetieën van Daniël betreffende de heilige plaats, toepast op de vervolging van de Internationale Bijbelonderzoekers en Jehovah’s Getuigen, zij het op drie verschillende manieren, blijft het Wachttorengenootschap stug volhouden dat de heilige plaats waarnaar Jezus verwees, die voorbestemd is om te worden verwoest door het walgelijke ding uit Daniëls profetie, de heidense christenheid symboliseert! Het is werkelijk niet te geloven! Het mag dan ook geen wonder zijn dat Jezus de lezer het advies gaf om onderscheidingsvermogen te gebruiken. Hoe had het Wachttorengenootschap ten aanzien van deze essentiële zaken nog minder onderscheidingsvermogen aan de dag kunnen leggen dan ze hier al heeft gedaan?

Met het oog op de verdraaide interpretatie van de profetie door het Wachttorengenootschap, zien we hier feitelijk een daad van onderscheidingsvermogen aan hun kant door af te zien van het verder interpreteren van het gedeelte van Jesaja dat hier wordt besproken. Echter zal het te wijten zijn aan hun eigen blindheid en oneerlijkheid dat God het noodzakelijk zal achten om in te grijpen. Wanneer we in het eerder geciteerde vers lezen “Het zal voor iedereen hetzelfde worden: voor het volk en voor de priester “, dan betekent dit dat zowel de uitverkorenen als de andere schapen zullen gaan lijden. Wanneer we lezen dat het hetzelfde zal zijn “voor de slaaf en voor zijn meester” dan betekent dit dat leden van het Besturende Lichaam en gemeente-, kring-, bijkantoor- en districtsopzieners, samen met alle pioniers en verkondigers onder Jehovah’s brandende oordeel zullen komen – niemand zal hiervan worden vrijgesteld! Degenen naar wie wordt opgekeken en die worden beschouwd als torenhoge pilaren van geestelijke kracht en als de zelfbenoemde “grote bomen van rechtvaardigheid”, zullen verslappen: “De belangrijke mensen van het land verkommeren.”

De profetie van Jesaja en Joël vertonen opmerkelijke overeenkomsten. Bijvoorbeeld: Zoals hierboven geciteerd, zegt Jesaja: “Het land rouwt, het teert weg. Het land verdort, het kwijnt weg.” De profeet Joël voorzei op vergelijkbare wijze: Graanoffer en drankoffer zijn verdwenen uit het huis van Jehovah. De priesters, de dienaren van Jehovah, treuren. Het veld is verwoest, de grond treurt, want het graan is vernield, de nieuwe wijn is opgedroogd, de olie is verloren. Boeren zijn verslagen en wijnbouwers jammeren vanwege de tarwe en de gerst, want de oogst van het veld is verloren gegaan. De wijnstok is verdord, de vijgenboom uitgedroogd. De granaatappel, de palm en de appel, alle bomen van het veld zijn verdord. Want bij de mensen is vreugde in schaamte veranderd.  (Joël 1:9-12)

Tot voorkort deed het Wachttorengenootschap altijd de absurde bewering dat de priesters en dienaren van het huis van Jehovah “uw God” een verwijzing zou zijn naar de Jehovah-hatende geestelijken van de christenheid, die zogenaamd zouden huilen van de pijn en God zouden smeken om verlichting als gevolg van de pijnigende veroordeling uit de monden van Jehovah’s Getuigen en vanwege het zogenaamde plunderen van hun “vruchtbare akkers vol met gelovigen”! Nu, op dit moment beweert het Wachttorengenootschap echter dat de sprinkhanenaanval bij nader inzien toch geen moderne vervulling zou hebben.

We lazen net dat Jesaja onthult dat de “bewoners van het land schuldig zijn verklaard”. Ook Joël zegt op vergelijkbare wijze: De kudden schapen ondergaan de straf.

Zoals het Wachttorengenootschap heel goed weet, handelt God met slechts één organisatie. Daarom richt God zich ook altijd op het enkelvoudige, zoals “Israël” of “Jacob” of “mijn dienaar” – allemaal enkelvoud. En zoals Jehovah’s Getuigen ook heel goed beseffen, kan een heel volk ook komen te lijden onder Gods misnoegen vanwege de zonden van enkelen, en dan met name vanwege de zonden van hun leiders. Een voorbeeld hiervan was toen koning David door Satan werd beïnvloed waardoor David het bevel had gegeven om een volkstelling te houden. Hierop strafte God de hele natie – door een plaag over hen te laten komen.

“ZE HEBBEN DE WETTEN OVERTREDEN”

De reden waarom God zijn eigen volk schuldig verklaart, is zoals hierboven reeds werd vermeld: Het land is door zijn bewoners verontreinigd, want ze hebben de wetten overtreden, het voorschrift veranderd en het blijvende verbond verbroken.(Jesaja 24:5)

De wetten, voorschriften en het verbond die hier in Jesaja worden genoemd betreffen niet dezelfde als die door middel van Mozes werden ingesteld. De apostel Paulus legde uit hoe het Wetsverbond achterhaald was nadat Christus had gezorgd voor de vervulling ervan. Het kwam zelfs bijna zo ver dat het bijna helemaal was verdwenen, wat natuurlijk gebeurde toen destijds de tempel en het priesterschap werden verwoest door het ‘walgelijke ding’. Hoe kon dan het achterhaalde Mozaïsche verbond überhaupt worden aangemerkt als “het blijvende verbond”? Het antwoord op deze vraag luid: Dit kon ook niet. Het blijvende verbond betreft daarom ook het nieuwe verbond dat Christus heeft ingesteld. En zodra Christus naar de tempel van zijn Vader zal komen dan zal hij een situatie aantreffen waarbij degenen die werden toevertrouwd om bewaarders te zijn van het verbond, ‘de wetten overtreden zullen blijken te hebben, evenals het feit dat ze de voorschriften hebben veranderd en dat ze het verbond hebben verbroken’.

Sta nu eens stil bij het volgende voorbeeld: Een van de voorschriften van het nieuwe verbond is dat christenen, en met name ouderlingen, zorg dienen te dragen voor het welzijn van de zwakkeren en de kwetsbaren – de spreekwoordelijke “wezen en weduwen”. Het wordt beschouwd als de enige vorm van ware aanbidding, behalve dan het onbesmet blijven door de wereld. Maar welke verantwoording zal het leiderschap van het Wachttorengenootschap moeten gaan afleggen ten overstaan van  Christus wanneer er rekenschap van hen zal worden geëist om verantwoording af te leggen voor de duizenden kinderen die seksueel zijn misbruikt door pedofiele roofdieren binnen de gemeenten – deze op seks beluste roofdieren, die in veel gevallen door het beleid van de Wachttoren-organisatie juist werden beschermd tegen strafvervolging en ontmaskering? Zullen de advocaten van het Wachttorengenootschap in staat blijken te zijn om ook Jehovah juridisch om de tuin te leiden of door ten overstaan van de hemelse Rechter te pleiten voor het treffen van een minnelijke schikking ter compensatie van de vele verkrachtingen van onschuldigen?

Het eeuwige verbond vereist dat de heilige natie de voortreffelijkheden van God tot aan alle uithoeken van de aarde dient te verkondigen. Echter laat de realiteit waar we nu getuige van zijn iets totaal anders zien. Het Besturende Lichaam van Jehovah’s Getuigen heeft openlijk verklaard dat het dwaas en roekeloos is om op wat voor manier dan ook publiekelijk deel te nemen aan de openbare verkondiging. Ondanks de wetenschap dat Jezus zijn leven heeft opgeofferd in dienst van God, hebben Jehovah’s Getuigen de opdracht gekregen om elk persoonlijk contact met anderen te vermijden, ook al is het risico van overlijden als gevolg van Covid absoluut te verwaarlozen. Ze hebben ook hier weer duidelijk de voorschriften veranderd.

“ALLE VROLIJKHEID IS VERDWENEN”

Jehovah’s Getuigen hebben zichzelf al talloze keren uitgeroepen tot ‘de gelukkigste mensen op aarde’. Als dat ook echt waar zou zijn, dan zal het contrast des te groter zijn. We zien nogmaals dat Jesaja de profetie van Joël navolgt. We lezen in Jesaja 24: 7-12: De nieuwe wijn treurt, de wijnstok verdort, en iedereen met een vrolijk hart zucht. Het blije gerinkel van tamboerijnen is opgehouden, het lawaai van feestvierders is verstomd, het vrolijke geluid van de harp klinkt niet meer. Zonder lied drinken ze wijn. De drank die ze drinken smaakt bitter. De verlaten stad ligt in puin. Elk huis is afgesloten, niemand kan er naar binnen. Op straat schreeuwen ze om wijn. Alle vrolijkheid is verdwenen, het land kent geen vreugde meer. De stad is één grote woestenij, de poort is vernield en ligt in puin.

Jesaja’s profetie harmonieert met wat Jezus zei, namelijk: Maar wee jullie die rijk zijn, want jullie hebben je deel al gehad. Wee jullie die nu verzadigd zijn, want jullie zullen honger lijden. Wee jullie die nu lachen, want jullie zullen treuren en huilen.  (Lukas 6:24-25)

Behalve dat het zogenaamd de gelukkigste mensen op aarde zouden zijn, herinnert het Wachttorengenootschap Jehovah’s Getuigen er daarnaast ook nog regelmatig aan dat zij geestelijk gezien de best gevoede mensen ter wereld zijn; ze ontvangen niets minder dan het beste, meest voedzame en rijkelijke geestelijke voedsel dat er te krijgen is, vers bereid en opgediend door een getrouwe en beleidvolle chef-kok. Aangezien God wijn heeft gemaakt zodat dit het hart van de sterfelijke mens kan verheugen, betekent het afsnijden van de wijn in geestelijke zin dat het formele aspect van de aanbidding door Jehovah’s Getuigen zal worden stopgezet. Het geluid van de koninkrijksliederen zal ophouden. Aangezien het Wachttorengenootschap op dit moment vrijwel elke Koninkrijkszaal ter wereld heeft gesloten en gezien het feit dat het Wachttorengenootschap op dit moment ook al een aanzienlijk aantal Koninkrijkszalen heeft verkocht op de onroerend goed markt, is het alsof Jehovah het oude axioma zal toepassen: “maak er gebruik van of wees bereid om het te verliezen”.

Het leiderschap van de Wachttoren-organisatie ging er altijd van uit dat hun enorme wereldwijde bouwprojecten overeind zouden blijven staan tijdens de aankomende storm. Vanwege die veronderstelling zullen Jehovah’s Getuigen daarom ook absoluut verbijsterd achterblijven zodra het stadachtige hoofdkantoor van Jehovah’s zichtbare organisatie ‘een grote woestenij’ zal worden en waarvan ook de beschermende poorten ‘vernield en in puin zullen komen te liggen’.

“ZE ZULLEN JEHOVAH LOVEN IN DE STREEK VAN HET LICHT”

“Want zo zal het zijn in het land, onder de volken: zoals wanneer een olijfboom geschud wordt, zoals wanneer de laatste druiven worden verzameld aan het eind van de oogst. Ze zullen het uitroepen, ze zullen juichen van vreugde. Vanaf de zee zullen ze de grootheid van Jehovah verkondigen. En ze zullen Jehovah loven in de streek van het licht. Op de eilanden van de zee zullen ze de naam van Jehovah, de God van Israël, prijzen. Van de uiteinden van de aarde horen we zingen: ‘Eer aan de Rechtvaardige!” (Jesaja 24:13-16)

a great crowd walks into the lightOp het moment dat de stad in een verbijsterende toestand zal achterblijven, zal ook de oogst plaats gaan vinden. Dit is in volledige harmonie met wat Christus heeft voorzegd; namelijk dat in de context van het verlaten van de verdoemde stad en de heilige plaats, Christus zijn engelen erop uit zal sturen die vervolgens de uitverkorenen uit de vier hoeken van de aarde bijeen zullen verzamelen – of zoals Jesaja het verwoord: Op de eilanden van de zee” en Van de uiteinden van de aarde“. De engelen hebben ook absoluut geen enkele zichtbare organisatie nodig om hen te assisteren bij hun verzamelwerk, en ook heeft God absoluut geen uitgeverij nodig om zijn boodschap alom bekend te maken. “De streek van het licht” vormt een beschrijving van de uitverkorenen die de glorieuze manifestatie van Christus zullen zien tijdens zijn zichtbare parousia (Tweede Komst). Dat zal ook het moment zijn waarop de onthulling van de zonen van het licht zal plaatsvinden.

Maar de profetie gaat verder: Wie vlucht voor het beangstigende geluid zal in de valkuil vallen en wie uit de valkuil klimt zal in de strik gevangen worden. Want de sluizen van de hemel zullen geopend worden en de fundamenten van het land zullen schudden. Het land is opengebarsten, het land is heen en weer geschud, het land schokt hevig. Het land wankelt als een dronken man, het slingert heen en weer als een hut in de storm. De overtreding drukt zwaar op het land, het zal vallen en niet meer opstaan. (Jesaja 24:18-20)

Verderop in de profetie van Jesaja spreekt God over een “hagelstorm en een vloedgolf” die de schuilplaats en toevlucht van leugens zal wegspoelen waarin de leiders van zijn volk zich op dwaze wijze zullen proberen te verbergen. Ook dit onderwerp zal in de aankomende artikelen nader worden beschouwd en worden uitgelicht. Het volstaat echter te zeggen dat de Tweede Komst van Christus voor eens en voor altijd het slim bedachte verzinsel (dat Jezus in 1914 zou zijn teruggekeerd) zal wegspoelen en wegvagen, “zodat het zal vallen en niet meer zal opstaan.”