Dagtekst zaterdag 4 juli

Alles ligt open en bloot voor de ogen van hem aan wie we verantwoording moeten afleggen. — Hebr. 4:13.

Onder de wet van Mozes hadden de aangestelde oudsten de verantwoordelijkheid om niet alleen geestelijke zaken maar ook burgerlijke en strafzaken te behandelen. Een paar voorbeelden. Als een Israeliet iemand doodde, werd hij niet zomaar terechtgesteld. De stadsoudsten onderzochten de omstandigheden voordat ze besloten of hij de doodstraf verdiende (Deut. 19:2-7, 11-13). De oudsten spraken ook recht op allerlei terreinen van het dagelijks leven — van geschillen over eigendommen tot huwelijksgeschillen (Ex. 21:35; Deut. 22:13-19). Als de oudsten rechtvaardig waren en de Israelieten zich aan de wet hielden, had iedereen daar voordeel van en was dat tot eer van Jehovah (Lev. 20:7, 8; Jes. 48:17, 18). Elk aspect van ons leven is dus belangrijk voor Jehovah. Hij wil dat we rechtvaardig en liefdevol met anderen omgaan. En hij let op wat we zeggen en doen, zelfs in de privesfeer. w19.02 23 ˚16-18

Anders dan in het oude Israël, behandelen christelijke ouderlingen tegenwoordig geen strafzaken meer. Jehovah heeft daarvoor in de plaats andere mannen aangesteld om dat werk te doen. Dit zijn de burgerlijke autoriteiten. Over hen schreef de apostel in Romeinen 13: Iedereen moet onderworpen zijn aan de superieure autoriteiten, want er is geen autoriteit die niet van God komt; de bestaande autoriteiten zijn door God in hun relatieve positie geplaatst. Wie zich tegen de autoriteiten verzet, verzet zich dan ook tegen de regeling van God. Wie zich ertegen verzet, roept een oordeel over zich af […] Ze staan in dienst van God om degene die het slechte doet zijn verdiende straf te geven.

Het Wachttoren-Bijbelgenootschap heeft een standpunt ingenomen welke in strijd is met de regeling van God. Hiermee hebben ze zichzelf tot een tegenstander gemaakt van Jehovah’s autoriteit. Voorspelde de apostel Paulus immers niet in 2Thessalonicenzen 2:4 dat er een mens der wetteloosheid zal zijn die zich zal verzetten? Dit blijkt duidelijk voor iedereen wanneer we kijken naar het onderwerp omtrent het kindermisbruik. Seksueel kindermisbruik is een misdaad – evenals moord, verkrachting, ontvoering, enz. Onder de Jehovah’s Getuigen bevinden zich duizenden kinderen die het slachtoffer zijn geworden van pedofielen. De juridische afdeling van het Wachttorengenootschap heeft feilloos voorkomen dat ouderlingen samenwerken met Jehovah’s juridische autoriteiten. Iedereen die iets anders beweert is ofwel niet op de hoogte van de feiten of, erger nog, die persoon is leugens aan het verkondigen. In Australië bracht de ‘Royal Commission’ bijvoorbeeld aan het licht dat er binnen de gemeenten van Jehovah’s Getuigen in Australië meer dan 1.000 gevallen van seksueel kindermisbruik waren gemeld aan de ouderlingen, en dat er van die 1000 misdaden geen enkele aangifte was gedaan bij de superieure autoriteiten die nota bene door Jehovah in hun relatieve positie zijn geplaatst!

Net als de oude Farizeeën, beweert het Besturende Lichaam ook dat ze gebonden zijn aan de wet van God en dat ze niet buiten de dingen kunnen gaan die staan geschreven, zelfs niet wanneer dit zou dienen om barmhartigheid te betonen of om diegenen te beschermen die weerloos zijn. In de dingen die geschreven staan staat dat elke beschuldiging ten aanzien van een overtreding, door twee getuigen moet worden bevestigd. Steevast hebben pedofielen voortdurende toegang tot kinderen gekregen omdat er in gevallen waarbij een enkel slachtoffer een beschuldiging uit, er volgens het Besturend Lichaam niet voldaan zou worden aan de eisen van de wet van God.

Gezien het feit dat Jehovah verwacht en verlangt van degenen die zijn volk oordelen, dat zij de onderdrukten en kwetsbaren verdedigen, zouden we dus ook mogen verwachten dat ze ernaar streven om er alles aan te doen om het slachtoffer zo goed mogelijk bij te staan. Dat is precies het tegenovergestelde van wat de Wachttoren-organisatie heeft gedaan. Slachtoffers worden heengezonden terwijl hun verhaal vaak niet wordt geloofd. Daarentegen is gebleken dat pedofielen worden vertroeteld en daarnaast ook worden beschermd tegen strafvervolging. Hoe schandelijk het ook mag klinken in de oren van sommigen, het Wachttorengenootschap heeft zelfs in bepaalde gevallen de gerechtskosten betaald van veroordeelde pedofielen en het Genootschap heeft daarnaast ook slachtoffers uitgesloten die het aandurfden om zich uit te spreken over de misdaden die tegen hen waren begaan.

Ongeacht de vraag of er wel of niet twee getuigen zijn van een misdaad, zou een samenwerking met de politie en aanklagers het uitgangspunt moeten zijn. Het klopt dat vanwege de intense maatschappelijke druk die er op de Wachttoren-organisatie is gelegd, de organisatie tegenwoordig vol trots van de daken schreeuwt dat ze slachtoffers aanmoedigen om naar de politie te gaan. Echter is dit niet hetzelfde als actief samenwerken met de politie. Hoeveel beter zou het zijn geweest als ouderlingen in plaats van verplicht te worden om naar de juridische afdeling van Bethel te bellen voor instructies, dat ze van Bethel de opdracht zouden krijgen om bij dit soort misdaden onmiddellijk de politie te bellen en om volledige medewerking te verlenen. Politie-ondervragers zijn immers getraind en bekwaam om de waarheid te kunnen achterhalen. En zelfs wanneer hun bevindingen niet zouden worden gebruikt als bewijs door juridische comité van de gemeente, zou het slachtoffer in ieder geval weten dat de verdachte door de politie is onderzocht.

Zoals al eerder werd gezegd, aangezien Jehovah van zijn rechters verlangt dat ze persoonlijk de rechten van de kwetsbaren beschermen – vormt dit de basis van de christelijke wet. Persoonlijk zou ik liever voor de oordeelstroon in de Hemel willen staan terwijl ik ervan beschuldigd zou worden dat ik te ijverig was om het recht van misbruikte kinderen te verdedigen, dan dat ik schuldig zou worden bevonden aan het steunen van een kinderverkrachter.

De 82ste Psalm geeft een voorbeeld van het oordeel dat zal plaatsvinden bij de Tweede Komst van Christus. Het is duidelijk dat de Psalmen specifiek diegenen aanspreken aan wie goddelijke macht is gegeven om anderen te mogen oordelen. Hieruit blijkt dus evident dat het gaat om gezalfde ouderlingen die de leiding hebben over Gods volk. Zij zullen ter verantwoording worden geroepen. Daarom worden ze ook ‘zonen van God’ genoemd. De Psalm is aan hen gericht. In Psalm 82 lezen we het volgende:

“God neemt plaats in zijn vergadering, te midden van de goden spreekt hij recht ‘Hoelang zullen jullie nog onrechtvaardig oordelen en partij kiezen voor slechte mensen? Verdedig de zwakken en de vaderloze kinderen. Doe recht aan de hulpelozen en de behoeftigen. Bevrijd de zwakken en de armen, red ze uit de hand van de slechten.’ Ze weten niets en ze begrijpen niets, ze dwalen rond in duisternis. Alle fundamenten van de aarde schudden. ‘Ik heb gezegd: “Jullie zijn goden, jullie zijn allemaal zonen van de Allerhoogste. Maar jullie zullen sterven net als mensen, jullie zullen vallen zoals elke andere vorst!”’ Sta op, o God, en oordeel de aarde, want alle volken zijn van u.

Hoewel het leiderschap van Jehovah’s Getuigen op dit moment nog denkt dat ze de eeuwige bescherming en steun van de Hemel zullen hebben ten aanzien van alles wat ze doen, zullen de vorsten van Bethel in de nabije toekomst, na de ineenstorting van het huidige systeem, worden geconfronteerd met een situatie waarbij ze hun lang genoten democratische rechtsbescherming zullen kwijtraken. De vorsten van Bethel zullen worden afgevoerd. Met handboeien om. Jehovah heeft gesproken!

“Sta op, o God, en oordeel de aarde!”